Kamerbrief inzake bestrijding van kindersekstoerisme in Zuidoost-Azië
06-11-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op 3 oktober 2007 heeft de minister van Justitie uw Kamer een
kabinetsreactie doen toekomen op het rapport "Wat we niet zien, dat is
er niet" van Terre des Hommes over kindersekstoerisme in Cambodja.
Deze reactie bevatte onder meer de toezegging van de minister van
Justitie contact op te nemen met de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking teneinde te bezien of en zo ja op welke
wijze bijstand verleend kan worden aan de Cambodjaanse autoriteiten
bij de aanpak van kindersekstoerisme.
Op 20 november 2007 heeft uw Kamer, tijdens de begrotingsbehandeling
van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de motie Van der Staaij
c.s. aangenomen (31200-V, nr.58). In deze motie wordt de ministers van
Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking gevraagd de
autoriteiten in Zuidoost-Azië te ondersteunen in hun aanpak van
kindersekstoerisme, bijvoorbeeld door toekenning van
ontwikkelingsgelden om de plaatselijke opsporing te verbeteren.
Middels deze brief informeren wij u graag over de stand van zaken met
betrekking tot de uitvoering van de toezegging van de minister van
Justitie alsmede van de motie.
In de in november 2007 aangenomen notitie "Naar een menswaardig
bestaan" heeft het kabinet een aantal prioriteiten voor het
mensenrechtenbeleid geïdentificeerd. Eén van deze prioriteiten betreft
de bevordering van kinderrechten. Hoe kwetsbaarder de mens, hoe groter
de noodzaak dat hij zich bewust is van zijn rechten en dat hij wordt
geholpen bij het realiseren van deze rechten. Zoals beschreven in de
mensenrechtenstrategie: als dat voor één groep opgaat, is het wel voor
kinderen.
Vanuit deze gedachte zet het kabinet zich op verschillende manieren in
om de positie van kinderen wereldwijd te verbeteren. Dit gebeurt
bijvoorbeeld via financiering van projecten uit het
Mensenrechtenfonds, maar eveneens via multilaterale kanalen. In de VN
heeft Nederland ingezet op de aanstelling van een Speciale
Vertegenwoordiger inzake Geweld tegen Kinderen. De EU heeft
kinderrechten geïntegreerd in het externe beleid op gebied van
politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en handel. Ook zet
Nederland zich actief in voor de bestrijding van kinderarbeid. Van de
meer dan 200 miljoen kinderen die wereldwijd worden ingezet in het
arbeidsproces is meer dan driekwart slachtoffer van de ernstigste
vormen, zoals slavernij, kinderhandel of prostitutie.
Specifiek op het gebied van de bestrijding van kindersekstoerisme
financieren Nederlandse ambassades, onder meer in Zuidoost-Azië,
inmiddels een aantal kleinere activiteiten. Gelet op het belang van
kinderrechten en de ernst van de problematiek van seksuele uitbuiting
van kinderen - zoals onderschreven in de kabinetsreactie op het
genoemde rapport van Terre des Hommes - intensiveren wij het aantal
activiteiten op het gebied van de bestrijding van kindersekstoerisme.
Wij kiezen hierbij voor een brede aanpak.
Ten eerste wordt thans een programma van UNICEF ondersteund dat is
gericht op het versterken van de opsporings- en vervolgingscapaciteit
van de Cambodjaanse autoriteiten. Dit programma voorziet onder meer in
training van politie-eenheden. Tevens wordt gewerkt aan verbetering
van de nationale politiedatabase voor kinderhandel, seksueel misbruik
en uitbuiting. Ook worden workshops georganiseerd gericht op het
uitwisselen van gegevens en het verschaffen van informatie over
wettelijke en technische ontwikkelingen. Aan dit UNICEF-programma
draagt Nederland ongeveer 1 miljoen US$ bij.
In aanvulling op deze steun, gericht op de autoriteiten, wordt uit het
Mensenrechtenfonds een project van Terre des Hommes gefinancierd ter
versterking van de capaciteit van NGO's. Hiermee is 145.000 Euro
gemoeid. Het project voorziet via bewustwordingsactiviteiten in het
aanmoedigen van slachtoffers en getuigen om aangifte te doen. Het
project omvat voorts steunverlening aan slachtoffers in juridische
procedures en het vergroten van de capaciteit van NGO's om follow-up
te geven aan zaken bij politie en rechterlijke macht.
Voorts wordt een project ter waarde van 153.000 Euro gefinancierd ter
preventie van kindersekstoerisme (via de organisatie ECPAT: End Child
Prostitution, Child Pornography and Trafficking of Children for Sexual
Purposes). Dit project zet hiertoe in op steun aan lokale NGO's in
onder meer Cambodja, Thailand en de Filippijnen. Deze organisaties
brengen lokale toeristische organisaties op de hoogte van de
gedragscode ter bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik.
Doelstelling is vergroting van de bewustwording van het probleem van
kindersekstoerisme bij lokale toeristische organisaties.
De focus van de genoemde projecten is in eerste instantie gericht op
Cambodja en enkele buurlanden in Zuidoost-Azië. Bezien zal worden of
activiteiten breder in de regio kunnen worden uitgevoerd. Hierbij zal
nauw worden samengewerkt met het Korps Landelijke Politiediensten
(KLPD), die actief is op het gebied van de bestrijding van
kindersekstoerisme in Zuidoost-Azië.
Nederland zal tijdens het Derde Wereldcongres inzake Seksuele
Uitbuiting van Kinderen in Brazilië (25-28 november 2008) de
preventieve maatregelen uitdragen die ons land op dit terrein zowel
nationaal als internationaal heeft genomen. Hierbij staan de `good
practices' bij de strafrechtelijke handhaving van de verboden op
kinderporno, mensenhandel, jeugdprostitutie en kindersekstoerisme
centraal. Nederland zal in dit verband de noodzaak benadrukken van
interdisciplinaire en intersectorale samenwerking.
Uit VN-studies over geweld tegen vrouwen en over geweld tegen kinderen
blijkt dat meisjes extra kwetsbaar zijn voor allerlei vormen van
geweld, en niet in de laatste plaats van seksuele uitbuiting en
prostitutie. In het voorjaar van 2009 zal Nederland daarom een
internationale conferentie organiseren waarbij expliciet aandacht
wordt geschonken aan geweld tegen meisjes, inclusief seksueel
misbruik.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken