Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
WACHTLIJSTEN EN WACHTTIJDEN
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN
DAGOPVANG (3E METING)
Stand van zaken 1 juni 2008
- eindrapport -
Drs. Natascha van den Berg
Dr. Mireille Gemmeke
Drs. Roosje van Leer
Drs. Josine Rigter
Amsterdam, oktober 2008
Regioplan publicatienr 1745.
Regioplan Beleidsonderzoek
Nieuwezijds Voorburgwal 35
1012 RD Amsterdam
Tel.: +31 (0)20 - 5315315
Fax : +31 (0)20 - 6265199
Onderzoek, uitgevoerd door Regioplan
Beleidsonderzoek in opdracht van het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
VOORWOORD
Bij het maken van dit rapport hebben wij veel steun ondervonden van mede-
werkers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wij zijn
vooral dank verschuldigd aan Marjan Zebregs, Marjan Engels en Mariette van
der Burg voor de begeleiding bij de totstandkoming van dit rapport. Verder
willen we ook Monique van Gerwen van FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarkt-
vraagstukken bedanken voor het leveren van de groeicijfers binnen de kinder-
opvang in 2008, waarmee de capaciteit in de kinderopvang op peildatum 1 juni
2008 kon worden berekend. Yermo Wever van B&A Groep en Remco Tijssen
van Pelosa danken we voor de samenwerking en het leveren van gegevens
over de eerste en tweede meting. Ten slotte danken we ook de directies van
de 23 deelnemende kinderopvangorganisaties voor hun bereidwillige mede-
werking aan het leveren van de wachtlijst- en plaatsingsgegevens uit hun
administratie.
Drs. Natascha van den Berg
Dr. Mireille Gemmeke
Drs. Roosje van Leer
Drs. Josine Rigter
Regioplan Beleidsonderzoek
Oktober 2008
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting ........................................................................................... I
1 Inleiding ........................................................................................... 1
2 Onderzoeksvragen en werkwijze.................................................... 3
2.1 Onderzoeksvragen............................................................. 3
2.2 Conceptueel model............................................................ 3
2.3 Plan van aanpak................................................................ 5
3 De analyse van de wachtlijstadministraties.................................. 13
3.1 Inleiding.............................................................................. 13
3.2 Capaciteitsberekening ....................................................... 13
3.3 Omvang van de administratiewachtlijsten ......................... 14
3.4 Lengte van de wachttijden................................................. 16
3.5 Overige resultaten analyse wachtlijstadministraties.......... 19
3.6 Netto gecorrigeerde wachtlijst............................................ 23
Bijlagen ........................................................................................... 25
Bijlage 1 Brief wachtlijstenonderzoek............................................... 27
Bijlage 2 Toestemmingsverklaring bij brief wachtlijsten onderzoek.. 29
SAMENVATTING
Dit rapport bevat de resultaten van de derde meting van de wachtlijsten in de
buitenschoolse opvang (BSO) en dagopvang (KDV). De peildatum van dit
onderzoek was 1 juni 2008. Op die datum zijn de omvang van de wachtlijsten
en de lengte van de wachttijden voor buitenschoolse opvang en dagopvang
vastgesteld. De eerste en de tweede meting zijn door B&A uitgevoerd
respectievelijk op peildata 1 augustus 2007 en 1 december 2007. Voor zover
mogelijk zijn vergelijkingen tussen de drie meetmomenten gemaakt.
In dit onderzoek zijn de wachtlijstgegevens met betrekking tot buitenschoolse
opvang en dagopvang van 23 kinderopvangorganisaties in Nederland geana-
lyseerd. Dit onderzoek dekte 37 gemeenten en besloeg in totaal 16 procent
van de bevolking in Nederland, wat voldoende is om de onderzoeksgegevens
te extrapoleren naar nationaal niveau. De wachtlijsten bevatten 23.610 kinde-
ren waarvan de gegevens konden worden geanalyseerd. Naast de omvang
van de wachtlijsten en lengte van de wachttijden op nationaal niveau, is ook
gekeken naar regionale verschillen in Nederland en verschillen tussen grote
steden (meer dan 100.000 inwoners) en middelgrote tot kleine steden (minder
dan 25.000 inwoners).
De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn samengevat in onderstaande tabel.
Tabel S1 Kern van de resultaten wachtlijstonderzoek derde meting
BSO KDV
1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08 1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08
Wachtlijstomvang 20.200 22.000 21.469 23.100 23.200 27.743
Gemiddelde wachttijd
op peildatum 196 181 230 156 143 194
Gemiddelde wachttijd
bij plaatsing
(periode tussen twee niet niet
metingen in) meetbaar 79 89 meetbaar 76 69
---
De belangrijkste conclusies die uit dit onderzoek naar voren kwamen zijn:
· De omvang van de wachtlijsten is tussen de tweede meting (peildatum 1
december 2007) en de derde meting (peildatum 1 juni 2008) afgenomen
met ruim 500 kinderen voor BSO. In de dagopvang is de omvang van de
wachtlijsten in diezelfde periode toegenomen met ruim 4500 kinderen.
· De gemiddelde wachttijden zijn tussen de tweede meting en de derde
meting toegenomen en wel van 181 dagen naar 230 dagen bij BSO en van
143 naar 194 dagen bij dagopvang.
· De gemiddelde wachttijd van de kinderen die op 1 december 2007 op de
wachtlijst stonden en in de periode 1 december 2007 1 juni 2008 zijn
geplaatst, is voor de BSO 89 dagen en voor de dagopvang 69 dagen.
· Veertig procent van de kinderen in de BSO en 41 procent van de kinderen
in de dagopvang is voor of op de wensdatum geplaatst. Voor deze
kinderen was er dus geen wachttijd.
· De wachtlijsten zijn het grootst en de wachttijden het langst in de grote
gemeenten (meer dan 100.000 inwoners). Dit was ook het geval in de
tweede meting.
· Daarnaast zijn de wachtlijsten zijn het grootst en de wachttijden het langst
in de westelijke provincies, te weten Noord-Holland, Zuid-Holland en
Utrecht. Dit beeld zagen we ook in de tweede meting.
II
1 INLEIDING
In het Plan van aanpak wachtlijsten BSO heeft staatssecretaris Dijksma van
OCW aan de Tweede Kamer aangekondigd de wachtlijsten in de kinderop-
vang te zullen monitoren. Dit is de rapportage van de derde meting van de
wachtlijsten in de buitenschoolse opvang (BSO) en de dagopvang (KDV),
uitgevoerd door Regioplan. De eerste en de tweede meting zijn door B&A
uitgevoerd.
In het onderzoek is net als de vorige metingen nagegaan wat op de peildatum
de omvang van de wachtlijsten is. Daarnaast is gekeken naar de wachttijden
van kinderen op de wachtlijst en naar de wachttijd van geplaatsten. Ten slotte
zijn ook verschillen tussen regio's en gemeenten bekeken.
De onderzoeksmethoden en de weergaven van de resultaten zijn vergelijkbaar
met die van de tweede meting. Op een drietal punten zijn er verschillen.
1) In de derde meting zijn de gegevens verkregen door deze bij de
organisaties zelf op te vragen. In de eerste en tweede meting werden de
gegevens via het managementinformatiesysteem Cockpit gedownload.
2) Er is in deze meting geen enquête onder ouders uitgevoerd. Uit de vorige
metingen is duidelijk geworden dat het aantal ouders dat aangeeft ten
onrechte op de wachtlijst te staan, weinig verandert tussen twee metingen.
Voor de correctie van de netto wachtlijsten zijn daarom de resultaten uit de
ouderenquête van de tweede meting opnieuw toegepast.
3) De peildatum van deze derde meting is 1 juni 2008. De eerste en tweede
meting hadden als peildatum 1 augustus en 1 december 2007.
In het volgende hoofdstuk geven we de gevolgde werkwijze voor het
onderzoek weer. In hoofdstuk 3 geven we de resultaten van de analyse van de
wachtlijstadministraties van 23 organisaties.
---
2
2
ONDERZOEKSVRAGEN EN WERKWIJZE
2.1 Onderzoeksvragen
Het ministerie heeft de volgende vragen gesteld ten aanzien van de
wachtlijsten in de kinderopvang:
1. Wat is de omvang van de wachtlijsten en lengte van de wachttijden van de
buitenschoolse opvang en de dagopvang per 1 juni 2008?
2. Wat is de spreiding van de wachtlijsten en wachttijden in de buitenschoolse
opvang en de dagopvang naar gemeentegrootte en regio?
3. Wat was de gemiddelde wachttijd van ouders van wie het kind is geplaatst
tussen 1 december 2007 en 1 juni 2008, voor buitenschoolse opvang en
dagopvang?
4. Hoe is de omvang van de wachtlijsten verdeeld over dagen in de week,
voor buitenschoolse opvang en dagopvang?
2.2 Conceptueel model
Het begrip wachtlijst is in de praktijk niet eenduidig gedefinieerd.
Kinderopvangondernemingen nemen bij het taxeren van de wachtlijst ook
vaak de planningslijst mee. De opgave van dit onderzoek is het destilleren van
de `netto' wachtlijst (alle kinderen waarvan de wensdatum voorbij is) uit de
`bruto' wachtlijst: alle kinderen die staan ingeschreven bij een of meer
kinderopvangorganisaties ongeacht of de wensdatum al dan niet is
gepasseerd.
Figuur 2.1 geeft weer waar het onderzoek zich op richt. Het gaat om de
omvang van de nettowachtlijst. De nettowachtlijst bevat de kinderen van wie
de wensdatum is verstreken en die niet zijn geplaatst. De centrale vragen van
het onderzoek zijn: hoeveel kinderen bevinden zich per 1 juni 2008 in deze
situatie en hoe lang bevinden kinderen zich hier gemiddeld?
---
Figuur 2.1 Conceptueel model1
Plaatsingslijst =
Planningslijst = Kinderen in opvang
Kind is aangemeld
Wensdatum is bekend
Er is nog geen behoefte aan een plek
Netto wachtlijst =
Kind niet geplaatst
wensdatum
tijd
In dit onderzoek worden verder de volgende begrippen gehanteerd:
Brutowachtlijst Alle kinderen die op de wachtlijst staan
ingeschreven, inclusief 'vervuiling', 'dubbelingen' en
kinderen van wie de wensdatum niet voorbij is (dit is
de planningslijst plus de nettowachtlijst plus
'vervuiling').
Buitenschoolse opvang (BSO) Opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar.
Dagopvang (KDV) Opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar.
Dubbelingen Kinderen die bij meer dan één opvangorganisatie zijn
ingeschreven.
Gastouderopvang Opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar bij een
gastouder via een geregistreerd gastouderbureau.
Netto wachtlijst Alle kinderen die op de wachtlijst staan, waarvoor
geldt dat de 'wensdatum' voorbij is (dit is de bruto-
wachtlijst exclusief de planningslijst en 'vervuiling').
Planningslijst Kinderen die op de wachtlijst staan voor wie de
'wensdatum' nog niet is gepasseerd (dit is de bruto-
wachtlijst exclusief de nettowachtlijst en 'vervuiling').
Vervuiling Vervuiling van de wachtlijst door bijvoorbeeld
ontbrekende gegevens, leeftijden die opvang
uitsluiten en wachttijd langer dan twee jaar.
Wensdatum De datum vanaf welke ouders willen dat hun kind
wordt opgevangen.
1 Deze figuur is een bewerking van het conceptueel model uit het rapport over de tweede
meting van B&A.
4
Wachttijd op peildatum De tijd die is verstreken vanaf de wensdatum tot de
peildatum. De wachttijd geldt alleen voor kinderen op
de netto wachtlijst.
Wachttijd bij plaatsing De gemiddelde wachttijd bij plaatsing van alle
kinderen die zijn geplaatst tussen 1 december 2007
en 1 juni 2008.
Netto administratiewachtlijst Het resultaat van de analyse van de
wachtlijstadministraties.
Netto ouderwachtlijst Het resultaat van de analyse van de enquête onder
wachtlijstouders.
Netto gecorrigeerde wachtlijst De combinatie van de netto administratiewachtlijst en
de netto ouderwachtlijst.
2.3 Plan van aanpak
Het onderzoek kende de volgende onderdelen:
1. analyse van de wachtlijstadministraties;
2. analyse van de wachttijd van geplaatsten;
3. vaststellen van de omvang van de netto gecorrigeerde wachtlijst.
1. Analyse wachtlijstadministraties
De wachtlijstadministraties van 23 kinderopvangorganisaties in 37 gemeenten
zijn geanalyseerd. Uitgaande van de brutowachtlijst zijn de dubbelingen
(kinderen op meer dan één wachtlijst), de vervuilingen (kinderen kunnen
logischerwijs niet op de wachtlijst staan) en de planningslijst (de wensdatum is
nog niet gepasseerd) verwijderd. Zodoende blijft de nettoadministratiewacht-
lijst over.
De analyse geeft inzicht in de omvang van de bruto- en nettowachtlijsten. De
analyse van de wachtlijstadministraties maakt het ook mogelijk de wachttijden
te onderzoeken op de peildatum. Verder worden op basis van de analyse van
de wachtlijstadministraties onderzoeksvragen beantwoord over het aantal
dagen per week dat opvang wordt gevraagd, de voorkeursdagen en de
landelijke verspreiding van wachtlijsten.
