Inspectie voor de Gezondheidszorg
Toezicht op gebouwkwaliteit: nieuw maar niets nieuws
Toespraak van Gerrit van der Wal, Inspecteur-generaal voor de
gezondheidszorg tijdens het congres Zorg en Bouw op 30 september.
Dames en Heren,
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft er een nieuwe
toezichthoudende taak bij gekregen. Niet omdat wij te weinig te doen
hebben.
Zoals u allen weet is in de cure per 1 januari 2008 het bouwregime
volgens de WTZi vervallen. De care volgt op 1 januari 2009. Er komt
hiermee een einde aan het vergunningensysteem in de bouw.
In plaats van toetsing bij herbouw en nieuwbouw vóóraf door het
College Bouw, toetst de inspectie achteraf aan de hand van veldnormen-
of als u wilt referentiekader.
De inspectie gaat dus toezicht houden op gebouwkwaliteit van
zorginstellingen. Ons toezicht richt zich alléén op die aspecten van
gebouwen die invloed hebben op de kwaliteit en veiligheid van de
directe patiëntenzorg. Het andere toezicht op gebouwen blijft zoals
het was. Zo houden gemeentes het bouw- en woningtoezicht. En blijft de
brandweer toezicht houden op de brandveiligheid.
Deze verandering is het gevolg van de liberalisering van het
zorgstelsel. Zorginstellingen hebben in het nieuwe zorgstelsel steeds
meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Oud topman van Philips, Wisse Dekker, zei het al in 1987: als er meer
markt in de zorg wordt geïntroduceerd, dan moet de kwaliteit van zorg
expliciet bewaakt worden. Deze uitspraak geldt nog steeds, of geldt
zelfs nu nog meer. Marktwerking moet zorgen dat de kwaliteit van zorg
verbeterd wordt. Het mag niet tot achteruitgang van de kwaliteit van
zorg leiden.
Elke patiënt heeft recht op verantwoorde zorg. Concurrentie op prijs
is prima, maar niet ten koste van de kwaliteit en patiëntveiligheid.
Dit geldt zeker ook voor de kwaliteit van gebouwen, met name als
zorginstellingen zelf de financiële consequenties moeten dragen van
hun bouw- en verbouwbeslissingen. Er is dan immers het risico dat
raden van bestuur bij financiële problemen de urgente problemen van
vandaag voorrang geven boven de belangrijke zaken voor de toekomst.
Uitstel van noodzakelijk onderhoud, verbouw of nieuwbouw in het belang
van kwaliteit of veiligheid, levert dan immers winst op op korte
termijn, maar is zeer risicovol op de langere termijn. Een dergelijke
situatie speelt wel zeer actueel in de IJsselmeerziekenhuizen.
De inspectie ziet er op toe dat de zorg verantwoord is. Graag wil ik
uiteenzetten hoe de inspectie dit gaat doen voor de gebouwkwaliteit
van zorginstellingen en ook wat uw rol daarin wordt.
Maar eerst wil ik inzoomen op het werk van de inspectie.
Wat is onze missie? Hoe werken wij? En welke methoden gebruiken we
daarbij?
Voor sommigen van u is dit gesneden koek, maar voor de meesten van u
niet.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht op ruim 800.000
zorgprofessionals en 3000 instellingen achter meer dan 60.000
adressen. Dit is een omvangrijk werkveld. De inspectie houdt met name
risico gestuurd toezicht.
Dit betekent dat we daar toezicht houden, waar risico's de kwaliteit
en veiligheid van zorg het meest bedreigen. We kijken waar de grootste
risico's voor de patiënt zitten.
Ons doel is de zorg veiliger maken. In het meerjarenbeleidsplan van de
inspectie hebben wij het vergroten van de veiligheid voor patiënten
opgenomen als topprioriteit. Ik vind dat burgers moeten kunnen
vertrouwen op de kwaliteit en de veiligheid van zorg.
De inspectie vertrouwt op haar beurt de zorgaanbieders. De algemene
inspectiefilosofie is dat de zorgaanbieder zélf verantwoordelijk is
voor de kwaliteit van de zorg die hij levert. We gaan ervan uit dat
deze de intrinsieke motivatie heeft om verantwoorde zorg te leveren.
Als dit niet gebeurt, grijpen we in.
De inspectie gebruikt verschillende toezicht methoden om haar doel te
bereiken. De belangrijkste methoden zijn het gefaseerd toezicht,
thematisch toezicht en incidententoezicht.
Incidententoezicht is een reactieve manier van toezicht houden. Wij
doen dan onderzoek op basis van meldingen van calamiteiten.
Bijvoorbeeld een zuurstofbrand in de OK.
Meer proactief zijn het thematische en gefaseerde toezicht. Het
thematische toezicht zetten we in om een algemeen beeld te krijgen in
specifieke sectoren van de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld de
bereikbaarheid in de huisartspraktijk.
Het gefaseerde toezicht is een methodiek waarbij we eerst bepalen waar
zich risico's bevinden die de kwaliteit van zorg kunnen ondermijnen.
We doen dat in toenemende mate met behulp van indicatoren. Daarna
brengen we via inspectiebezoeken of handhavingsmaatregelen de
zorgaanbieder tot kwaliteitsverbetering.
De ziekenhuizen bezoeken we tot nu toe periodiek; in de verpleeg- en
verzorgingshuizen een selectie van instellingen die hoog scoren op de
risico-indicatoren. In deze sectoren is al vrij veel ervaring opgedaan
met deze methodiek, in andere sectoren is het gefaseerd toezicht nog
sterk in ontwikkeling. Zoals bij medische technologie en in de
gehandicaptensector.
De inspectie toetst in haar toezicht of zorgaanbieders zorg verlenen
volgens de geldende regels en normen. Voor haar toezicht heeft de
inspectie dus normen nodig. Ik kan het ook anders stellen: zonder
normen geen toezicht.
Maar hoe komt de inspectie aan haar toezichtsnormen? Deze komen voort
uit wetgeving.
De inspectie houdt toezicht op zo'n 25 wetten. Deze wetten beschrijven
de regels en normen waaraan zorgaanbieders zich moeten houden.
Het is de bedoeling geweest van de wetgever dat zorgaanbieders zelf
invulling geven aan deze wetten. Zij moeten zelf veldnormen opstellen
die gebaseerd zijn op wetgeving. En dat kan ook: zorgaanbieders hebben
immers zelf de benodigde expertise in huis. De inspectie toetst
vervolgens of de veldnormen zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Dus of
ze bijvoorbeeld niet oneigenlijk beïnvloed zijn door financiële
belangen. Ook toetsen wij of de veldnormen breed gedragen worden door
de doelgroep.
De inspectie heeft een publieke taak om aan te dringen op een norm en
kan gezaghebbende uitspraken doen als veldpartijen verzaken -niet
bereid of in staat zijn- normen op te stellen of als de normen
onacceptabel zijn.
Op grond van de normen handhaaft de inspectie; zacht als het kan, hard
als het moet. Wij maken meestal gebruik van advies en stimulans, maar
ook van drang en soms van dwang.
De inspectie kan met een exemplarische krachtige maatregel veel effect
sorteren. Kijk naar onze aanpak op de afdeling hartchirurgie in het
Radboudziekenhuis in Nijmegen.
Deze aanpak heeft niet alleen in het Radboud ziekenhuis, maar ook bij
veel andere ziekenhuizen geleid tot een nadere analyse van de eigen
situatie. Van recenter datum zijn onze interventies naar aanleiding
van de OK-brand in het ziekenhuis in Almelo, en die in de
IJsselmeerziekenhuizen.
Hoe gaat de inspectie nu toezicht houden op de gebouwkwaliteit van
zorginstellingen? Het antwoord op deze vraag is eigenlijk heel simpel.
De inspectie gaat dit doen op dezelfde manier als zij toezicht houdt
op de zorgverlening. De manier van toezicht houden is dus niet nieuw.
Het object waarop de inspectie toezicht gaat houden wel.
Zoals gezegd, ons toezicht richt zich op die aspecten van gebouwen die
invloed hebben op de kwaliteit en veiligheid van de directe
patiëntenzorg. De rol van de inspectie is dus: zorgen dat de kwaliteit
van de gezondheidszorg wat betreft gebouwen in stand blijft. Het gaat
ons bijvoorbeeld om een infectie-veilige OK of dat er voldoende ruimte
bij bedden is voor medische apparatuur.
