ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman Staat van de Europese Unie
Bijdrage Esmé Wiegman Staat van de Europese Unie
donderdag 06 november 2008 10:57
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik spreek allereerst een aantal waarderende en
complimenterende woorden voor de maidenspeech van mijn collega in de
GroenLinks-fractie, mevrouw Diks. Ik had het idee dat dit allang was
gebeurd, vanwege haar bijdragen in verschillende
commissievergaderingen. Dank daarvoor.
Hoe ligt de Europese Unie er bij in november 2008? Mij valt op hoe
groot de verschillen zijn binnen de Europese Unie. Tijdens het
herfstreces ben ik in de Europese Unie op plaatsen geweest waar
eigenlijk nog niet eens de millenniumdoelstellingen worden gehaald op
het gebied van toegang tot schoon drinkwater en van onderwijs. Ik heb
waardering voor de inzet van het kabinet voor de gekozen prioriteiten.
Die zijn wat de fractie van de ChristenUnie betreft de juiste, ook met
het oog op de waarde van rechtvaardige verhoudingen binnen en buiten
de Europese Unie.
Het afgelopen jaar heb ik op een aantal terreinen een sterke Europese
Unie gezien. Ik denk aan de klimaatinzet van de Europese Unie op Bali,
het klimaat- en energiepakket dat is vastgesteld, de daadkracht in de
kredietcrisis en een goede aanzet voor een gezamenlijk asiel- en
migratiebeleid. Een duidelijk zwakke plek is de onduidelijkheid rond
het Verdrag van Lissabon omdat het nog niet door alle landen is
geratificeerd terwijl er wel verkiezingen voor het Europees Parlement
aankomen. Wat betekent dit het komende jaar voor de Europese Unie?
Ik wil bij deze Staat van de Unie opnieuw ingaan op de situatie in
Bulgarije en Roemenië, landen waar de grote ongelijkheid binnen de
Europese Unie duidelijk naar voren komt. Terecht heeft de Commissie
besloten om de uitgaven van de Europese fondsen op te schorten, maar
daarbij kan het wat de fractie van de ChristenUnie betreft niet
blijven. Wij hebben als mede-EU-lidstaat een morele
verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een werkelijke oplossing van
problemen daar. Bovendien zijn het ook onze problemen. Een uurtje
rondwandelen op de Wallen spreekt wat dat betreft boekdelen. Het
grootste deel van de vrouwen daar is afkomstig uit Zuidoost-Europa en
betreft veelal Romavrouwen en -meisjes. De ChristenUnie-fractie wil
dat ook Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt voor deze vrouwen.
Dat kan door het delen van expertise over uitstapprogramma's met
Bulgaarse en Roemeense agentschappen en organisaties. Dat kan door het
inzetten van Roemeens en Bulgaars sprekende mensen bij Nederlandse
hulplijnen. Wil de staatssecretaris zich hiervoor samen met zijn
collega van Justitie inzetten?
De stapel papier die ik heb meegenomen bevat wat ervaringen die zijn
opgedaan tijdens de reis, maar ook concrete aanbevelingen die ik aan
het kabinet wil overhandigen.
De voorzitter:
Ik zal zorgen dat de leden van het kabinet en ook u allen een
exemplaar van deze brochure krijgen. Zij wordt ter inzage gelegd bij
de Handelingen.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Misschien mag ik de vergelijking trekken met de manier
waarop de staatssecretaris zich terecht krachtig heeft ingezet voor de
kinderen in kindertehuizen. Echte verandering en aanpak van de
problemen moeten in en door Roemenië en Bulgarije zelf gebeuren, maar
ik hoor graag hoe het kabinet dit concreet voor zich ziet, als het
opmerkt dat het voor het bestrijden van mensenhandel van belang is de
leef- en werksituatie in de bronlanden te verbeteren.
Dat lijkt mij ook van belang, gezien de Matra-fondsen waarvan het
einde in zicht komt. In hoeverre is het einde verbonden aan het
bereiken van inhoudelijke doelstellingen van deze fondsen? In relatie
tot de Matra-fondsen vraag ik de regering nader in te gaan op de
toegankelijkheid van de Europese structuurfondsen voor de kleinere
organisaties in Bulgarije en Roemenië. Zij geven aan minder
gemakkelijk gebruik te maken van deze fondsen dan voorheen. Zijn de
fondsen inderdaad minder toegankelijk dan in de periode tot aan de
toetreding of is het vooral de vraag hoe de nationale regeringen zelf
het beheer van de fondsen hebben geregeld? Wat de fractie van de
ChristenUnie betreft, worden belemmeringen zoveel mogelijk voorkomen
omdat maatschappelijke organisaties een belangrijke rol spelen in de
ontwikkeling van deze beide landen.
Het kabinet wil inzetten op veiligheid en stabiliteit als prioriteit
voor de Europese Unie. De ambities zijn hoog, de uitvoering blijft
achter. Wat de fractie van de ChristenUnie betreft is er nu vooral
meer samenwerking nodig tussen de grensregio's en de doellanden, is er
meer overeenstemming gewenst over het landenbeleid en zet het kabinet
hierop komend jaar in.
De regering stelt dat het lopende traject op de Balkan stabiliteit en
veiligheid kan brengen zoals dit ook stabiliteit heeft gebracht in
Midden- en Oost-Europa. Een groot verschil is echter dat de landen op
de Balkan niet tegelijk in hetzelfde traject zitten wat juist een
gevaar kan vormen voor de regionale stabiliteit. Zonder te pleiten
voor groepstoetreding, onderstreep ik namens mijn fractie het belang
van verzoening en regionale economische integratie, zeker voor deze
regio. Hoe draagt het Europees beleid daaraan bij en hoe wordt de
stabiliteit bevorderd?
Een laatste opmerking. Onze vraag over de toetreding van Turkije is
bekend, maar ik vraag het maar weer eens. Hoe staat het met de
uitvoering van de motie-Rouvoet?
Minister Verhagen:
Mevrouw de voorzitter. Mag ik vragen op welke motie-Rouvoet mevrouw
Wiegman doelt? Ik neem aan dat hij in zijn parlementaire periode
meerdere moties heeft ingediend.
De voorzitter:
Ik zal ervoor zorgen dat u het antwoord op deze vraag snel krijgt.