Bepalen omvang wachtlijst
Om de omvang van de wachtlijsten te bepalen, hebben we het aantal kinderen
op de wachtlijst van de organisaties gerelateerd aan de capaciteit van die
organisatie. Voor het omrekenen van de capaciteit in kindplaatsen naar aantal
kinderen gaan we er conform de eerdere metingen van uit dat één
kindplaats bij buitenschoolse opvang of dagopvang door 1,9 kind wordt bezet.
2. Analyse wachttijd geplaatsten
Hoe lang ouders, die op de peildatum op de wachtlijst staan, uiteindelijk op
een plek moeten wachten is vanzelfsprekend niet bekend. Door de
wachtlijsten van de tweede meting te combineren met de plaatsingen van de
---
derde meting, kon de gemiddelde wachttijd bij plaatsing worden berekend. De
brutowachtlijsten van de tweede meting zijn gekoppeld aan de plaatsingslijsten
op peildatum 1 juni 2008. Zo kon worden nagegaan hoe lang ouders in de
periode 1 december 2007 tot 1 juni 2008 gemiddeld op een plek moesten
wachten.
Er is dus gekeken naar twee varianten van de gemiddelde wachttijd: de
gemiddelde wachttijd op de peildatum 1 juni 2008 en de gemiddelde wachttijd
bij plaatsing van alle kinderen die zijn geplaatst tussen 1 december 2007 en 1
juni 2008.
3. Vaststellen omvang netto gecorrigeerde wachtlijst
Naast het verwijderen van de dubbele inschrijvingen en de vervuiling is nog
een correctie doorgevoerd. Dit gebeurde op basis van de enquête onder
ouders van kinderen op de wachtlijst bij de tweede meting. Uit deze enquête
bleek dat een deel van de wachtlijstadministraties is vervuild doordat:
· Kind is geplaatst in de organisatie, maar de mutatie is nog niet opgenomen
in de wachtlijstadministratie.
· Kind staat ook op wachtlijst van organisatie buiten de gemeente.
· Behoefte bestaat niet meer, omdat andere oplossing is gevonden (ouder
gestopt met werken, informele opvang, peuterspeelzaalwerk en dergelijke).
· Wensdatum is veranderd.
Uit de vorige metingen is bekend dat 25 procent van de ouders die in de
wachtlijstadministraties van de opvangorganisaties staan, aangeeft
daadwerkelijk op een plek in de kinderopvang te wachten. De uitkomsten van
de analyse naar de omvang van de wachtlijsten, op basis van de
wachtlijstadministraties zijn daarom gecorrigeerd op basis van de uitkomsten
van de ouderenquête uit de tweede meting.
2.3.1 Aanpassingen ten opzichte van de tweede meting
De derde meting is grotendeels opgezet en uitgevoerd gelijk aan de tweede
meting. Om de vergelijkbaarheid tussen de metingen te optimaliseren, is
tijdens het onderzoek informatie uitgewisseld tussen Regioplan, B&A Groep
en Pelosa. Er zijn enkele wijzigingen in de methode, die hieronder worden
toegelicht.
Wijze verkrijgen gegevens
In deze derde meting zijn de gegevens uit de administraties van kinderopvang-
organisaties verkregen door deze bij de organisaties op te vragen. In de twee
vorige metingen werden de gegevens via het managementinformatiesysteem
Cockpit gedownload. De kinderopvangorganisaties hebben daardoor deze
keer fors meer inspanning moeten leveren. Dit heeft geen consequenties
gehad voor het aantal organisaties dat aan het onderzoek heeft deelgenomen.
6
Bij de tweede meting had het onderzoek betrekking op 24 organisaties2, nu
zijn dat er 23. Het merendeel van de deelnemende organisaties heeft aan alle
metingen tot nu toe deelgenomen.
Periode tussen de metingen
We vergelijken de resultaten van deze derde meting zo veel mogelijk met die
van de tweede meting. De periode waarover we de ontwikkelingen in de
wachtlijsten bekijken, is zes maanden, namelijk tussen 1 december 2007 en 1
juni 2008. Bij de tweede meting was de periode waarover dit bekeken werd
vier maanden, tussen 1 augustus tot 1 december 2007 (de peildata van meting
1 en 2).
Correctie van de nettowachtlijsten
In deze meting is geen enquête onder ouders uitgevoerd. Uit de vorige
metingen is duidelijk geworden dat het aantal ouders dat aangeeft ten
onrechte op de wachtlijst te staan, weinig verandert tussen twee metingen.
Voor de correctie van de nettowachtlijsten op basis van gegevens uit de
enquête onder ouders is het niet nodig elke meting ouders opnieuw te
bevragen. Deze derde meting zijn daarom de resultaten uit de ouderenquête
van de tweede meting opnieuw toegepast.
2.3.2 Steekproef en respons
De organisaties in de steekproef hebben in juni 2008 een brief ontvangen van
het ministerie van OCW, waarin zij zijn uitgenodigd aan het onderzoek deel te
nemen (zie bijlagen). Dit betekent dat men Regioplan toestemming heeft
gegeven wachtlijstadministraties voor dit onderzoek te gebruiken.
Bij de steekproeftrekking is de steekproef van de tweede meting het
uitgangspunt geweest. Alle organisaties die aan de tweede meting deelnamen,
zijn ook in deze derde meting benaderd. De steekproef is daarnaast uitgebreid
met een aantal minder grote organisaties. Achttien van de organisaties
waarvan we de wachtlijstadministraties analyseerden, deden ook aan de
tweede meting mee.3 Vijf organisaties deden voor het eerst mee.4
Bij de steekproeftrekking is naast organisatieomvang rekening gehouden
met spreiding over regio's en spreiding wat betreft gemeentegrootte.
2 Eén organisatie telde toen mee voor twee, omdat het om een fusie tussen twee
organisaties ging.
3 Waarvan 1 gefuseerde.
4 Dit is een respons van 31 procent. De organisaties die niet meededen aan dit onderzoek
gaven als reden veelal tijdsgebrek op. Ook bleek een aantal organisaties om technische redenen
niet in staat de gewenste gegevens te leveren. Drie organisaties leverden wel gegevens, maar
deze bleken niet bruikbaar voor analyse wegens het ontbreken van de plaatsingen.
---
De onderzoeksresultaten hebben betrekking op de gegevens van 23
kinderopvangorganisaties en betreffen 37 gemeenten.