We gaan er in ons toezicht van uit dat de zorgaanbieders zelf
gemotiveerd zijn om de kwaliteit van hun gebouw op peil te houden-en
daar ook belang bij hebben.
Wat betekent het toezicht van de inspectie op de kwaliteit en
veiligheid van gebouwen nu voor het veld? En wat wordt uw rol hierin?
In het inspectie toezicht op gebouwkwaliteit heeft elke partij een
andere rol. Het veld is normerend, het Centrum Zorg en Bouw is
uitvoerend en adviserend. En de inspectie is regisserend
toezichthouder. Deze rolverdeling vloeit voort uit de werkwijze van de
inspectie. Wij werken in drie stappen.
1. normeren
2. onderzoeken
3. handhaven
De eerste stap: normeren.
Ik zei het zojuist al, zonder veldnormen/zonder referentiekaders kan
de inspectie geen toezicht houden, en dus niet handhaven. Om even
dicht bij de bouwwereld te blijven: normen zijn het cement voor ons
toezicht.
De veldpartijen, de NFU, de NVZ, en straks ook VGN, Actiz en
dergelijke zullen deze normen moeten gaan opstellen.
Deze brancheorganisaties zijn hiertoe ook bereid. Vanuit hun eigen
deskundigheid en praktijk kunnen zij concrete invulling geven aan de
veldnormen.
Het nieuwe Centrum Zorg en Bouw verzorgt de expertise bij het tot
stand komen van de normen, en gaat dit proces begeleiden. Het heeft
hierin een adviserende rol.
De inspectie gaat op haar beurt na of de tot stand gekomen normen
acceptabel zijn.
De tweede stap in het inspectiewerk is het onderzoek dat de inspectie
doet of laat doen. Het daadwerkelijke toezicht.
Op verzoek en onder auspiciën van de inspectie voert het Centrum Zorg
en Bouw proactief en reactief het toezicht op de gebouwkwaliteit van
zorginstellingen uit. Op grond van meldingen doet het reactief
onderzoek. Maar het gaat ook proactief monitoren op risico's voor
verantwoorde zorg: ook weer via thematisch toezicht (bijvoorbeeld alle
ok-complexen die voor 1990 zijn gebouwd) of gefaseerd toezicht met
behulp van indicatoren zodat bijvoorbeeld duidelijk wordt of er
implantatiechirurgie plaatsvindt in OK's met een mengend
luchtbehandelingsysteem. Het gaat na voor de inspectie of
zorginstellingen zich houden aan de veldnormen, en waar in de
gebouwkwaliteit de gevaren schuilen voor de patiëntveiligheid.
Centrum Zorg en Bouw rapporteert hierover aan de inspectie. Zélf
verbindt het Centrum geen consequenties aan haar bevindingen. Dàt doet
de inspectie. De inspectie beoordeelt de bevindingen van Centrum Zorg
en Bouw en gaat na welke maatregelen nodig zijn. Daarna bepalen we wat
onze handhaving wordt. Als de maatregelen zijn opgelegd bekijkt
Centrum Zorg en Bouw voor de inspectie of de maatregelen worden
nageleefd.
Voor de uitvoering van het toezicht op de kwaliteit van gebouwen is de
inspectie uiteraard eindverantwoordelijk. Centrum Zorg & Bouw heeft
hierin een uitvoerende rol.
Dan de derde stap: het handhaven. Ik heb het al een paar keer gezegd.
De inspectie gaat uit van vertrouwen. Wij gaan ervan uit dat
zorginstellingen zich zullen inspannen geen normen te overschrijden of
overtredingen te begaan. Mocht dit toch gebeuren dan zal de inspectie
actie ondernemen. Welke maatregelen we zullen nemen, hangt af van de
aard van de overtreding. Het kan uiteenlopen van een dringend advies
tot een bevel om te sluiten.
Ik ga afronden met het motto van de inspectie. Dat luidt: voor
gerechtvaardigd vertrouwen in verantwoorde zorg.' Laten wij er samen
voor zorgen dat patiënten en cliënten vertrouwen kunnen hebben in de
gebouwkwaliteit van zorginstellingen. Ik vertrouw erop dat ik op u kan
bouwen.
Ik dank u voor uw aandacht.