Hemodynamica van pulmonale hypertensie
* Startdatum10-11-2008
* Tijd15.45
* LocatieAula
* TitelHemodynamics of pulmonary hypertension. A model-based
analysis
* PlaatsAula
* SprekerJ.W. Lankhaar
* Promotorprof.dr. P.E. Postmus prof.dr. N. Westerhof
* OnderdeelVU medisch centrum
* WetenschapsgebiedMedisch
* EvenementtypePromotie
Een bijzondere eigenschap van de bloedvaten in de longen maakt
misschien in de toekomst een hartcatheterisatie (het middels een
katheter en contrastvloeistof in kaart brengen (anginiografie) van de
kransvaten van het hart) voor patiënten met pulmonale hypertensie
(abnormale verhoging van de bloeddruk in de longen) overbodig volgens
promovendus Jan-Willem Lankhaar. Patiënten met pulmonale hypertensie
hebben een hoge bloeddruk in de longslagader. De oorzaken kunnen
divers zijn maar de klachten zijn meestal hetzelfde en tamelijk
algemeen. Omdat de longslagader alleen via het hart bereikbaar is is
een hartcatheterisatie vereist voor het stellen van de diagnose. Voor
de patiënt is dit een erg ingrijpend onderzoek.
In het onderzoek van Lankhaar naar het nut van wiskundige modellen
voor het vaststellen van de oorzaak van pulmonale hypertensie en het
volgen van de behandeling constateerde hij dat de weerstand die bloed
in de longen ondervindt sterk samenhangt met de elasticiteit van de
longvaten. Deze bijzondere eigenschap is voor patiënten en gezonde
personen gelijk en wordt niet noemenswaardig beïnvloed door
behandeling. Juist deze algemene geldigheid biedt aanknopingspunten
voor verder onderzoek naar het vaststellen van de bloeddruk zonder
hartcatheterisatie. In plaats van een hartcatheterisatie zou dan een
MRI-scan of echocardiogram voldoende zijn om de elasticiteit van de
longslagader en de bloedstroom te schatten waarna de druk met een
wiskundig model afgeleid kan worden.
Helemaal zonder hartcatheterisatie de diagnose stellen is voorlopig
nog toekomstmuziek maar voor het volgen van behandeling en voor het
selecteren van kandidaten voor hartcatheterisatie biedt het gevonden
verband al op korte termijn perspectief.
Vrije Universiteit Amsterdam