Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
12 november 2008 PO/B&S/ 76741
Onderwerp
Bekostigde Iederwijs-scholen
Hierbij informeer ik u conform uw verzoek van 30 oktober (kenmerk: 2008Z05608/2008D12994) over
de bekostiging van Iederwijs-scholen. Ik zal ingaan op het besluitvormingproces ten aanzien van de
bekostiging van nieuwe scholen en de aanpak van het toezicht op deze groep scholen.
Onderwijs is vrij in Nederland. Dit houdt in dat in Nederland elke rechtspersoon zonder winstoogmerk
die zich ten doel stelt onderwijs te geven, een bekostigde school kan stichten als aan de wettelijke
voorwaarden wordt voldaan. De stappen die in het kader van de gemeentelijke planprocedure moeten
worden doorlopen om voor bekostiging in aanmerking te komen, zijn op hoofdlijnen als volgt:
· Het bestuur van de school in oprichting dient een verzoek in bij de gemeente van vestiging om
opgenomen te worden in het `plan van nieuwe scholen' van die gemeente.
· Het verzoek bevat de richting en een prognose van het aantal te verwachten leerlingen in het
voedingsgebied. Als het een richting betreft waarvoor nog geen basisonderwijs wordt gegeven
binnen die gemeente dan wordt deze prognose gebaseerd op het belangstellingspercentage
voor het basisonderwijs van die richting in een vergelijkbare gemeente. Indien binnen de
gemeente reeds een school van dezelfde richting aanwezig is, wordt de prognose gebaseerd op
het belangstellingspercentage voor die school. Binnen de richting `algemeen bijzonder' wordt
geen onderscheid gemaakt tussen onderwijsconcepten, zodat bij de stichting van Iederwijs-
scholen de vergelijking wordt gemaakt met scholen uit de richting algemeen bijzonder.
· De gemeenteraad is volgens de Wet op het primair onderwijs verplicht de school op te nemen
in het plan van nieuwe scholen van die gemeente als op grond van de prognose aannemelijk is
dat de school binnen 5 jaar de stichtingsnorm haalt en deze gedurende 15 jaar kan handhaven.
De stichtingsnorm wordt vastgesteld per gemeente en bedraagt minimaal 200 leerlingen.
· Het plan van nieuwe scholen dient vervolgens goedgekeurd te worden door de Minister. De wet
geeft limitatief aan op welke gronden de minister een goedkeuring kan onthouden. Dit is
bijvoorbeeld het geval indien sprake is van kennelijk ondeugdelijke prognoses.
Zoals uit de boven weergegeven stappen blijkt is er geen sprake van een inhoudelijke beleidsafweging
waar het gaat om bekostiging van nieuwe scholen. Ook is er geen inhoudelijke toetsing van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
onderwijsconcept of de onderwijskwaliteit door de inspectie, zoals ten onrechte is gesuggereerd in de
berichtgeving over de bekostiging van Wonderwijs te Loenen (d.d. 29 oktober). Als een school aan de
wettelijke voorwaarden voldoet, komt die via het gemeentelijke plan van scholen automatisch voor
bekostiging in aanmerking. Dit geldt ook voor de Iederwijs-scholen die nu bekostigd worden.
Toezicht
Vanaf het moment dat een school bekostigd wordt moet de school aan alle wettelijke kwaliteitseisen
voldoen. Voor Iederwijs-scholen, en voor scholen met een op Iederwijs lijkend onderwijsconcept, geldt
dat er extra reden is tot zorg of deze scholen ook aan de kwaliteitseisen voldoen. In verband met de
risico's voor de onderwijskwaliteit is extra alertheid en toezicht van de inspectie nodig. Met de
inspectie is afgesproken dat bekostigde Iederwijs-scholen kort na de start bezocht worden. Zo heeft de
inspectie vorige week onderzoek gedaan bij `Wonderwijs' te Loenen. Zodra de procedure voor hoor en
wederhoor is doorlopen, en het rapport van de inspectie is vastgesteld, kan ik u berichten over de
resultaten hiervan.
Sinds 1 augustus 2006 zijn 54 nieuwe scholen gesticht. Bij de stichting van scholen wordt niet
geregistreerd of sprake is van Iederwijs of van op Iederwijs lijkende onderwijsconcepten. Bij al de
nieuwe scholen is wel nagegaan of het onderwijsconcept extra risico's zou kunnen opleveren voor de
onderwijskwaliteit en de naleving van de wettelijke kwaliteitseisen. Van de 9 scholen die op deze
manier zijn geselecteerd heeft de inspectie geconstateerd dat voor 2 van die 9 scholen de risico's voor
de onderwijskwaliteit beperkt zijn. De andere 7 scholen worden op dit moment onderzocht door de
inspectie. De inspectie heeft aangegeven dat er voor tenminste 2 van deze 7 scholen aanleiding is om
ze onder verscherpt toezicht te plaatsen. Zodra het onderzoek van de inspectie is afgerond zal ik u
hierover informeren.
Met het voorgaande hoop ik uw Kamer voor het moment voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma