Toezegging AO-blauwtong dd 6-11-2008 inzake BT
12 november 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister aangeeft wat de mogelijkheden zijn voor
financiële steun aan exporteurs uit het Borgstellingfonds voor de
Landbouw, naar aanleiding van de uitbraak van nieuwe types blauwtong.
Meer informatie
* Toezegging AO-blauwtong dd 6-11-2008 inzake BT
Kamerstuk | 12-11-2008 | PDF-Document, 69 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg met de vaste Kamercommissie voor LNV van donderdag
6 november 2008, heb ik toegezegd in verkennende zin na te gaan of en zo ja welke
mogelijkheden het Borgstellingfonds voor de Landbouw (BF) heeft om een oplossing te
bieden voor de financiële problemen die mogelijk ontstaan bij de exporteurs van levend
fokvee, nu deze export als gevolg van blauwtong serotype 6 uitbraak geheel is komen stil
te liggen. Ook ga ik in op uw verzoek om na te gaan welke maatregelen bij voorgaande
ziekte-uitbraken zijn genomen. Ten slotte informeer ik u middels deze brief over het
advies van het Europese expertteam over de situatie met betrekking tot blauwtong
serotype 6 (BTV 6) en de huidige stand van zaken met betrekking tot dit serotype.
Borgstellingsfonds voor de landbouw
Het BF heeft ten doel een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de landbouw.
Daartoe staat het Fonds garant voor terugbetaling door de landbouwonderneming van
een lening die een bank heeft verstrekt voor een investering. In 2001 bij de uitbraak van
mond- en klauwzeer heeft de minister aan het bestuur van het BF gevraagd om landbouwondernemingen
die een borgstelling hadden, extra uitstel van aflossingen te geven
bovenop de bestaande mogelijkheid van 2 jaar van uitstel van aflossingen. Aan het BF is
voor de extra kosten 1 miljoen euro toegezegd. Het bestuur heeft hierin toegestemd.
Aangezien de MKZ-crisis ook gevolgen had voor het Midden- en Kleinbedrijf heeft destijds
de minister van EZ ook een dergelijke maatregel getroffen voor de borgstellingsregeling
voor het Midden- en Kleinbedrijf (BBMKB).
Voor de vee-exporteurs kan het BF geen oplossing bieden: het BF kan alleen borg staan
voor leningen aan primaire landbouwondernemingen.
Andere ondernemingen kunnen in aanmerking komen voor borgstelling op basis van de
BBMKB, mits zij uiteraard aan de voorwaarden van het besluit voldoen. De BBMKB wordt
uitgevoerd door de banken.
Noodfonds (Stichting Fonds MKZ en AI)
Bij de uitbraak van mond- en klauwzeer in 2001 is het Noodfonds MKZ opgericht. Het werd
opgericht om bedrijven tegemoet te komen die in continuïteitsproblemen kwamen als
rechtstreeks gevolg van overheidsmaatregelen om de dierziekte te bestrijden en die op
eigen kracht geen uitweg konden vinden, maar in principe wel levensvatbaar waren. De
overheid heeft daartoe destijds middelen in het Noodfonds gestort. Van het Noodfonds
konden zowel bedrijven in de landbouwsector als bedrijven buiten de landbouw gebruik
maken: in de periode 2001-2003 maakten 82 bedrijven in de landbouwsector en 50
bedrijven buiten de landbouw (onder meer vervoer en andere MKB-bedrijven) gebruik van
de maatregel. In 2003 is bij de uitbraak van de vogelpest dit Noodfonds uitgebreid en
konden ook bedrijven die in de problemen kwamen door deze ziekte een beroep doen op
het Noodfonds. Hiervan maakten 224 bedrijven in de landbouw en 8 niet-landbouwbedrijven
gebruik, waarvan 2 vervoersbedrijven.
In het kader van de doorlichting van de ZBO's in verband met de invoering van de
kaderwet ZBO heb ik besloten het Noodfonds op te heffen omdat de taken nagenoeg zijn
afgerond.
Hoewel mij tot nu toe niet is gebleken dat er op dit moment bedrijven zijn die in
continuïteitsproblemen zijn, ben ik bereid een vergelijkbare maatregel te treffen voor dit
soort situaties. Het is dan mogelijk om, als er zich een ziekte voordoet en de overheid
genoodzaakt is om maatregelen te treffen waardoor bedrijven die op zich wel
levensvatbaar zijn doch als rechtstreeks gevolg van die maatregelen in
continuïteitsproblemen komen, de maatregel van toepassing te verklaren. Een dergelijke
maatregel valt onder het begrip staatssteun en zal door de Europese Commissie moeten
worden getoetst
Steunmaatregelen in andere EU-lidstaten voor vee-exporteurs
Ik heb mijn landbouwattachés laten inventariseren of er in andere EU-landen steunmaatregelen
beschikbaar zijn voor bedrijven die zijn getroffen door blauwtong. Uit de
reacties blijkt dat in geen van de Europese landen de vee-exporteurs financieel worden
ondersteund voor de gevolgen van blauwtong. In België bestaat een regeling waarbij
zelfstandigen in nood uitstel dan wel afstel van sociale bijdragen kunnen krijgen.
