PB08-072
6 november 2008
Inflatie weer onder 3 procent
· Inflatie lager door sterkste daling benzineprijs in dertig jaar · Ook inflatie eurozone flink lager
De Nederlandse inflatie is in oktober uitgekomen op 2,8 procent. Dat is flink
lager dan in september, toen de consumentenprijzen gemiddeld 3,1 procent
hoger lagen dan een jaar eerder. Dit blijkt uit de consumentenprijsindex (CPI)
van het CBS. Deze daling wordt veroorzaakt door fors lagere benzineprijzen.
Benzine was in oktober 8,8 procent goedkoper dan een maand eerder. Dit is
de grootste maandelijkse daling van de benzineprijs in dertig jaar. Benzine
was hierdoor in oktober iets goedkoper dan een jaar eerder. Ook diesel en
LPG waren een stuk goedkoper dan vorige maand.
Naast benzine hadden ook voedingsmiddelen een licht verlagend effect op de
inflatie. Na de sterke prijsstijgingen van voeding het afgelopen jaar lagen de
prijzen in oktober 6,3 procent hoger dan een jaar eerder. In september was
voeding nog 6,8 procent duurder dan een jaar eerder.
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode
(HICP) is in oktober uitgekomen op 2,5 procent. Dit is 0,3 procentpunt lager
dan in september. Volgens een raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de
eurozone 3,2 procent. Ook dat is een sterke afname ten opzichte van
september, toen de inflatie nog 3,6 procent bedroeg. Nederland behoort nog
steeds tot de landen met de laagste inflatie van de eurozone.
Inflatie (CPI) en prijsontwikkeling benzine
% mutatie t.o.v. een jaar eerder
20
ln.... 15
10
sbc.... 5
0
-5
w -10
w -15
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Benzine Inflatie
w Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-072xxx pagina 1 van 5
Technische toelichting
Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de
consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in
het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer
van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft
door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Naast de nationale prijsindex publiceert elke lidstaat van de Europese Unie
een geharmoniseerde prijsindex. Deze Europese indices dienen speciaal voor
het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het
CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized
Index of Consumer Prices).
Voor Europa zijn er twee met de Nederlandse HICP vergelijkbare
inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de
MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de groep van landen
die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van
consumentenprijzen (EICP) geeft de prijsontwikkeling weer zoals die
gemiddeld in de gehele Europese Unie is. De uitkomsten over oktober 2008
voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 14 november
gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand
voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen
gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl).
Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een
samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U
kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie
voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB08-072 pagina 2 van 5
Inflatie, historische reeks
Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar
In procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1
1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5
1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9
1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7
1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1
1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7
1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0
1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1
1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2
1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0
1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2
2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6
2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5
2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4
2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1
2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2
2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7
2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1
2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6
2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 2,8 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100
Van febr. 1994 sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100
Van okt. 1997 dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100
Van jan. 2003 dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100
Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-072 pagina 3 van 5
Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar
Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index
Alle Alle Nederland Eurozone Europese
huishoudens huishoudens Unie
afgeleid 1)
jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7
1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3
1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2
2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9
2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2