1 De Wipneus (Huizen, Laren)
2 Les Petits (Bloemendaal)
3 Catalpa Kinderopvang (Landelijke organisatie)
4 Stichting Kinderopvang Bussum Naarden Muiden Muiderberg
5 Kinderopvang De Cirkel (Almelo)
6 MIK (Maastricht en Sittard-Geleen)
7 Stichting Kinderopvang Vlaardingen (SKV)
8 Kinderopvang 2Samen (Den Haag)
9 Stichting de Kinderkoepel (Hellevoetsluis)
10 Stichting Kinderopvang Baarn (SKOB)
11 Kinderopvang Noordwest Veluwe (Harderwijk)
12 Kinderopvang Leeuwarden
13 Kinderopvang DAK (Den Haag)
14 Kinderopvang Walcheren (Middelburg, Vlissingen, Veere)
15 Timpaan Groep (diverse locaties in Friesland en Groningen)
16 Stichting Kinderopvang Enschede (SKE)
17 Stichting Kindercentra Lelystad
18 Triodus (Den Haag)
19 Mickeys (Amersfoort, Haarlemmermeer)
20 Zoo-Unld (Den Haag)
21 Ludens (Utrecht)
22 SKSG (Groningen)
23 KBP (Soest)
Dankzij deze kinderopvangorganisaties kunnen uitspraken worden gedaan
over de wachtlijsten in de volgende 37 gemeenten.
Grote gemeenten in het onderzoek (meer dan 100.000 inwoners) n=7
Amersfoort
Enschede
Groningen
Haarlemmermeer
Maastricht
's-Gravenhage
Utrecht
Middelgrote gemeenten in het onderzoek (25.000 - 100.000 inwoners)
n=19
Almelo
Bussum
Harderwijk
Hellevoetsluis
Hoogezand-Sappemeer
Huizen
IJsselstein
8
Lansingerland
Laren
Leeuwarden
Lelystad
Middelburg
Oss
Sittard-Geleen
Sneek
Soest
Vlaardingen
Vlissingen
Zaltbommel
Kleine gemeenten in het onderzoek (minder dan 25.000 inwoners) n=11
Baarn
Bloemendaal
Druten
Haaksbergen
Hillegom
Lemsterland
Midden-Delfland
Muiden
Naarden
Sliedrecht
Veere
Deze gemeenten vertegenwoordigen qua inwonertal ongeveer 16 procent van
de totale Nederlandse bevolking.5
Met deze selectie van gemeenten zijn 23 kinderopvangorganisaties en 23.610
wachtlijstkinderen bereikt. Dit aantal is meer dan voldoende om geldige en
betrouwbare generalisaties te maken. Bij de selectie van kinderopvang-
organisaties is erop gelet dat een bepaalde dekking (>75%) is behaald binnen
de gemeenten. Dit is nodig om de gegevens te kunnen screenen op
dubbelingen.
Voor de analyses op gemeenteniveau hebben we een aantal gemeenten
buiten beschouwing gehouden. Dit zijn gemeenten waarvoor we niet minimaal
20 procent dekkingsgraad in dit onderzoek hebben verkregen. Onder
dekkingsgraad verstaan we de verhouding tussen de capaciteit van de
onderzochte organisaties in die gemeente versus de totale capaciteit aan
kindplaatsen in deze gemeente. We hebben de dekkingsgraad voor zowel
BSO als KDV per gemeente berekend. Voor BSO halen alle gemeenten de
benodigde dekkingsgraad. Voor het KDV houden we de gemeenten
5 Het aantal inwoners in de 37 gemeenten is ongeveer 2,7 miljoen, dat is 16 procent van de
16,4 miljoen inwoners van Nederland.
---
Amersfoort, Haarlemmermeer, Huizen en Laren buiten beschouwing. Deze
gemeenten doen wel mee voor het bepalen van het landelijke beeld van de
omvang van de wachtlijsten.
Type gegevens
De eenheid van onderzoek is kinderen op de wachtlijst. Per organisatie is de
volgende informatie verzameld en geanalyseerd:
Identificatie kind
· Postcode.
· Huisnummer.
· Geboortedatum.
Wachttijdpeiling
· Wensdatum.
· Plaatsingsdatum.
· Soort opvang: KDV, BSO.
· Gewenste dagdelen.
· Gewenst aantal dagdelen.
2.3.3 Bewerkingen van de bruto wachtlijsten
Ontdubbelen
Een van de problemen van wachtlijstonderzoek bestaat uit het gegeven dat
ouders hun kansen op een plek in de opvang vergroten door hun kind bij
meerdere kinderopvangorganisaties in te schrijven. Op deze wijze ontstaat
- theoretisch - de mogelijkheid dat de totale omvang van de wachtlijsten in een
bepaalde gemeente wordt overschat met een factor die gelijk is aan het aantal
kinderopvangorganisaties. Uit de vorige metingen is gebleken dat
inschrijvingen bij meerdere organisaties verantwoordelijk zijn voor een (klein)
deel van de vervuiling. Ook binnen de administraties van een en dezelfde
opvangorganisatie komen dubbele inschrijvingen voor. Bijvoorbeeld wanneer
een kind al geplaatst is, maar nog voor uitbreiding of wisseling van dag of
opvanglocatie op de wachtlijst staat.
Om aan deze problematiek tegemoet te komen, zijn de wachtlijsten ont-
dubbeld. Door kindrecords te controleren op naam, adres en geboortedatum
en/of unieke codes en geboortedatum zijn de dubbeltellingen verwijderd. Met
andere woorden; er is voor gezorgd dat een kind dat op meer dan één
wachtlijst is ingeschreven, slechts één keer meetelt bij het bepalen van de
wachtlijst.
Indien een kind zowel geplaatst is als op de wachtlijst voorkomt, is het van de
wachtlijst verwijderd. Bij dubbeltelling door inschrijving bij meerdere
organisaties is het volgende gedaan: wanneer de wens van de ouders per
wachtlijst verschilt (bijvoorbeeld in het aantal dagdelen waarvoor opvang wordt
gevraagd) dan is het record met de meest omvangrijke behoefte in het
bestand behouden. In gevallen waarin de wens van de ouder op beide lijsten
10
dezelfde is, is het kind aselect aan een organisatie toegewezen. Op deze wijze
wordt voorkomen dat het onderzoek zou kunnen leiden tot onderschatting van
de vraag.
Het schonen van gegevens
In deze fase van het onderzoek zijn de wachtlijstgegevens opgeschoond.
Kindrecords zijn om de volgende redenen uit het bestand verwijderd:
1. Kind kan logischerwijs niet op een wachtlijst staan (bijvoorbeeld
geboortedatum van voor 1 juni 19966).
2. Een kind staat te lang op de wachtlijst (de grens is bij twee jaar gelegd).
Nettowachtlijst
De laatste stap die is gemaakt om tot een nettoadministratiewachtlijst te
komen is het verwijderen van records van kinderen waarvan op 1 juni de
wensdatum nog niet voorbij is (de zogenoemde planningslijst). Met andere
woorden: de wensdatum ligt nog in de toekomst. Het kind is bijvoorbeeld nog
geen drie maanden oud of gaat nog niet naar de basisschool.
2.3.4 Opschonen wachtlijsten administratie
In totaal zijn de gegevens van 23.610 records geanalyseerd. Hiervan stond 58
procent op de bruto administratiewachtlijst voor de dagopvang en 42 procent
procent op de wachtlijst van de BSO. Enkele organisaties hebben ook wacht-
lijsten voor peuterspeelzaalwerk of voor een andere voorziening (tussen-
schoolse opvang, alleen voorschoolse opvang, flexibele opvang, peuter-
speelzaalwerk of andere voorzieningen) aangeleverd: deze zijn niet meegeno-
men in dit onderzoek. In de onderstaande tabel geven we het overzicht van de
opschoning van de wachtlijsten voor zowel BSO als KDV.
Tabel 2.1 Opschoning wachtlijsten, van bruto naar netto per 1 juni 2008
BSO KDV
aantal % aantal %
Brutowachtlijst 9.931 100% 13.679 100% 23.610
Vervuiling 1.527 15% 2.600 19% 4.127
Wensdatum nog niet verstreken 5.620 57% 7.612 56% 13.232
Nettowachtlijst 2.784 28% 3.467 25% 6.251
6 Kind is op peildatum 1 juni ouder dan dertien jaar voor BSO (rekeninghoudend met één jaar
doublure) of ouder dan vier jaar voor KDV.
---
Opschonen gegevens BSO
De brutowachtlijst in de onderzochte administraties bedraagt voor buiten-
schoolse opvang 9931 kinderen. Hiervan is 15 procent vervuiling (dubbe-
lingen, kind reeds geplaatst, kind te oud, kind staat al meer dan twee jaar op
de wachtlijst of kind heeft al een plaatsingsdatum voor of op de wensdatum).
Vervolgens is bekeken voor welke kinderen de wensdatum op 1 juni nog niet
verstreken is. Voor 57 procent van de ouders op de bruto wachtlijst is deze
datum op 1 juni niet verstreken: deze kinderen staan op de planningslijst. Wat
overblijft zijn 2784 kinderen (28%) die op de nettowachtlijst staan.
Opschonen gegevens KDV
De brutowachtlijst in de onderzochte administraties bedraagt voor dagopvang
13.679 kinderen. Hiervan is 19 procent vervuiling (dubbelingen, kind reeds
geplaatst, kind te oud, kind staat al meer dan twee jaar op de wachtlijst of kind
heeft al een plaatsingsdatum voor of op de wensdatum). Vervolgens is
bekeken voor welke kinderen de wensdatum op 1 juni nog niet verstreken is.
Voor 56 procent van de ouders op de bruto wachtlijst is deze datum op 1 juni
nog niet verstreken: deze kinderen staan op de planningslijst. Wat overblijft
zijn 3467 kinderen (25%) die op de nettowachtlijst staan.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de wachtlijstadministraties van de 23
deelnemende kinderopvangorganisaties. Om uitspraken over heel Nederland
te kunnen doen, is het noodzakelijk deze cijfers te extrapoleren. Dat doen we
in het volgende hoofdstuk.
12
3 DE ANALYSE VAN DE WACHTLIJSTADMINISTRATIES
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de bewerkingen en analyse van de
wachtlijstadministraties behandeld.
Allereerst wordt aandacht besteed aan hoe we de (netto) wachtlijstgegevens
van de deelnemende kinderopvangorganisaties kunnen extrapoleren naar
nationaal niveau. Op deze wijze kunnen we de omvang van de wachtlijst per 1
juni 2008 voor heel Nederland berekenen. Vervolgens kijken we naar de
lengte van de wachttijden op nationaal en regionaal niveau. Ook voeren we
enkele overige analyses uit, onder andere naar de wensdata en wensdagen
voor kinderopvang en buitenschoolse opvang. Als laatste passen we een
correctie toe op de netto wachtlijst, op basis van enquêtegegevens van ouders
van de eerste en tweede meting.
3.2 Capaciteitsberekening
Op basis van de wachtlijstadministraties van de 23 deelnemende kinder-
opvangorganisaties hebben we een nettowachtlijst van 6251 kinderen
gedestilleerd. 2784 kinderen staan op de wachtlijst voor buitenschoolse
opvang: 3467 kinderen staan op de wachtlijst voor dagopvang.
Om de opvang van de wachtlijsten te relateren aan de capaciteit en te extra-
poleren naar nationaal niveau, is het van belang om inzicht te hebben in de
capaciteit van de onderzochte organisaties en de capaciteit op nationaal
niveau op 1 juni 2008. Dit is op vergelijkbare wijze gedaan als bij de tweede
meting. De capaciteit is geschat door uit te gaan van de capaciteitsgegevens
van 1 december 2007 zoals door B&A berekend (zie rapport tweede meting,
pagina 19). De capaciteit is vervolgens opgehoogd met een groeipercentage.
Dit percentage is door FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken
berekend op basis van gegevens van Pensioenfonds Zorg en Welzijn voor de
periode 1 januari 2007 1 april 2008. Door Regioplan is op basis daarvan de
groei voor de periode december 2007 juni 2008 berekend. Vervolgens is de
groei verdeeld over BSO en KDV, door gebruik te maken van gegevens van
de Belastingdienst over de verdeling van de groei van het aantal geplaatste
kinderen. Conform de aanname in de twee vorige metingen is er vanuit
gegaan dat bij BSO en KDV gemiddeld 1,9 kinderen op één kindplaats
geplaatst worden. Om de capaciteit in kindplaatsen te kunnen omrekenen naar
het aantal kinderen dat geplaatst kan worden, is de capaciteit vermenigvuldigd
met 1,9. Op basis van deze capaciteitsberekening kunnen we in de volgende
paragrafen de omvang van de wachtlijst op nationaal niveau presenteren.
13
3.3 Omvang van de administratiewachtlijsten
In deze paragraaf kijken we naar de omvang van de wachtlijsten gerelateerd
aan de capaciteit in de 37 gemeenten. Allereerst bekijken we de omvang van
de wachtlijsten op nationaal niveau en vervolgens op regionaal niveau. In de
eerste rij van tabel 3.1 en 3.2 staan de gegevens die we van de 23 onder-
zochte organisaties hebben ontvangen. Hieruit blijkt dat de netto
administratiewachtlijst voor BSO 18,3 procent en voor KDV 22 procent van de
capaciteit van de onderzochte organisaties is. Bij de vorige meting was dit
respectievelijk 26,6 en 21,9 procent. Als we dit extrapoleren naar nationaal
niveau op basis van landelijke capaciteitsgegevens dan kunnen we
constateren dat 28.625 kinderen op de wachtlijst voor BSO staan en bijna
37.000 kinderen op de wachtlijst voor KDV.
Tabel 3.1 Wachtlijsten buitenschoolse opvang volgens admini-
stratiewachtlijsten, per 1 juni 2008
Percentage Aantal kinderen op de
van de capaciteit wachtlijst
Onderzochte organisaties (n=23) 18,3% 2.784
Nederland 18,3% 28.626
Tabel 3.2 Wachtlijsten dagopvang volgens administratiewachtlijsten, per 1
juni 2008
Percentage Aantal kinderen op de
van de capaciteit wachtlijst
Onderzochte organisaties (n=23) 22,0% 3.467
Nederland 22,0% 36.990
Spreiding van wachtlijsten over gemeenteklassen
In dit onderzoek is voor de tweede keer gekeken naar de spreiding van
wachtlijsten over landsdelen. Hiertoe is Nederland ingedeeld in vier regio's op
basis van provincies, te weten:
Tabel 3.3 Verdeling provincies in regio's
Regio Provincies
Noord Friesland, Groningen, Drenthe
Oost Overijssel, Gelderland, Flevoland
Zuid Noord-Brabant, Zeeland, Limburg
West Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht (Randstadprovincies)
Hieronder is de verdeling naar de omvang van de wachtlijsten op regionaal
niveau weergegeven, waarbij de analysegegevens zijn geëxtrapoleerd naar
nationaal niveau (zie tabel 3.4). Hieruit blijkt dat de wachtlijsten in de
Randstadprovincies aanzienlijk groter zijn dan de wachtlijsten in de rest van
het land. In de zuidelijke provincies zijn de wachtlijsten het kortst.
14
Tabel 3.4 netto aantal kinderen op de wachtlijst en wachtlijstpercentage per
regio, geëxtrapoleerd naar niveau Nederland per 1 juni 2008
BSO KDV
Percentage Aantal kinderen Percentage van Aantal kinderen
van de op de wachtlijst de capaciteit op de wachtlijst
capaciteit
Heel Nederland 18,3% 28.626 22,0% 36.990
Noord 9,9% 1.203 19,1% 2.347
Oost 14,1% 3.825 15,4% 4.758
Zuid 6,1% 2.005 4,9% 1.579
West 25,4% 21.593 31,0% 28.305
In figuur 3.1 is de omvang van de wachtlijst als percentage van de capaciteit
weergegeven. Uit deze gegevens blijkt dat de wachtlijsten het langst zijn in de
gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Voor de BSO is te zien dat de
omvang van de wachtlijstpercentages voor alle gemeentecategorieën zijn
afgenomen. De verschillen wat betreft gemeentegrootte zijn kleiner geworden
in de BSO. In december 2007 was de gemiddelde omvang van de wachtlijsten
in kleine en grote gemeenten aanzienlijk groter dan in de meting van augustus
2007 en juni 2008. Voor KDV is de omvang van de wachtlijsten in de kleine en
middelgrote gemeenten ongeveer even groot. Grote gemeenten hebben de
langste wachtlijsten in de KDV.
Figuur 3.1 Wachtlijstpercentages naar gemeenteomvang, 2007-2008*
100.000 inwoners
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
BSO 1 aug BSO 1 dec BSO 1 jun 08 KDV 1 aug KDV 1 dec KDV 1 jun 08
07 07 07 07
* Voor juni 2008 zijn in de gemeenteanalyses voor BSO 27 gemeenten en voor KDV 28
gemeenten met wachtlijsten geanalyseerd.
15
3.4 Lengte van de wachttijden
Naast de omvang van de wachtlijst, bekijken we ook de lengte van de
wachtlijst. De wachtlijstadministraties zijn geanalyseerd op wachttijd in dagen.
De resultaten van de analyse zijn weergegeven in tabel 3.5. Om meer inzicht
te krijgen in hoe veel kinderen een bepaalde periode op de wachtlijst staan, is
tevens een frequentieverdeling gemaakt met behulp van een categorisering
van wachttijden. Deze is weergegeven in tabel 3.6.
Tabel 3.5 Wachttijden voor buitenschoolse opvang en dagopvang in dagen
BSO KDV
1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08 1-aug-07 1-dec-07 1-jun-08
Wachttijd op peildatum
gemiddelde 196 181 230 156 143 194
Gemiddelde wachttijd niet niet
bij plaatsing meetbaar 79 89 meetbaar 76 69
Tabel 3.6 Verdeling van wachtenden (in percentages) per 1 juni 2008
Wachttijd BSO KDV
Drie maanden of korter 25 33
Drie tot zes maanden 21 24
Zes maanden tot één jaar 32 26
Eén tot anderhalf jaar 14 11
Anderhalf tot twee jaar 8 6
Wachttijd in de buitenschoolse opvang
De gemiddelde wachttijd in de buitenschoolse opvang is op 1 juni 2008, 230
dagen (dit was op 1 december 2007 181 dagen). Een kwart van de kinderen
staat drie maanden of korter op de wachtlijst, ongeveer de helft staat tussen
drie maanden en een jaar op de wachtlijst.
Wat opvalt is de stijging van de gemiddelde wachttijd voor BSO ten opzichte
van de tweede meting. Dit kan ermee te maken hebben dat de wachttijd bij de
vorige meting onder invloed stond van een piek in het aantal inschrijvingen
met een wensdatum die drie maanden voor de peildatum lag (namelijk
september 2007). Al deze ingeschrevenen met een wensdatum van 1
september hadden een drukkend effect op de inschrijfduur.1 Deze meting met
peildatum 1 juni doet zich zo'n piek in de inschrijvingen kort voor de peildatum
niet voor. Verder blijkt uit figuur 3.4 dat de piek in de inschrijvingen van
september 2007 op de peildatum van de derde meting nog niet was
weggewerkt.
Wanneer we kijken naar alle kinderen die in de periode 1 december 2007 en 1
juni 2008 daadwerkelijk zijn geplaatst, dan komen we op een gemiddelde
wachttijd van 89 dagen, tien dagen langer dan bij de tweede meting. De
wachttijd binnen de periode is minder dan de wachttijd op peildatum, omdat in
1 Zie ook het rapport over de tweede meting, p. 26.
16
de eerste groep de kinderen die nog op de wachtlijst staan niet worden
meegenomen. Bij de wachttijd op peildatum gaat het uitsluitend om kinderen
die nog op de wachtlijst staan. Van de geplaatste kinderen is 40 procent
geplaatst voor of op de wensdatum. Voor het bepalen van de wachttijd bij
plaatsing hebben we alleen de kinderen meegenomen voor wie de plaatsing
maximaal drie maanden voor de wensdatum was.2
Wachttijd in de dagopvang
Kinderen staan op 1 juni 2008 gemiddeld 194 dagen op de nettowachtlijst voor
dagopvang (was op 1 december 2007 143 dagen). Ongeveer een derde staat
drie maanden of korter op de wachtlijst en de helft van de kinderen wacht drie
maanden tot een jaar, zo blijkt uit tabel 3.7. Voor de toename van de
gemiddelde wachttijd geldt waarschijnlijk dezelfde verklaring als voor BSO is
weergegeven.
Wanneer we kijken naar alle kinderen die in de periode 1 augustus 2007 tot 1
december 2007 daadwerkelijk zijn geplaatst, dan komen we op een
gemiddelde wachttijd van 69 dagen. Dat was op 1 december 2007 76 dagen.
Voor KDV is de wachttijd bij plaatsing dus gedaald. Bij de wachttijd op
peildatum gaat het uitsluitend om kinderen die nog op de wachtlijst staan. Van
de geplaatste kinderen is 41 procent geplaatst voor of op de wensdatum.
Wachttijd op regionaal niveau
Als we kijken naar de wachttijd op regionaal niveau, dan zien we in figuur 3.2
dat de wachttijden in het westen van het land fors hoger zijn dan in de andere
delen van het land. Voor BSO is de wachttijd in het Westen 249 dagen, in het
Noorden 184 en in de andere delen van het land rond 165 dagen. Voor KDV
zien we dat de wachttijden in het Zuiden van het land het kortst zijn (125
dagen), gevolgd door het Noorden en het Oosten met meer dan 150 dagen.
In het Westen van het land is de gemiddelde wachttijd voor KDV 206 dagen.
In de figuur zijn ook de wachttijden naar regio van de vorige meting geplaatst.3
Bij de vorige meting waren de wachttijden in het westen ook het langst. In de
BSO zijn de regionale verschillen, ten opzichte van meting 2, afgenomen.
2 We nemen hier, gelijk aan de methode van de tweede meting, de helft van de
meetperiode.
3 Voor de eerste meting zijn geen regionale cijfers berekend.
17
Figuur 3.2 Gemiddelde regionale wachttijden in dagen, per 1 december 2007 en
1 juni 2008
Heel Nederland Noord Oost Zuid West
300
250
200
150
100
50
0
BSO 1-dec-07 BSO 1-6-2008 KDV 1-dec-07 KDV 1-jun-08
Als we kijken naar de wachttijden per gemeentegrootte (zie figuur 3.3), dan
zien we dat de wachttijden het langst zijn in de gemeenten met meer dan
100.000 inwoners. De gemiddelde wachttijd voor BSO in de kleine en
middelgrote gemeenten is nagenoeg gelijk. Voor KDV is de wachttijd in de
kleinste gemeenten duidelijk lager dan voor de middelgrote en grote
gemeenten.
Figuur 3.3 Wachttijden in dagen naar gemeentegrootte per 1 juni 2008
BSO KDV
300
250
200
150
100
50
0
Totaal 100.000 inwoners
100.000 inwoners
18
3.5 Overige resultaten analyse wachtlijstadministraties
In deze paragraaf is de overige informatie opgenomen die de analyse van de
wachtlijstadministraties heeft opgeleverd. Dit bevat onder andere een analyse
van de wachtlijst versus de planningslijst en de voorkeursdagen voor opvang.
De wensdatum
Figuur 3.4 Wensdata buitenschoolse opvang (aantallen kinderen)
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0
07- 08-
jun-07 aug-07 okt dec-07 eb-08f apr-08 jun-08 aug-08 okt dec-08 eb-09f apr-09 jun-09
Figuur 3.4 toont de wensdata van de kinderen in de wachtlijstadministraties
buitenschoolse opvang op 1 juni 2008, met een wensdatum tussen 1 juni 2007
en 1 juni 2009. Alle kinderen met een wensdatum voor 1 juni 2008 staan op de
nettowachtlijst: dit zijn de lichtblauwe balken in figuur 3.4. Alle kinderen met
een wensdatum na 1 juni 2008 staan op de planningslijst: dit correspondeert
met de donkerblauwe balken. Planningslijst en nettolijst vormen samen de
brutowachtlijst.
Uit de figuur blijkt dat de piek in de wachtlijsten van september 2007 nog niet
is weggewerkt alsmede de maandelijkse instroom op de wachtlijsten
sindsdien. In juni, augustus en september 2008 en ook in januari 2009 is een
forse piek in de wachtlijstadministratie te zien.
19
Figuur 3.5 Wensdata dagopvang (aantallen kinderen)
1200
1000
800
600
400
200
0
07- 08-
jun-07 aug-07 okt dec-07 eb-08f apr-08 jun-08 aug-08 okt dec-08 eb-09f apr-09 jun-09
Figuur 3.5 toont de wensdata van de kinderen in de wachtlijstadministraties
dagopvang op 1 juni 2008, met een wensdatum tussen 1 juni 2007 en 1 juni
2009. Ook voor de dagopvang geldt dat alle kinderen met een wensdatum
voor 1 juni 2008 op de nettowachtlijst staan: dit zijn de lichtblauwe balken in de
bovenstaande figuur. Alle kinderen met een wensdatum na 1 juni 2008 staan
op de planningslijst: dit correspondeert met de donkerblauwe balken.
Planningslijst en nettolijst vormen samen de brutowachtlijst. De planningslijst
voor de kinderopvang is aanzienlijk groter dan de planningslijst voor de
buitenschoolse opvang. In de maanden augustus en september 2008 en
januari 2009 is de grootste behoefte aan kinderopvang.
Wensdagen
In figuur 3.6 is de verdeling van het aantal wensdagen voor de BSO
weergegeven.4 In de buitenschoolse opvang worden kinderen voor gemiddeld
2,5 dagen per week ingeschreven. Dit was 2,3 dagen in december 2007, en
2,6 in augustus 2007 (zie ook tabel 3.7).
De verdeling van het aantal wensdagen voor de dagopvang is weergegeven in
figuur 3.7. In de dagopvang staan kinderen gemiddeld ingeschreven voor 2,8
dagen per week. Dit was 2,5 dagen in december 2007 en 2,6 in augustus
2007 (zie ook tabel 3.7).
4 In de berekening van het aantal wensdagen zijn kinderen die een flexibele plaatsingswens
hebben, niet meegenomen. Voor deze kinderen was veelal geen aantal gewenste dagen
bekend.
20
Figuur 3.6 Aantal dagen waarop kinderen staan ingeschreven, BSO
2500
2000
1500
1000
500
0
1 2 3 4 5
Figuur 3.7 Aantal dagen waarop kinderen staan ingeschreven, KDV
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
1 2 3 4 5
21
Tabel 3.7 middeld gewenst aantal dagen per week, over drie metingen
Ge
vergeleken
Meting BSO KDV
1- aug 07 2,6 2,6
1- dec 07 2,3 2,5
1- jun 08 2,5 2,8
Voor alle dagen geldt dat de vraag naar BSO lager is dan voor KDV. Op
woensdag is het verschil het grootste. Het percentage kinderen dat voor
woensdag of vrijdag staat ingeschreven is iets hoger dan bij de tweede
meting. Toen verschilden de cijfers niet of nauwelijks met de eerste meting (1
augustus 2007).