Werktijdverkorting
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan - in geval van buitengewone
omstandigheden, die niet tot het normale ondernemersrisico behoren (calamiteiten) -
gedurende maximaal 24 weken voor bepaalde werknemers of groepen werknemers een
ontheffing van het verbod op werktijdverkorting verlenen (zogenoemde wtv-verlening).
Werkgevers dienen hiervoor een vergunning aan te vragen bij SZW. Er dient gedurende
minimaal 2 en maximaal 24 weken sprake te zijn van een verminderde bedrijvigheid van
ten minste 20%. Een ontheffing wordt voor een periode van ten hoogste 6 weken verleend
en kan 3 keer worden verlengd. Als tegen het einde van de 24 weken periode blijkt, dat de
verminderde bedrijvigheid - tegen de verwachting in - niet voldoende is hersteld, kan de
ontheffing nog één keer worden verlengd mits herstel in die periode is gegarandeerd
(maximaal 30 weken werktijdverkorting).
Als werktijdverkorting wordt verleend, kan de werkgever voor zijn werknemers een WWuitkering
voor de niet-gewerkte uren aanvragen.
In het verleden is al besloten om gehele of gedeeltelijke stillegging van productie,
verwerking en/of vervoer van al dan niet besmette dieren als gevolg van overheidmaatregelen
in het kader van de dierziekte blauwtong variant 8 als een buitengewone
omstandigheid te zien die niet tot het normale ondernemingsrisico behoort en daarmee in
aanmerking kwam voor werktijdverkorting. Enkele bedrijven hebben in verband met
blauwtong variant 8 gebruik gemaakt van werktijdverkorting.
De minister van SZW beschouwt de uitbraak van blauwtong variant 6 als een nieuwe
situatie, waarvoor werktijdverkorting kan worden aangevraagd. De periode van 24 weken
begint hierdoor opnieuw.
De bestaande regeling voor werktijdverkorting kan niet worden vereenvoudigd c.q.
verdubbeld. De werktijdverkorting heeft een tijdelijk karakter en dient niet voor het
oplossen van langdurige problemen.
Expert team
Van woensdag 5 tot vrijdag 7 november heeft een EU blauwtong deskundigen team een
bezoek gebracht aan Nederland om de situatie rond blauwtong serotype 6 te beoordelen.
Het team bestond uit twee Europese experts, waarbij zich op vrijdag een vertegenwoordiger
van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Duitse
veterinaire autoriteit hebben gevoegd.
Op hoofdlijnen heeft de expertgroep de volgende conclusies getrokken.
1. De beschikbare informatie suggereert dat het virus zeer waarschijnlijk afkomstig is
van het verzwakte vaccinvirus dat Zuid-Afrika gebruikt voor de productie van
verzwakte vaccins. Verder onderzoek van het genetische profiel van het virus is
nodig om met zekerheid te kunnen zeggen dat het om het verzwakte vaccinvirus
gaat.
2. De herkomst van het vaccinvirus blijft vooralsnog onbekend en wordt nog
onderzocht.
3. De mate van verspreiding moet verder onderzocht worden. Het gebied
waarbinnen verspreiding heeft plaatsgevonden is vrij groot voor een vaccinvirus.
4. Verder onderzoek is nodig naar de karakteristieken van dit vaccinvirus, om vast te
stellen dat het echt gaat om een verzwakt vaccinvirus, en niet een veldvirus of een
vaccinvirus dat aan kracht gewonnen heeft.
5. De maatregelen die Nederland genomen heeft zijn effectief om verdere
verspreiding van het virus tegen te gaan.
Indien door alle aanvullende onderzoeken aannemelijk wordt dat het om een vaccinvirus
gaat kan ik in Brussel voorstellen de maatregelen op te heffen. Als het virus dezelfde
eigenschappen heeft als een veldvirus zal deze situatie worden behandeld zoals de
uitbraak met type 8. Dit betekent dat het regime van de Europese richtlijn en de
verordening over blauwtong wordt gevolgd. Welk scenario van toepassing zal zijn is op
dit moment nog niet bekend. De resultaten van de verschillende onderzoeken worden in
de loop van november en december verwacht.
Stand van zaken
Op 10 november zijn twee nieuwe gevallen van BTV6 geconstateerd. Eén daarvan in
Hollandsche Rading (net buiten het insluitingsgebied bij Utrecht). Het andere dier komt
van een bedrijf in Basse (nabij Steenwijk) maar staat sinds zes weken op een exportverzamelstal
in Leeuwarden. Bij beide gevallen gaat het om één dier. Naar aanleiding van
deze constatering heb ik op 10 november het insluitingsgebied uitgebreid.
Alleen Zeeland, Limburg, een deel van Brabant en een deel van Zuid-Holland vallen buiten
het insluitingsgebied en blijven beperkingsgebied. De maatregelen die gelden in het
insluitingsgebied, respectievelijk het beperkingsgebied blijven inhoudelijk ongewijzigd.
Ten slotte heeft Duitsland vandaag gemeld dat het vijf nieuwe gevallen van blauwtongvirus
type 6 heeft vastgesteld in de buurt van de reeds bekende gevallen.
Het is nog niet bekend of het Duitse insluitingsgebied op basis van deze bevindingen
aangepast wordt. Zoals ik ook tijdens het AO Blauwtong heb aangegeven, wil ik nogmaals
onderstrepen dat er een goede afstemming en samenwerking is met de Duitse
autoriteiten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit