Den Haag, 13 november 2008
Vragen van de leden Arib, Heerts en Kuiken (allen PvdA) aan de minister van Justitie
over het hinderlijk volgen van een pedofiel in Amsterdam
1. Kent u het bericht "Politie hindert pedofiel bewust"? (Nrc Next 5-1-2008)
2. Klopt het dat een man die wegens seksueel misbruik van gehandicapte kinderen zich wederom aanbiedt als hulpverlener voor gehandicapte kinderen? Zo ja, op welke manier biedt hij zich aan en op welke wijze kan dit worden voorkomen?
3. Deelt u de mening dat het in het algemeen onwenselijk is dat iemand die beroepsmatig met kinderen werkt en veroordeeld is wegens seksueel misbruik van kinderen wederom met kinderen mag gaan werken? Zo ja, welke instrumenten zijn er om dit te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
4. Is ontzetting van het recht om een beroep uit te oefenen (artikel 28 lid 1 sub 5) ook mogelijk ingeval iemand vanwege of in verband met zijn beroep kinderen seksueel heeft misbruikt? Zo ja, hoe vaak wordt een dergelijke bijkomende straf opgelegd?
5. Kan de desbetreffende veroordeelde man zonder een verklaring omtrent gedrag hulpverlener worden voor gehandicapte kinderen? Zo ja, deelt u de mening dat in dit soort gevallen te allen tijde een verklaring omtrent gedrag vereist zou moeten zijn?
6. Wat is uw oordeel over de juridische houdbaarheid van het hinderlijk volgen van deze man die reeds een straf heeft ondergaan? In hoeverre is dit hinderlijk volgen niet een nieuwe straf voor hetzelfde feit? Kan er in dit geval sprake zijn van strijdigheid met het "ne bis in idem" beginsel in de zin van dat de acties van de politie er materieel op neer komen dat de reeds veroordeelde dader voor hetzelfde feit wederom ter verantwoording wordt geroepen?
7. Deelt u de mening dat de verstoringsacties van de politie in deze zaak een indicatie zijn voor de onmacht van het justitiële apparaat om de samenleving te beschermen tegen ongewild (herhaal) gedrag van personen? Zo ja, wat gaat u doen om aan deze onmacht een einde te maken? Zo nee, waarom niet?
Partij van de Arbeid