4. Antwoorden op kamervragen van Van Gerven en Leijten over het
verkopen van vastgeod door zorginstellingen
Antwoorden op kamervragen van Van Gerven en Leijten over het verkopen van
vastgeod door zorginstellingen
Kamerstuk, 7 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMC-K-U-2886049
7 november 2008
Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van de
Kamerleden Van Gerven en Leijten (beiden SP) over het verkopen van
vastgoed door zorginstellingen (2080902360).
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen vande Kamerleden Van Gerven en Leijten over
het verkopen van vastgoed door zorginstellingen (2080902360).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel "Villa's op grond van de
Zorginstellingen"? 1)
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van dit artikel. In dit soort situaties gaat het
om zorginstellingen die in het bezit zijn van grond, die een betere
benutting kan krijgen dan tot dusver het geval is geweest. De
opbrengst van de verkoop van grond moet worden besteed aan de zorg.
Dit is geregeld in het voorschrift dat aan alle WTZi-toelatingen is
verbonden betreffende het behoud van waarde van onroerende zaken voor
zorg. Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) houdt daar toezicht
op.
Vraag 2
Onderkent u het gevaar dat het vooral zeer gefortuneerden zijn die
straks de terreinen bewonen waar nu verstandelijk gehandicapten en
andere bewoners van zorginstellingen wonen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
Nee, er is geen sprake van dat nieuwe bewoners de huidige bewoners van
zorginstellingen verdringen.
Het Volkskrantartikel legt de nadruk op de bouw van woningen in het
hoogste segment. In het onderhavige geval gaat het om 78 villa's, met
een vanafprijs van 700.000 euro. Maar dat is slechts een klein deel
van de nieuwbouw. Naast de genoemde villa's worden er ook bijna 300
woningen gerealiseerd met een vanafprijs van 250.000 euro. Tot slot
worden er in de wijk nog 150 huurwoningen voor de sociale sector
gebouwd. Het complete scala aan nieuwbouwwoningen heeft dus een
normaal karakter.
Vraag 3
Is het waar dat patiënten de dupe zijn van de vastgoedambities van
directies omdat patiënten en hun vertegenwoordigers niets wordt
gevraagd en zich niet kunnen verweren zoals Kansplus, de landelijke
vereniging van verstandelijk gehandicapten en hun familieleden stelt?
Antwoord 3
Nee. In het onderhavige geval zijn alle plannen uitvoerig besproken
met cliënten en cliëntvertegenwoordigers. De angst dat cliënten de
dupe zouden zijn van vastgoedambities is op grond van de informatie
waarover ik beschik niet terecht. Het is juist de bedoeling dat
zorginstellingen zakelijker omgaan met de onroerende zaken waarover
zij beschikken. Bij transacties met onroerende zaken moet de opbrengst
bestemd worden voor zorg. In het onderhavige geval zijn er voordelen
voor de cliënten. Naast de voordelen van wonen in een 'normale'
woonwijk (contact met niet-gehandicapten / deelname aan samenleving),
krijgen ze de beschikking over betere voorzieningen en modernere
woningen met up to date faciliteiten.
Vraag 4
Zijn de belangen van de patiënten met de huidige wetgeving, waarbij de
instellingen steeds meer vrijheid krijgen inzake huisvesting, wel goed
geborgd? Is de inspraak voldoende gewaarborgd? Zo ja, kunt u dit
toelichten?
Antwoord 4
Met de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) is geborgd
dat cliënten of hun persoonlijke vertegenwoordigers via de
cliëntenraad invloed kunnen uitoefenen op besluiten die de
persoonlijke levensfeer en de kwaliteit van leven raken. De
cliëntenraad kan ook adviseren bij een voorgenomen verhuizing of
ingrijpende verbouwing.
Vraag 5
Hoe gaat u de rechtspositie van patiënten verbeteren zodat ze
volwaardig tegenspel kunnen bieden?
Antwoord 5
In de brief aan uw Kamer van 23 mei 2008 over patiënten- en
cliëntenrechten (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 476, nr. 1)
heb ik aangegeven hoe we de positie van patiënten- en cliënten op dit
punt gaan versterken. Op 23 oktober jl. heb ik met uw Kamer over dit
onderwerp gedebatteerd.
Vraag 6
Vindt u de toenemende trend van zorginstellingen om vastgoed te
verkopen waarbij er per saldo minder grond en ruimte beschikbaar
blijft voor de zorg en huisvesting van patiënten, niet zorgelijk? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, zie het antwoord op vragen 1 en 2.
