Lagere overheden betreuren afwijzing van arbitragevoorstel door minister Bos
10-11-2008
De lagere overheden betreuren het dat het Rijk hun voorstel voor
arbitrage heeft afgewezen in het verschil van mening over de procedure
die de lagere overheden voeren tegen het IJslandse Landsbanki.
De lagere overheden hebben in oktober beslag laten leggen op
bezittingen van Landsbanki om daarmee een deel van het geld dat daar
in depositos gestald was terug te kunnen krijgen. Met een Koninklijk
Besluit vernietigt het Rijk nu het besluit van de lagere overheden om
een volgende stap te zetten bij het terughalen van die gelden.
Feitelijk wordt de rechtsgang van lagere overheden door het Rijk nu
onmogelijk gemaakt.
Vanuit hun verantwoordelijkheid om het geld voor de belastingbetaler
terug te halen hebben de lagere overheden, in oktober in diverse
Europese landen beslag gelegd op bezittingen van Landsbanki. Het Rijk
vraagt de lagere overheden nu deze gunstige juridische positie op te
geven, en gebruikt daarbij twee argumenten. Het eerste argument is dat
de lagere overheden willen voorkruipen ten koste van de kleine
spaarders. Het tweede argument is dat de onderhandelingen tussen
Nederland en IJsland hierdoor worden gefrustreerd. Die voorstelling
van zaken is onjuist.
Geen sprake van voorkruipen
De lagere overheden stonden door hun snelle, door het Rijk
geaccepteerde actie, al vooraan en kruipen dus niet voor. Bovendien
zullen de kleine spaarders tot 100.000 geen schade lijden, aangezien
ze vallen onder een garantieregeling van de Nederlandse staat. Dat
betekent dus dat de kleine spaarders geen enkel risico lopen met de
procedure die de lagere overheden hebben gestart.
Het Rijk vraagt de lagere overheden nu of ze achteraan willen sluiten,
maar die willen dat alleen onder bepaalde voorwaarden. In hun voorstel
aan het Rijk hebben de lagere overheden gevraagd om een onafhankelijk
bemiddelaar, die eerst kan vaststellen of er sprake is van schade door
het opgeven van hun juridische positie. Vervolgens kan die bemiddelaar
vaststellen hoe hoog die schade is. Dit voorstel is door het Rijk van
de hand gewezen. Wat het Rijk daar tegenover stelt is niet meer dan
waar de lagere overheden volgens de IJslandse wet toch al recht op
hebben.
De vertegenwoordigers van de gedupeerde overheden die vandaag overleg
voerden, hebben unaniem besloten hun colleges te adviseren om dit
voorstel van het Rijk niet te aanvaarden. Zij zijn zich er allemaal
van bewust dat het Rijk heeft aangekondigd de procesgang door middel
van een Koninklijk Besluit te stoppen. Daarmee belemmert het Rijk
verdere juridische stappen van de lagere overheden. De
vertegenwoordigers van de lagere overheden zullen a.s. dinsdag hun
colleges adviseren om tegen dit KB op te komen bij de bestuursrechter.
Zij blijven echter bereid om deze zaak in arbitrage te laten
beoordelen wanneer het Rijk daarmee instemt.
Gescheiden trajecten
Ook het argument dat de acties onderhandelingen met IJsland frustreert
klopt niet. De acties van de lagere overheden zijn gericht tegen
Landsbanki (niet tegen IJsland) en staan daarmee los van de
onderhandelingen die het Rijk voert met IJsland. Die onderhandelingen
gaan over de vraag of IJsland bereid is van Nederland een lening te
accepteren van 1,3 miljard euro teneinde daarmee betalingen te
verrichten aan Nederlands spaarders. Vanzelfsprekend wil minister Bos
zoveel mogelijk van het door hem voorgeschoten geld terug naar
Nederland krijgen, tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Daarover
onderhandelt hij. De positie van de lagere overheden ten opzichte van
Landsbanki heeft daar niets mee te maken.
Partijen
De gezamenlijke actie wordt gevoerd door de volgende lagere overheden:
Gemeenten Alphen aan den Rijn, Amstelveen, Asten, Dordrecht, Goes,
Naarden,
Opmeer, Pijnacker-Nootdorp, Texel, Veere, Woudenberg, Zundert, GR
Drechtsteden (Dordrecht + zes gemeenten), Provincie Noord-Holland,
SaBeWe (Samenwerking Belasting en Waarderen; GR Goes + twee
gemeenten) en het Waterschap Roer en Overmaas.
Provincie Noord-Holland