Kamervragen over biobrandstoffen uit Maleisië
07 november 2008 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister meldt dat
zij heeft gesproken met de Maleisische minister van Plantations,
Industries en Commodoties over duurzame productie van grondstoffen.
Meer informatie
* Kamervragen over biobrandstoffen uit Maleisië
Kamerstuk | 07-11-2008 | PDF-Document, 56 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, de antwoorden toekomen op de vragen over biobrandstoffen uit Maleisië,
die op 8 oktober jl. zijn ingezonden door het lid Van der Ham (D66).
1
Bent u bekend met de uitspraak van de Maleisische minister van plantages, de heer Chin
over de Nederlandse minister van Landbouw: "Ze liet me weten dat Nederland de door ons
gehanteerde criteria voor de productie van biobrandstoffen accepteert. Verburg ziet
Maleisië als een producent van duurzame palmolie. Dat is goed nieuws. Want dat maakt
Nederland tot een belangrijk afzetgebied voor onze palmolie. Bovendien heeft uw minister
mij beloofd dat zij onze producten in de EU zal verdedigen. Wij zijn het eerste land ter
wereld dat gecertificeerde duurzame palmolie kan leveren voor gebruik voor biomassa
waarmee duurzame energie opgewekt kan worden. De Europese Unie wil dat er extra
waarborgen komen voor het gebruik van palmolie als biomassa. Maar dat is onzin. Uw
minister van Landbouw begrijpt dat. Ons certificaat garandeert de duurzaamheid al.
Waarom dan extra regels?"
Neen.
2
Weerspiegelt deze uitspraak de inzet van de Nederlandse regering ten aanzien van het
gebruik van palmolie? Kan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
toelichten wat er in het gesprek met de Maleisische minister is omgegaan?
Neen.
Ik heb met de Maleisische minister Chin van Plantations, Industries and Commodities
gesproken over de duurzame productie van grondstoffen in algemene zin, over de invoer
van duurzaam geproduceerde palmolie en over het EU Actieplan Forest Law Enforcement,
Governance and Trade (FLEGT) gericht op bestrijding van de handel in illegaal hout.
Palmolie is tijdens het gesprek alleen aan de orde geweest in het kader van de Round
Table On Sustainable Palmoil (RSPO).
Ik heb mijn waardering uitgesproken voor het Round Table proces en waardering uitgesproken
voor de eerste gecertificeerde plantage. In het gesprek zijn de eisen van de
Europese Unie aan de orde geweest, waarbij ik heb aangegeven dat mijn inzet is om de
implementatie en uitvoering van de duurzaamheidscriteria te laten aansluiten bij
duurzaamheidsinitiatieven, zoals de RSPO. Daarbij moet uiteraard wel bezien worden
hoe de RSPO zich verhoudt tot de Europese regels. Ik heb in het gesprek aangegeven voorstander
te zijn van een stap voor stap benadering.
3 en 4
Hoe staat het met het uitgangspunt van de Nederlandse regering om alleen in te zetten op
de volgens de Cramer-criteria duurzame biomassa? Voldoen de Maleisische biobrandstoffen
aan de Cramer-criteria?
Bent u voornemens om u binnen Europa sterk te maken voor extra waarborgen voor het
gebruik van palmolie als biomassa? Kunt u uw antwoord hierop toelichten?
Voor alle Europese lidstaten, dus ook voor Nederland, is straks bepalend wat in Europees
kader ten aanzien van de duurzaamheid van biobrandstoffen en andere biovloeistoffen
voor energiedoeleinden afgesproken wordt. Het gaat daarbij om het voorstel van de
Europese Commissie van begin dit jaar voor een richtlijn hernieuwbare energie als
onderdeel van het klimaat- en energiepakket.
Voor de inzet van het kabinet in de Europese onderhandelingen zijn de Cramer-criteria
leidend. Deze onderhandelingen hebben geleid tot aanscherpingen van het voorstel van
de Commissie. Duidelijk is echter dat het niet mogelijk is de Cramer-criteria letterlijk in
Europese regelgeving om te zetten. Het is niet mogelijk alle criteria te concretiseren in
eisen op bedrijfsniveau. Voorts moeten de duurzaamheidscriteria op WTO-conforme wijze
geborgd worden.
Over het voorstel wordt nu informeel met het Europees Parlement overlegd, waarbij alle
partijen ernaar streven nog dit jaar tot een akkoord in eerste lezing te komen. Inhoudelijk
bevat het voorstel, zoals het nu gevorderd is, eisen ten aanzien de broeikasgasemissies in
de keten, bescherming van biodiversiteit en bescherming van koolstofvoorraden in de
bodem. Voorts is voorzien dat er gerapporteerd gaat worden over lokale milieu-aspecten,
sociale aspecten en of gedegradeerde gronden gebruikt zijn bij de teelt van gewassen
voor biobrandstof. Wat betreft de zogeheten indirecte effecten, zoals concurrentie met
voedsel, is in het richtlijnvoorstel een periodieke rapportage van de Europese Commissie
aan de Raad en het Europarlement voorzien. Dit is in lijn met hetgeen is aangegeven in
het Cramer-rapport.
5
Bent u bereid om in navolging van de "Memorandum of Understanding" met Brazilië over
duurzame bio-ethanol iets soortgelijks te bewerkstellingen voor Maleisië? Zo ja, waarom
wel? Zo neen, waarom niet?
De minister van VROM heeft in december 2007 een bezoek gebracht aan Maleisië. Met
minister Chin is afgesproken dat onafhankelijk onderzoek verricht zal worden naar de
uitstoot van broeikasgassen in relatie tot de cultivering van veengronden.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
7 november 2008 IZ. 2008/2065 3
Daartoe is een bilateraal comité opgericht, het zogenaamde Joint Committee on Carbon
Emission (JCCE). Dit comité is voor de eerste keer in juli jl. bij elkaar gekomen. Tijdens de
reis van de minister van VROM en tijdens de vergadering van het comité is ook gesproken
over indirecte effecten en de monitoring hiervan.
Het is niet de bedoeling om een MoU met Maleisië op te stellen. Momenteel richt de
samenwerking zich op de twee genoemde onderwerpen te weten broeikasgassen en
indirecte effecten. Dit zijn de onderwerpen die nog ontbreken in de RSPO. De huidige
afspraken bieden voldoende kader voor de samenwerking.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit