Beantwoording vragen van de leden Cörüz en Ormel over het bericht dat
martelen in Turkije weer toeneemt
06-11-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Cörüz en Ormel over het bericht dat martelen in
Turkije weer toeneemt. Deze vragen werden ingezonden op 21 oktober
2008 met kenmerk 2080903230.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Cörüz en Ormel (CDA) over het bericht dat martelen
in Turkije weer toeneemt.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat martelen in Turkije weer
toeneemt? 1) Zijn de daders van deze martelingen inmiddels opgepakt?
Zo neen, op welke termijn is dit te verwachten?
Antwoord
Ja. Inmiddels zijn 19 politiefunctionarissen op non-actief gesteld
vanwege (mogelijke) betrokkenheid bij de dood van Engin Çeber. Het
Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft twee inspecteurs
aangesteld die op basis van onderzoek een rapport zullen opstellen
over de kwestie. De Mensenrechtencommissie van het Turkse parlement
heeft ook een onderzoek aangekondigd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat er sprake is van een verslechtering van de
mensenrechtensituatie in Turkije?
Vraag 3
Heeft de Nederlandse regering reeds haar afkeuring uitgesproken naar
de Turkse regering over de martelpraktijken, in bilateraal dan wel in
Europees verband? Zo neen, waarom niet en wanneer gaat u dit alsnog
doen?
Vraag 4
Bent u bereid om de Turkse regering aan te spreken op het
ontmoedigingsbeleid dat in 2002 werd ingesteld door de
regering-Erdogan en haar een overzicht te vragen van wat zij feitelijk
sindsdien heeft gedaan om dit beleid in praktijk te brengen?
Antwoord
Een aantal Turkse en internationale mensenrechtenorganisaties is van
mening dat er sprake is van een verslechtering op het gebied van
marteling en mishandeling. Als oorzaak wordt gewezen op de in juni
2007 geamendeerde politiewet en de aanslagen door de PKK. De
politiewet geeft de politie ruimere bevoegdheden, zoals de bevoegdheid
om mensen zonder aanleiding aan te houden en te fouilleren. De politie
zou in toenemende mate gebruik maken van deze bevoegdheden, mede
vanwege de voortdurende aanslagen door de PKK.
Straffeloosheid is een van de belangrijkste oorzaken voor het
plaatsvinden van marteling. Hoewel de Turkse overheid marteling
formeel niet tolereert, en een zogenoemd zero tolerance beleid voert
sinds 2002, komt het nog te vaak voor dat de vermeende daders vrijuit
gaan. Minister Sahin heeft aangekondigd het zero tolerance beleid te
zullen voortzetten en te streven naar het voorkomen van dit soort
incidenten.
Zowel bilateraal als bij de Raad van Europa wordt bij de Turkse
autoriteiten aangedrongen op ratificatie van het Optionele Protocol
bij het VN Verdrag tegen marteling. Dit en uitvoering van het zero
tolerance beleid is bovendien een punt van aandacht in het kader van
de EU-toetredingsonderhandelingen. Ik verwijs u in dit verband graag
naar de beantwoording van de kamervragen met kenmerk 2070824210 van 30
juni 2008.
1) De Telegraaf, 14 oktober 2008, `Martelen in Turkije neemt weer toe'
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken