ChristenUnie


Bijdrage Joel Voordewind Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken

Bijdrage Joel Voordewind Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken

woensdag 12 november 2008 14:07

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Wij leven in een tijd van nieuwe uitdagingen en gevaren: voortgaande spanningen in Georgië, de humanitaire crises in Congo, Somalië en Sudan, opkomende grootmachten zoals China en India, hernieuwd nationalisme in Rusland en een nieuwe president in de VS. Minister Verhagen citeert in zijn toespraak "Veranderende wereld, vaste waarden; Nederlands buitenlands beleid in de 21e eeuw" een aantal keren uit The Return of History and the End of Dreams van Robert Kagan. Wat zijn de antwoorden van de minister op de daarin geformuleerde uitdagingen? Hoe om te gaan met de terugkeer van nationalisme in opkomende wereldmachten met een autoritair regime? Dit is concreet in de begroting terug te vinden, met name als het gaat om de verhouding met Rusland en China, maar ook met landen uit het Midden-Oosten. Kagen geeft een analyse van het zoeken van coalities met de landen die de democratie voorstaan. Dat kan met landen uit alle werelddelen gebeuren. Dit kan aanvullend op de VN, nu deze organisatie verschillende malen wordt lamgelegd door veto's. Graag een reactie van de minister van Buitenlandse Zaken op het voorstel van Kagan.

Wij hebben waardering voor deze minister van Buitenlandse Zaken en zijn prioriteiten: de mensenrechten en het Midden-Oosten. Deze prioriteiten zijn ook de onze. Adeldom verplicht, vandaar een aantal kanttekeningen en misschien ook aanmoedigingen voor de minister van Buitenlandse Zaken.

Allereerst wil ik het hebben over het Midden-Oosten. Hoe beoordeelt de minister de politieke impasse die het vredesproces momenteel in de greep houdt? Wat verwacht hij van de komende verkiezingen? Is de minister ervan op de hoogte dat een delegatie van het Europees Parlement vorige week maandag tijdens een bezoek aan de Gaza heeft gesproken met Ahmad Bahar, een parlementslid van Hamas, en daarbij Hamas heeft uitgenodigd om naar Brussel te komen? Let wel, ik heb het over een officiële EU-delegatie die praat met de Hamas. Kan de minister proberen om binnen de EU het bezoek van de Hamas af te houden, gezien de officiële lijn van de EU dat er niet gesproken kan worden met Hamas zolang die niet voldoet aan de voorwaarden die het kwartet altijd heeft gesteld?

De heer Van Bommel (SP):

Volgens mij vergist de heer Voordewind zich. Dat is niet de gedragslijn van de Europese Unie en ook niet die van Nederland. Het staat parlementariërs altijd vrij om eigen gesprekspartners te kiezen. Dat de Europese Commissie, de Nederlandse regering of anderen zeggen dat zij dat niet doen, is hun zaak. Het is echter een uitgemaakte zaak dat parlementariërs het recht hebben om met wie dan ook te spreken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dit was niet een gesprek met een individuele parlementariër. Het was een gesprek van een officiële EU-delegatie uit het Europees Parlement met de Hamas.

De heer Van Bommel (SP):

Dat is alleen maar een bevestiging van wat ik zeg. Het gaat om parlementariërs en niet om de Europese Commissie of de Nederlandse regering. Het staat parlementariërs -- ook al maken zij deel uit van een officiële delegatie -- vrij om te spreken met wie zij wensen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De EU heeft de Hamas aangemerkt als een terroristische organisatie. Ik vraag de minister om te reageren op dit feit. Verder vraag ik de minister wat hij denkt te kunnen doen om de EU hierop te wijzen. Misschien kan dat via de Europese Commissie.

Voorzitter. Wij hebben vanmorgen gehoord dat Iran nieuwe testen heeft gedaan met raketten. Wij hebben ook het rapport-ElBaradei gelezen, waarin een scherpe analyse staat over wat er niet goed gaat in Iran in verband met de opwerking van uranium. Ik vraag de minister of het niet tijd wordt om de sancties binnen de EU aan te scherpen, nu de VN alleen maar met een slappe verklaring kan komen. Graag hoor ik op dit punt een reactie.

De mensenrechten in Iran staan blijvend onder druk. Klopt de berichtgeving, dat een wet is aangenomen die de doodstraf stelt op geloofsafval? Dit zou in ieder geval tot een aanpassing van het ambtsbericht moeten leiden. Ik hoor op dit punt graag een reactie van de minister.

De voorzitter:

Ik heb iedereen ruimte gegeven om te interrumperen. Ik sta vanaf nu nog maar één vraag per persoon toe omdat wij anders veel te veel uitlopen. Eén vraag van de heer Van Bommel en vervolgens een van de heer Van Dam. Ik geef het woord aan de heer Van Bommel.

De heer Van Baalen (VVD):

De heer Van Bommel zit in zijn stoel. Die is van de SP. Ik ben de heer Van Baalen van de VVD.

De voorzitter:

Ik bied mijn excuses aan. Het woord is aan de heer Van Baalen.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik maak mijn nu echt zorgen om de politieke duidelijkheid van de heer Van Bommel en mijzelf, want wij lijken uitwisselbaar geworden.

De voorzitter:

Dan heb ik dat kennelijk goed gezien.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik wil een vraag stellen aan de heer Voordewind. Verscherpte sancties tegen Iran binnen de Europese Unie betekenen dat ons bedrijfsleven op grote achterstand wordt geplaatst ten opzichte van bedrijven van buiten de Europese Unie, omdat die sancties niet door de VN worden overgenomen. Dat is in ieder geval zo als de heer Voordewind denkt aan economische sancties. Hoe kijkt hij daarnaar?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voor zover ik het begrijp wordt er gedacht aan verscherping van de bestaande sancties, waarbij gedacht kan worden aan een verscherpt toezicht op financiële transacties of uitreisbeperkingen voor de regering-Ahmadinejad.

De heer Van Dam (PvdA):

Vorige week heeft de Iraanse president, voor het eerst sinds 1979, een felicitatie verstuurd naar de nu gekozen Amerikaanse president. Dat wordt alom opgevat als een diplomatiek signaal dat Iran bereid is om te praten. Dat kan pas na 20 januari, wanneer de nieuwe president in functie treedt. Is het verstandig om op het moment dat Iran zelf de deur iets opent, die meteen in het gezicht van Iran weer dicht te gooien door de sancties te verscherpen? Is dat niet een beetje een rare timing?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het rapport-ElBaradei is heel scherp. Ik ga niet uit van een eventuele felicitatie van de regering van Iran aan de Verenigde Staten. Ik ga uit van de harde feiten uit het rapport en van de dreiging van president Ahmadinejad naar Israël. Dat is niet één keer, maar verschillende keren gebeurd. Het lijkt mij een goed signaal als de Europese Unie dit nu serieus gaat oppakken en tot een aanscherping van de sancties komt. Dat kan een stok achter de deur zijn voor de nieuwe Amerikaanse president, om een verscherpt toezicht van het atoomagentschap los te krijgen van de Iraanse president. Laten wij de druk maar opvoeren.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De Olympische Spelen liggen inmiddels achter ons. Wij hebben in een brief gevraagd daar lessen uit te trekken. Wij staan nu aan de vooravond van de Wereld Expo; er zijn nog 550 dagen te gaan. Is de minister bereid om binnen de EU te pleiten om bij de EU-Chinatop eind deze maand en begin volgende maand, druk uit te oefenen op China om de arbeidsrechten te eerbiedigen bij de bouw van de Expo, om persvrijheid te geven aan de binnenlandse journalisten en voldoende financiële compensatie te geven als er sprake is van huisuitzettingen? Wij maken ons grote zorgen, ook als het gaat om de kunstcensuur die China dreigt toe te passen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wij mogen daarin niet zomaar meegaan; wij moeten lessen leren. Ik hoor graag een reactie van de minister van Buitenlandse Zaken.

De minister heeft eerder toegezegd te zullen onderzoeken of er geld uit het Mensenrechtenfonds beschikbaar zou kunnen komen, om de positie van de christenen in India, die sterk onder druk staat, te verbeteren. Kan de minister dat nogmaals toezeggen? Zijn Mensenrechtennota en ook deze begroting verwijzen naar de mogelijkheid dat hier middelen vanuit het Mensenrechtenfonds voor beschikbaar gesteld kunnen worden. Ook de hulporganisaties hebben bij de zaak van de 50.000 vluchtelingen in India nog steeds geen goede toegang.

Wij zijn onlangs op bezoek geweest in Indonesië. Er is daar sprake van een verdere islamisering. Ik noem in dat verband de sluiting van de 108 kerken. In vier regio's worden delen van de sharia ingevoerd. Onlangs zijn er 1600 studenten van een theologische seminar uit Jakarta geslagen. Zij bevinden zich nu in tentenkampen buiten Jakarta.

Ik noem ook de transmigratie van de Molukken en Papoea. Wat doet de regering bilateraal of in EU-verband om dit aan de kaak te stellen in Jakarta en waarom besteden wij niet meer OS-geld aan het ondersteunen van mensenrechtenactivisten en het bevorderen van godsdienstvrijheid zoals wij dat ook doen bij corruptiebestrijding?

Dan Sudan. UNMIS komt nog steeds niet goed van de grond. Ik begrijp dat verder onderzoek in het kader van de notificatie rondom het veldhospitaal in ieder geval niet meer nodig is, omdat de Zweden dat veldhospitaal inmiddels hebben geleverd. Wel hebben ze het alleen maar kunnen leveren op niveau 1. De vraag is of het kabinet ook bereid is om te kijken of wij een ok-unit kunnen toevoegen aan het veldhospitaal van de Zweden. Graag een eerste reactie daarop en mogelijk kom ik daarop terug bij de Defensiebegroting.

Voorzitter: Verbeet

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De vorige Durban-conferentie in 2001 verzandde in racisme en antisemitisme. Graag krijg ik informatie over de positie die Nederland volgend jaar bij de tweede Durban-conferentie zal gaan innemen.

Vervolgens kom ik bij het blokje OS. Minister Koenders wil de hulpindustrie openbreken, zegt hij in zijn toespraak. Ook ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Ferrier op dit punt. Ik stoor mij aan de term "hulpindustrie". Ik heb er zelf in gewerkt; het zijn zeer gedreven mensen. Wij kunnen kritisch kijken naar de effectiviteit maar noem het geen industrie, want het is geen industrie. Het zijn mensen die met zeer veel passie en inspanning werken aan een betere wereld en armoedebestrijding.

Het is goed dat de minister er proactief over aan het nadenken is of het nog beter kan, maar het overboord gooien van jarenlange ervaring van de Nederlandse MFO's lijkt de fractie niet de eerstaangewezen weg.

Daarnaast zal er naar de mening van mijn fractie gekeken moeten worden naar de meerwaarde van de Nederlandse
ontwikkelingssamenwerkingsinspanningen. Die liggen volgens mijn fractie op drie gebieden, waarop Nederland gedurende vele decennia ervaring en expertise heeft opgebouwd.

Ten eerste: het watermanagement, met onze prins als beste ambassadeur. Ten tweede: milieu en klimaat, met ons bedrijfsleven en de vele milieuorganisaties als voorlopers. Ten derde: versterking van het justitiële apparaat, de corruptiebestrijding en de bevordering van mensenrechten, met onder meer het Internationaal Strafhof in Den Haag. De minister stelt de meerwaarde van OS-beleid ook centraal in zijn verschillende speeches. Dus krijg ik graag een reactie op deze drie speerpunten, waarbij ik ook inzie dat de minister al aardig wat doet op dat vlak. Maar laten wij de expertise die wij in Nederland hebben, nog meer aanboren zodat wij die effectief kunnen aanbieden, niet "donor driven" maar wel aan de landen die deze expertise heel goed kunnen gebruiken. Ik werd ook door die prioriteiten gestimuleerd toen ik ons OS-programma in Indonesië bekeek.

Dan kom ik te spreken over de kwetsbare groepen. De gehandicapten in ontwikkelingslanden verdienen meer aandacht, omdat meer dan tweederde van de gehandicapten in ontwikkelingslanden woont. Het grootste deel van de gehandicapte kinderen gaat niet naar school. De minister wil geen doelgroepenbeleid maar zet wel in op inclusief beleid. Hoe meet hij of het beleid werkelijk inclusief is en dat bijvoorbeeld geld voor onderwijs inderdaad ook aan de gehandicapten toekomt? Hoe geloofwaardig is het pleidooi voor een inclusief beleid als Nederland zelf het Verdrag inzake de Rechten van personen met een handicap nog niet heeft geratificeerd? Wat mij betreft gebeurt dat zo snel mogelijk. Is de minister daarnaast bereid tot het opstellen van een richtlijn voor de ambassades en de delegaties ter bevordering van insluiting van gehandicapten in het beleid voor armoedebestrijding, dit in navolging van Engeland en de EU?

Aan de kinderarbeid heb ik ook vorig jaar uitgebreid aandacht besteed. Het afgelopen jaar lag de focus bij mij op onderwijs en bedrijven. Dat zet ik graag door. Wat is er gedaan met de moties die aangenomen zijn over de rol van het bedrijfsleven? Wat is de inzet van de ambassades? Zijn er vorderingen gemaakt in de koppeling van overheidssteun aan bedrijven die geen gebruikmaken van kinderarbeid? Is de minister tevens bereid om na te denken over de mogelijkheden om bedrijven die zich inzetten voor bestrijding van kinderarbeid en eventueel de bevordering van scholing, ook op de een of andere manier te belonen, wellicht fiscaal? Een goed voorbeeld zouden de Levi's-scholen kunnen zijn. Tijdens de conferentie over kinderarbeid hebben wij daarover ook gesproken. Het SER-advies zet deze casus ook centraal. Graag ziet mijn fractie een deel van de OS-gelden ingezet worden om kinderen actief uit de kinderarbeid te krijgen en ze toe te leiden naar school. Kan de minister dit toezeggen?