Vraag 7
Is hier geen sprake van een onverantwoorde uitverkoop van met
belastinggeld en premiegelden opgebracht tafelzilver door de
instellingen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, zie het antwoord op vraag 1. De opbrengst komt volledig ten goede
aan de zorg.
Vraag 8
Wie toetst, wanneer de rol van het College Bouw is uitgespeeld, of de
vastgoedtransacties en bouwplannen van zorginstellingen niet in strijd
zijn met het maatschappelijk belang?
Antwoord 8
Aangezien instellingen meer risico gaan lopen over leegstand van hun
vastgoedvoorraad, wordt de noodzaak om goed na te denken over wie zij
bedienen en welke vraag deze groep cliënten heeft op zorg- en
huisvestinggebied uitermate belangrijk.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 toetst het CSZ of voldaan
wordt aan het voorschrift dat aan alle WTZi-toelatingen is verbonden,
namelijk dat de marktwaarde is verkregen en de opbrengst volledig moet
worden besteed aan de zorg. Het College Bouw Zorginstellingen speelt
hierbij geen rol.
Vraag 9
Dient er niet een maatschappelijk belangentoets te komen bij
dergelijke transacties? Zo neen, waarom niet? Welke rol acht u hier
weggelegd voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg?
Antwoord 9
Het is de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en de Raad van
Toezicht van de zorginstelling om bij belangrijke besluiten de
maatschappelijke belangen mee te wegen. De door u gewenste
maatschappelijke belangentoets hoort daar thuis. Daarbij moet
tenminste voldaan zijn aan de vereisten uit de Wmcz.
Vraag 10
Hoe schat u het risico in dat, wanneer winstoogmerk in de zorg in de
toekomst zou worden toegestaan, winstbejag bij vastgoedtransacties
gaan prevaleren boven het maatschappelijk belang?
Antwoord 10
De opbrengst van de verkoop van onroerende zaken moet worden besteed
aan de zorg. Dit is geregeld in het voorschrift dat aan alle
WTZi-toelatingen is verbonden betreffende het behoud van waarde van
onroerende zaken voor zorg. Het College Sanering Zorginstellingen
(CSZ) houdt daar toezicht op. Het al dan niet toestaan van een
winstoogmerk doet niets af aan bovengenoemde verplichting.
Ik kom op een later moment richting uw Kamer terug op het onderwerp
winstoogmerk in de zorg. Ik wil de voorbereiding van de discussie met
uw Kamer daarover op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Tot die tijd
neem ik in deze geen verdere stappen.
Vraag 11
Hoe verhouden zich dergelijke ontwikkelingen met de plannen voor het
scheiden van wonen en zorg? Wat betekent dit voor toekomstige bewoners
op de terreinen van zorginstellingen? Blijven voor hen het wonen,
hetzij via huur hetzij via koop betaalbaar? Blijven alle woonvormen
voor patiënten toegankelijk onafhankelijk van hun inkomen? Zo neen,
hoe gaat u dit waarborgen?
Antwoord 11
Scheiden van wonen en zorg komt er op neer dat de wooncomponent in
huidige intramurale voorzieningen niet langer uit de AWBZ wordt
betaald. Over scheiden van wonen en zorg wordt sinds jaren nagedacht
met het oog op het vergroten van de diversiteit van wonen en het
verruimen van het keuzeaanbod en de keuzemoglijkheden voor cliënten.
Andere elementen in die ontwikkeling zijn het volledig pakket thuis en
de totstandkoming van integrale zzp's (waarmee het afschaffen van het
bouwregime samenhangt).
Al deze beleidsontwikkelingen moeten er uiteindelijk toe leiden dat
cliënten meer keuzes kunnen maken ten aanzien van waar ze de zorg
willen ontvangen. Dat kan betekenen dat ze langer zelfstandig blijven
wonen (in een eigen woning of door zelf hun woonruimte te huren, beide
eventueel op het terrein van een zorginstelling), maar het zal ook
gaan betekenen dat het woonareaal van de intramurale zorg aan
verandering onderhevig zal zijn in de komende jaren.
In de uitwerking van de brief "Zorg voor nu en later" zal hier nader
op worden ingegaan. Daarbij zullen de inkomenseffecten van een
dergelijke beleidsontwikkeling nadrukkelijk worden betrokken.
Overigens is de NZa op mijn verzoek bezig te onderzoeken welke
vergoeding van kapitaallasten in de ZZP's noodzakelijk is vanaf 2011
en in diens werkzaamheden betrekt de NZa tevens de uitgangspunten van
scheiden van wonen en zorg.
1)
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1074150.ece/Villa_s_op_gron
d_van_de_zorginstelling
de Volkskrant, 4 oktober 2008
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport