10 nov 2
008
Nummer: 081
Het krijgen van ouderdomsdiabetes kan heel goed worden uitgesteld of
zelfs voorkomen. Uit langjarig en grootschalig onderzoek blijkt dat
daarvoor wel een gezonde leefstijl nodig is. De beste therapie is een
gezond en gevarieerd eetpatroon en ook meer bewegen, maar dan wel
permanent volgehouden. Het volgen van een dieet om af te vallen hoeft
niet altijd goed uit te pakken, omdat een streng dieet ook schadelijke
effecten kan hebben. En bovendien is een beetje afvallen met een
gezond levenspatroon al voldoende. âVeel mensen wil terug naar maatje
36, maar dan kan niet en hoeft ook nietâ, aldus prof.dr.ir Edith
Feskens bij de aanvaarding op 13 november van het ambt van persoonlijk
hoogleraar Voeding en het metabole syndroom aan Wageningen
Universiteit.
Het risico op ouderdomsdiabetes en hart- en vaatziekten is behoorlijk
hoog en de samenhang met leefstijl en voedingspatroon is door
onderzoek overtuigend bewezen, zegt prof. Feskens in haar inaugurele
rede De gezondheid van Obelix? â Over Feestmalen en Toverdrankjes. Per
dag krijgen 200 Nederlanders de diagnose diabetes; dat is ruim 70.000
per jaar. Per dag overlijden 116 mensen in ons land aan hart- en
vaatziekten.
De leeropdracht van Edith Feskens â het metabole syndroom â betreft
het voorstadium van ouderdomsdiabetes en hart- en vaatziekten. Mensen
hebben deze ziekten dan nog niet maar dragen wel al risicofactoren bij
zich. Die zijn: relatief hoge omtrek van de taille, hoge bloeddruk, en
hoge concentraties van glucose, vetten en cholesterol in het bloed.
Een kwart van de mensen tussen 30 en 60 jaar verkeert in dit
voorstadium van hart- en vaatziekten en diabetes. Bij mensen boven de
zestig ligt dat aanzienlijk hoger.
Dieet
Als therapie voor het metabole syndroom is een toverdrankje of een
pilletje in deze tijd een oplossing waar snel naar wordt gegrepen,
aldus prof. Feskens. Of we gaan op dieet. Zij tekent aan dat dieet
afkomstig is van het Griekse woord diata, dat leefstijl betekent, dus
meer dan het beperken van voeding.
Lijnen heeft een keerzijde, stelt Feskens. Succes hangt van een aantal
factoren af. De belangrijkste is therapietrouw, het permanent
volhouden van het gezonde leefpatroon. Belangrijk is ook of iemand al
eerder afslankpogingen heeft gedaan; opvallend is dat mensen die veel
aan diëten hebben gedaan, het minst afvielen. Dat kan te maken
hebben, meent de hoogleraar, met de schadelijke werking van extreme
diëten, waarbij er een jojo-effect optreedt omdat het lichaam zich
instelt op de geringe energie die binnenkomt en daar zuinig mee
omgaat. Recente TNO-cijfers laten zien dat de helft van meisjes tussen
13 en 18 jaar ongezond lijnt, waardoor er eerder kans is op meer dan
op minder overgewicht. Daartegenover stelt Feskens dat met een
leefstijlverandering vijf tot tien procent vermindering van het
lichaamsgewicht valt te bereiken en dat dat al een gunstig effect
heeft op het metabole syndroom. Feskens: âBijna iedereen wil meer
afvallen en het liefst terug naar maatje 36. Het is goed om je te
realiseren dat dat vaak niet kan en ook niet hoeft.â
Aanleg
Een interessant fenomeen, aldus Feskens, is dat een kwart van de dikke
mensen geen risicofactoren bij zich dragen en dus âmetabool gezondâ
zijn. In haar oratie gebruikt ze als metafoor de dikkerds uit de strip
Asterix: stamhoofd Heroïx, met klachten, en Obelix, juist zonder.
Wellicht heeft de moeder van Obelix hem wel de dikke genen meegegeven
maar niet die voor hoge bloeddruk of diabetes. Factoren die een rol
spelen bij de genetische aanleg zijn nog nauwelijks goed in beeld en
behoeven volgens de hoogleraar verdergaand onderzoek. Wel stelt ze dat
genetische aanleg niet betekent dat het metabole syndroom
onontkoombaar is en dat ook voor deze mensen geldt dat met een gezond
leefpatroon diabetes kan worden uitgesteld of zelfs voorkomen.