Figuur 3.8 Dagopvang en buitenschoolse opvang - voorkeur dagen BSO/KDV
voorkeur BSO voorkeur KDV
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
0 10 20 30 40 50 60 70
Mediane wachttijd
Ten slotte is aanvullend gekeken naar mediane wachttijd van degenen die nog
op de wachtlijst staan. Deze is op 1 juni 2008 voor de BSO 198 dagen en voor
KDV 152 dagen. Dat betekent dat de helft van de kinderen op de
nettowachtlijst, minder dan 198 dagen wacht op een plek in de buitenschoolse
opvang en minder dan 152 voor dagopvang. Op 1 december 2007 was de
mediaan 91 dagen voor zowel BSO als KDV.
Eerder is opgemerkt dat de gemiddelde wachttijden mede fluctueren door een
piek in de inschrijvingen. De mediaan is als indicator nog gevoeliger voor
dergelijke seizoensinvloeden dan het gemiddelde. In de vorige meting lag de
peildatum drie maanden na een inschrijvingenpiek, deze keer meten we op
een ander moment in het jaar. Dit werkt sterk door in de mediaan.
22
3.6 Netto gecorrigeerde wachtlijst
Volgens de analyse van de wachtlijstadministraties telt de netto wachtlijst in
Nederland 28.626 kinderen in de buitenschoolse opvang (18,3% van de
capaciteit op 1 juni 2008) en 36.990 kinderen (22,0% van de capaciteit op 1
juni 2008) in de dagopvang. Uit de vorige metingen is duidelijk geworden dat
een deel van de administratiewachtlijst ouders betreft die bij navraag toch niet
op de wachtlijst blijken te (willen) staan. Hiervoor dient te worden gecorrigeerd.
Ook is uit de vorige metingen gebleken dat het aantal ouders dat aangeeft ten
onrechte op de wachtlijst te staan, weinig verandert tussen twee metingen.
Voor de correctie van de netto wachtlijsten zijn daarom de resultaten uit de
ouderenquête van de tweede meting opnieuw toegepast, waarmee de netto
wachtlijst in de buitenschoolse opvang uit komt op 21.469 kinderen en de
netto wachtlijst in de kinderdagopvang op 27.743 kinderen. Deze aantallen
waren op 1 december 2007 respectievelijk 21.953 en 23.241. In de BSO zijn
de wachtlijsten nagenoeg gelijk gebleven. Voor KDV geldt een groei van de
wachtlijsten met 19 procent. Grafisch ziet dit er als volgt uit:
Figuur 3.9 Omvang wachtlijsten kinderopvang
BSO KDV
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
1 aug 2007 1 dec 2007 1 jun 2008
De cijfers in het overzicht zijn na de correctie van de ouderenquête op de
wachtlijstgegevens als volgt:
Tabel 3.8 Netto gecorrigeerde wachtlijst buitenschoolse opvang per 1 juni 2008
Percentage Aantal kinderen op de
BSO van de capaciteit wachtlijst
Onderzochte organisaties (n=23) 13,8% 2.088
Nederland 13,8% 21.469
23
Tabel 3.9 Netto gecorrigeerde wachtlijst dagopvang per 1 juni 2008
Percentage Aantal kinderen op
KDV van de capaciteit de wachtlijst
Onderzochte organisaties (n=23) 16,5% 2.600
Nederland 16,5% 27.742
24
BIJLAGEN
25
26
BIJLAGE 1
Brief wachtlijstenonderzoek
Aan de directie van >,
De staatssecretaris van OCW heeft zich tot doel gesteld de wachtlijsten in de
kinderopvang terug te dringen. Daartoe volgt het ministerie van OCW de
ontwikkeling van de wachtlijsten en de wachttijden in de kinderdagverblijven
en buitenschoolse opvang In 2007 is hiertoe tweemaal een meting
uitgevoerd.Het ministerie van OCW heeft aan Regioplan Beleidsonderzoek
gevraagd een derde meting uit te voeren.
Ten behoeve van dit onderzoek worden wachtlijstadministraties van zo'n 50
kinderopvangorganisaties verspreid over heel Nederland geanalyseerd.
Vanwege de vergelijkbaarheid met de vorige meting, worden de
kinderopvangorganisaties uit de tweede meting ook voor deze derde meting
benaderd.
Verzoek om medewerking
Graag wil ik u vragen uw medewerking te verlenen aan het onderzoek. Deze
bestaat uit het verlenen van toestemming aan Regioplan om de benodigde
wachtlijstgegevens te gebruiken. Nadat u de toestemming heeft verleend, zal
Regioplan contact opnemen met uw systeembeheerder voor de daadwerke-
lijke gegevenslevering.
Daarnaast vragen we u toestemming te geven aan Regioplan om de ouders
op de wachtlijst te benaderen met een korte enquête. Aan de ouders wordt
onder andere gevraagd of zij nog steeds op de wachtlijst van uw organisatie
wensen te staan. Als tegenprestatie voor uw medewerking aan het onderzoek
ontvangt u van alle responderende ouders, die bij u staan ingeschreven deze
informatie retour, zodat u uw planningsinformatie en wachtlijst kunt verbeteren.
Vanzelfsprekend worden hierbij de voorschriften van de Wet Persoons-
registratie nageleefd. Dat betekent o.a. dat de gegevens uitsluitend voor dit
onderzoek worden gebruikt en direct na gebruik zullen worden vernietigd. De
resultaten van het onderzoek zullen dit najaar bekend worden. In het rapport
zullen alleen algemene en geanonimiseerde resultaten worden weergegeven.
Toestemmingsverklaring
Wilt u bijgaand formulier invullen, ondertekenen en faxen aan Regioplan
Beleidsonderzoek, t.a.v. Roosje van Leer. Of dien uw toestemmingsverklaring
in per mail: Roosje.van.leer@regioplan.nl
Heeft u vragen over het onderzoek dan kunt u contact opnemen met
Regioplan: Roosje van Leer, tel.
Uw medewerking aan dit onderzoek is van belang voor de betrouwbaarheid
van de onderzoeksresultaten. Daarom hopen zowel het ministerie van OCW,
als Regioplan dat u uw medewerking wilt verlenen.
Met vriendelijke groet,
Marjan Zebregs Afdeling Kinderopvang, directie Primair Onderwijs Ministerie
van OCW.
27
28
BIJLAGE 2
Toestemmingsverklaring bij brief wachtlijstenonderzoek
29
SVP faxen aan Regioplan Beleidsonderzoek, faxnr. 020 6265199 t.a.v. Roosje
van Leer.
Of mailen: roosje.van.leer@regioplan.nl
TOESTEMMINGSVERKLARING
Hierbij verleent > toestemming voor gebruik van de
wachtlijstgegevens en benadering van de ouders voor een schriftelijke
enquête. In ruil daarvoor ontvangen wij de resultaten van de ouderenquête
retour.
Datum: Plaats:
Handtekening:
30