Dan de weeskinderen. Vorig jaar heeft mijn fractie een amendement ingediend over de versterking van de social protection en de weeskinderenstructuren, waarmee een bedrag van 5 mln. is gemoeid. Graag ziet mijn fractie een en ander herbevestigd voor volgend jaar met eventueel de toezegging om het geld structureel in te zetten. Eenjarige investeringen in dit soort programma's werken niet. Graag dus een bevestiging van de minister. Gelet op het amendement van de heer Van der Staaij is wellicht zelfs een verruiming mogelijk.

Voorzitter. Ik zie het lampje knipperen wat betreft mijn spreektijd, maar ik heb volgens mij nog twee minuten speling om mijn verhaal af te ronden.

De voorzitter:

Het is een waarschuwing van ons in uw richting, maar u mag het zelf helemaal bepalen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik moedig ook aan om te kijken naar het totale Social Protection Program. De Engelsen ondersteunen dat al ruimhartig met 250 mln. pond per jaar. Nu is er ook een Livingstone-conferentie geweest in Nairobi en daar hebben twaalf Afrikaanse landen zich gecommitteerd aan het Social Protection Program, dat een vangnetwerk is voor familiestructuren waarbinnen degene die het inkomen verschaft, wegvalt. Ik verzoek om een bredere visie van de minister. Wij moeten kijken of wij bij de Engelse initiatieven kunnen aansluiten.

Ik had al aangekondigd dat ik iets over het milieu zou zeggen. Er is geld en winst te behalen in het koppelen van ontwikkelingssamenwerking en verduurzaming. De minister doet dit ook. De fractie van de ChristenUnie ondersteunt het overslaan in de ontwikkelingslanden van het vervuilende tijdperk zoals wij dat hier in Europa hebben gekend. Dat kan door in te zetten op het voorkomen van ontbossing en op herbebossing in de vorm van gemengde bossen met een multifunctioneel karakter. Dat kan ook door solar cookers en biogasinstallaties te promoten. Ik verzoek om een stevige inzet van de minister voor juist die projecten die duurzaamheid aan ontwikkeling koppelen en daarmee inzetten op de lange termijn. De minister heeft daar 500 mln. voor vrijgemaakt.

Ik kom op de noodhulp. Wij hebben eerder gesproken over Irak. Wat is de stand van zaken rond Ninevé? Wij hebben onlangs weer gehoord dat 15.000 mensen uit Mosul zijn gevlucht naar de vlakte van Ninevé. Ik ben daar zelf geweest en heb aangrijpende beelden gezien. Arnold Karsken is daar ook onlangs geweest en heeft gisteren uitgebreid de pers gesproken. Het is een schrijnende situatie. Hoe staat het nu met de noodhulp die Nederland daar zou kunnen geven? Welke mogelijkheden ziet de minister van Buitenlandse Zaken om de internationale gemeenschap druk te laten uitoefenen op de Iraakse autoriteiten om deze minderheden te beschermen?

Ik kom op Congo. Gaat Europa nog de VN-missie bijstaan en wat kan Nederland doen? Ik denk daarbij aan het versterken van het luchttransport om 17.000 mensen naar Oost-Congo te krijgen. Zijn wij bereid om daar fysiek of met financiële middelen de capaciteit te versterken?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Kan de heer Voordewind mij vertellen wat de positie is van de fractie van de ChristenUnie ten aanzien van de voorstellen van het kabinet op het gebied van klimaatadaptatie? Is hij daar wellicht een tikje ontevreden over? Vindt hij met mij dat er in 2009 meer geld beschikbaar moet komen, dus niet 25 mln., maar bijvoorbeeld 50 mln.? Vindt hij met mij dat er een dezer dagen meer helderheid moet komen over de Nederlandse positie? Wat moet mondiaal zo snel mogelijk beschikbaar komen voor middelen voor klimaatadaptatie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is juist heel belangrijk dat dit kabinet nu 500 mln. in het duurzaamheidsfonds heeft gestopt boven de 0,1% voor duurzame investeringen. Dit kabinet investeert enorm en ik vraag om binnen die investeringen te kijken naar de onderwerpen die ik zojuist heb genoemd, namelijk de herbebossing en het niet inzetten op monocultuur. Ik denk daarbij ook aan de kleinschalige projecten die wij nog kunnen versterken in de ontwikkelingslanden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik wil mijn vraag graag verduidelijken. Ik spreek niet over klimaatmitigatie, dus niet over hernieuwbare energie, maar over adaptatie, oftewel het aanpassen aan klimaatsveranderingen die onvermijdelijk zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ben geen milieuwoordvoerder, maar ik heb uiteengezet wat wij met het internationale milieubeleid doen. Dat is de inzet van de fractie van de ChristenUnie. Ik heb daar een aantal zaken aan toegevoegd richting de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en ik wacht zijn antwoord af.