UMC Utrecht
Tailleomvang verhoogt overlijdensrisico
Overgewicht en een grote tailleomvang verhogen het overlijdensrisico.
Dat concluderen onderzoekers van de EPIC-studie nadat ze 360.000
deelnemers tussen 50 en 60 jaar gedurende tien jaar volgden. Ze
beschrijven de resultaten in het tijdschrift New England Journal of
Medicine van 13 november. Epidemiologen van het UMC Utrecht en het
RIVM werkten mee aan het onderzoek.
Vrouwen met een body mass index van 24,3 en mannen met een BMI van
25,3 blijken het laagste overlijdensrisico te hebben. Een lager of
hoger gewicht verhoogt de kans op overlijden. Maar onafhankelijk van
de BMI verhoogt een grote tailleomvang altijd de kans op overlijden.
Dat geldt dus ook als iemand een normaal gewicht heeft. Bij dunnere
mensen is dit effect sterker dan bij dikkere mensen.
Het wil zeggen dat niet alleen overgewicht maar ook de vetverdeling
over het lichaam invloed heeft op de gezondheid. Buikvet is
schadelijker dan ander vet omdat het stoffen produceert die bijdragen
aan het ontstaan van ziekten. De onderzoekers pleiten voor het
standaard meten van de buikomvang naast de BMI-berekening als methode
om de mate van overgewicht te bepalen.
"We wisten al dat buikvet slecht was", verklaart epidemioloog prof.
dr. Petra Peeters van het UMC Utrecht. "Maar voornamelijk bij dikke
mensen. Dik zijn en een grote tailleomvang hangen nauw samen. Daarom
hadden we dit grote onderzoek nodig om te bewijzen dat tailleomvang,
ook los van dik zijn slecht is. Bovendien laat het onderzoek zien dat
een grotere tailleomvang ook bij dunne mensen en mensen met een
normaal gewicht een rol speelt."
EPIC (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition) is
een van de grootste langetermijn prospectieve onderzoeken in de
wereld. De onderzoekers analyseerden de levensstijl en gezondheid van
360.000 mensen uit tien Europese landen gedurende tien jaar. Hieronder
bevonden zich 40.000 Nederlanders. In die periode overleden ruim
14.000 van de deelnemers, voornamelijk aan kanker, hart- en
vaatziekten en ziekten van de ademhalingswegen.
Namens het UMC Utrecht werkten dr. Yvonne van der Schouw, prof. dr.
Karel Moons, prof. dr. Petra Peeters en dr. Anne May van het Julius
Centrum mee aan het onderzoek.
Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Ilse van Wijk en Linda Minnen, tel. 088 7556371 of 7558580.
Buiten kantooruren via 088-755 5555
donderdag 13 november 2008