2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1
2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0
2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0
2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2
2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2
2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3
maanden
2007 januari 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1
februari 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1
maart 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3
april 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2
mei 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1
juni 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1
juli 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0
augustus 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9
september 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2
oktober 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7
november 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1
december 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2
2008 januari 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4
februari 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5
maart 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8
april 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6
mei 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0
juni 2,6 2,4 2,3 4,0 4,3
juli 3,2 2,9 3,0 4,0 4,4
augustus 3,2 3,0 3,0 3,8 4,3
september 3,1 2,8 2,8 3,6 *) 4,2 *)
oktober 2,8 *) 2,5 *) 2,5 *) 3,2 *)
1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie-
gebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns,
motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB08-072 pagina 4 van 5
Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep
Artikelgroep Weging Mutatie in % okt '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt
% sep '08 okt '07 sep '08 okt '08 *)
0 Totaal bestedingen 100,0 -0,2 2,8 3,1 2,8
1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,3 6,2 0,7 0,7
Voedingsmiddelen 10,1 0,3 6,3 0,7 0,6
Brood en graanproducten 2,1 0,5 6,2 0,2 0,1
Vlees 2,2 0,7 5,2 0,1 0,1
Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 -0,1 5,3 0,0 0,0
Melk, kaas en eieren 1,5 0,3 11,6 0,2 0,2
Oliën en vetten 0,2 0,6 12,1 0,0 0,0
Fruit 0,8 -3,9 6,7 0,1 0,1
Groenten en aardappelen 1,2 1,8 4,1 0,0 0,0
Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 0,7 6,4 0,0 0,1
Overige voedingsmiddelen 1,1 0,6 2,5 0,0 0,0
Alcoholvrije dranken 0,9 0,1 5,2 0,0 0,0
Koffie, thee en cacao 0,3 -1,1 5,4 0,0 0,0
Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,7 5,1 0,0 0,0
2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 0,3 3,7 0,1 0,1
Alcoholhoudende dranken 1,2 0,1 3,6 0,1 0,0
Tabak 1,7 0,4 3,8 0,1 0,1
3 Kleding en schoeisel 5,1 0,7 -0,2 0,0 0,0
Kleding en kledingstoffen 4,2 0,7 -0,6 0,0 0,0
Schoeisel en schoenreparaties 0,9 0,4 1,6 0,0 0,0
4 Huisvesting, water en energie 24,2 0,0 3,3 0,8 0,8
Werkelijke huur 6,3 0,0 1,9 0,1 0,1
Toegerekende huur eigen woning 10,1 0,0 1,9 0,2 0,2
Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 0,4 3,0 0,0 0,0
Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 3,1 0,0 0,0
Energie 4,9 0,1 8,1 0,4 0,4
5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,2 2,4 0,2 0,2
Meubelen en vloerbedekking 2,8 0,0 3,3 0,1 0,1
Huishoudtextiel 0,5 -0,2 3,0 0,0 0,0
Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 0,2 -1,9 0,0 0,0
Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,9 1,6 0,0 0,0
Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 0,8 2,0 0,0 0,0
Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,5 3,1 0,0 0,0
6 Gezondheid 1,2 0,3 0,5 0,0 0,0
7 Vervoer 11,4 -2,3 2,3 0,6 0,3
Aankoop voertuigen 3,0 0,6 -0,7 0,0 0,0
Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 -5,0 2,5 0,5 0,2
Vervoersdiensten 1,7 2,9 6,5 0,1 0,1
8 Communicatie 4,1 -0,3 -2,5 -0,2 -0,1
9 Recreatie en cultuur 10,4 0,3 -0,7 -0,1 -0,1
Audio en video, computers en software 2,0 -0,9 -10,7 -0,2 -0,2
Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,3 1,8 0,0 0,0
Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 0,6 0,6 0,0 0,0
Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 0,4 4,3 0,1 0,1
Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 1,3 -2,0 0,0 0,0
Pakketreizen 1,6 0,0 3,1 0,1 0,1
10 Onderwijs 0,1 0,0 2,6 0,0 0,0
11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 0,2 4,2 0,2 0,2
Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,3 4,6 0,2 0,2
Accommodatie 0,4 0,0 1,3 0,0 0,0
12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,2 3,9 0,4 0,4
Lichaamsverzorging 2,3 0,4 1,7 0,0 0,0
Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,4 3,8 0,0 0,0
Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,0 3,4 0,0 0,0
Verzekering 3,5 0,2 5,8 0,2 0,2
Financiële diensten 1,0 0,1 3,8 0,0 0,0
Andere diensten n.e.g. 1,9 -0,1 3,6 0,1 0,1
13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,0 4,5 0,1 0,1
Consumptiegebonden belastingen 2,5 0,0 5,1 0,1 0,1
Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 2,1 0,0 0,0
14 Consumptie in het buitenland 4,5 -2,3 5,2 0,3 0,2
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-072
---- --