4. Antwoorden op kamervragen van Van der Veen over suïcdaal gdraag
bij gebruikers van het medicijn Strattera
Antwoorden op kamervragen van Van der Veen over suïcdaal gdraag bij
gebruikers van het medicijn Strattera
Kamerstuk, 6 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2886047
6 november 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Van der
Veen (PvdA) over suïcidaal gedrag bij gebruikers van het medicijn
Strattera (2080902440).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat de rechter heeft bepaald dat het
rapport "Strattera Risk Benefit Assessment" openbaar gemaakt moet
worden, dat het CBG heeft afgezien van hoger beroep en dat fabrikant
Eli Lilly nog twee weken heeft om in hoger beroep te gaan?
Antwoord 1
Ja. Het geneesmiddel Strattera is in 2005 in Engeland op de markt
gekomen en daarna via een procedure van 'wederzijdse erkenning' ook
tot de Nederlandse markt toegelaten. In beginsel dienen de
geneesmiddelenautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie
elkaars beoordelingen en toelatingen namelijk over te nemen. Het
beoordelingsrapport waar het in deze rechtszaak om gaat is dan ook
opgesteld door de Engelse Medicines and Health Products Regulatory
Agency (MHRA). De MHRA heeft het beoordelingsrapport gepubliceerd op
zijn website (met weglating van persoonsgegevens en commercieel
vertrouwelijke gegevens). Zie de website van de MHRA:
http://www.mhra.gov.uk/home/groups/es-foi/documents/foidisclosure/con2
024013.pdf
Door middel van een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB)
heeft een derde partij in Nederland dit rapport opgevraagd. Het CBG is
van mening dat informatie rond geneesmiddelen zoveel mogelijk openbaar
moet zijn, met uitzondering van kenmerken die terug te leiden zijn
naar personen en met uitzondering van commercieel vertrouwelijke
informatie. Deze gegevens zijn dan ook uit het rapport verwijderd,
waarna het openbaar is gemaakt. De Nederlandse rechter heeft bepaald
dat het CBG beter moet motiveren waarom bepaalde delen van het rapport
van de MHRA niet openbaar zijn gemaakt.
Eli Lilly heeft inmiddels hoger beroep aangetekend bij Raad van State,
omdat de firma van mening is dat juist teveel informatie aan de
openbaarheid wordt prijsgegeven.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat in het gedeelte van het rapport
dat nu al is vrijgegeven schokkende cijfers staan ten aanzien van het
aantal Stratteragebruikers met suïcidaal gedrag, en het aantal
Stratteragebruikers dat daadwerkelijk suïcide heeft gepleegd?
Antwoord 2
In het rapport wordt een aantal gevallen van suïcidaal gedrag onder
gebruikers van Strattera genoemd. In het merendeel van deze gevallen
ging het om suïcidale gedachten. In een enkel geval ging het om een
suïcidepoging al dan niet met een fatale afloop. Gedurende de periode
van het rapport gebruikten wereldwijd ongeveer één miljoen patiënten
Strattera. Mede naar aanleiding van dit rapport werd de
productinformatie van Strattera op Europees niveau aangepast door te
vermelden dat bij gebruik van Strattera suïcidale gedachten of
suïcidale pogingen soms voorkomen (bij minder dan 1 op de 100
patiënten). Daarnaast zijn de bijwerkingen (onderverdeeld naar de
verschillende leeftijdsgroepen van patiënten) expliciet opgenomen in
de bijsluiter en is specifiek aangegeven dat Strattera een
geneesmiddel is dat als onderdeel van een breed behandelprogramma, dus
onder begeleiding, dient te worden geslikt.
Vraag 3
Zijn andere onderzoeken bekend die aangeven dat Strattera een aantal
ernstige bijwerkingen heeft, waaronder een verhoogde kans op suïcide?
Antwoord 3
Het beoordelingsrapport vermeldt een aantal recent afgeronde en nog
lopende onderzoeken bij kinderen naar mogelijke bijwerkingen als
toevallen, suïcidaal gedrag en andere psychiatrische stoornissen,
leverproblemen en hartaandoeningen. De uitkomsten van de afgeronde
onderzoeken staan in het openbaar gemaakte rapport.
Vraag 4
Hoeveel kinderen in Nederland zijn gediagnosticeerd met ADHD? Hoeveel
kinderen slikken Strattera respectievelijk Ritalin?
Antwoord 4
Van de kinderen onder de 16 jaar lijdt naar schatting 3% tot 5% aan
ADHD; bij jongvolwassenen is dit 1% tot 3%. Van alle twee miljoen
kinderen van 5 tot 14 jaar in Nederland zouden dus 60.000 tot 100.000
voldoen aan de diagnose ADHD (bron RIVM/Trimbos). Vorig jaar waren er
ongeveer 5.500 gebruikers van Strattera en bijna 88.000 gebruikers van
methylfenidaat in Nederland (bron CvZ).
Vraag 5
Kan aangegeven worden welke bijwerkingen Strattera resp. Ritalin
hebben volgens de in Nederland gebruikte bijsluiter, en in welke mate
deze bijwerkingen zich voordoen?
Antwoord 5
De meest actuele bijsluiterteksten zijn te vinden op de website van
het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen via
http://www.cbg-meb.nl/.
De bijsluiter van Strattera vermeldt onder meer:
"Patiënten jonger dan 18 jaar hebben een verhoogd risico op
bijwerkingen zoals:
- suïcidale gedachten
- vijandigheid (hoofdzakelijk agressie, opstandig gedrag en woede)
- emotionele labiliteit
U moet uw arts informeren als één van de bovenstaande symptomen zich
ontwikkelen of
verergeren nadat de behandeling is begonnen. U moet ook weten dat, net
zoals met andere
psychotrope geneesmiddelen, er een mogelijkheid bestaat tot het
optreden van zeldzame,
ernstige psychiatrische bijwerkingen. In deze leeftijdsgroep zijn de
lange termijn effecten
betreffende groei, ontwikkeling en cognitieve- en gedragsontwikkeling
van Strattera nog niet
aangetoond".
De bijsluiter van Ritalin vermeldt onder "psychische stoornissen"
onder meer dat de neiging tot zelfmoord zeer zelden voorkomt.
Vraag 6
Waarop wordt de diagnose ADHD gebaseerd?
Bent u het eens met de stelling dat de diagnose ADHD een subjectieve
diagnose is, en dat het beter zou zijn als er een protocol opgesteld
zou worden voor de diagnose en behandeling van ADHD en verwante
stoornissen?
Antwoord 6
Het stellen van de diagnose ADHD is stringent vastgelegd in twee
verschillende classificatie schema's die door de beroepsgroep worden
gehanteerd. Er is bij de voorschrijvers van de genoemde medicatie dus
eenduidigheid over de wijze van diagnosticeren van deze aandoening.
Vraag 7
Bent u op de hoogte van de resultaten van de onderzoeksgroep van
mevrouw P. in Eindhoven, waaruit blijkt dat ADHD behandeld kan worden
zonder deze geneesmiddelen? Deelt u de mening dat het de voorkeur
verdient kinderen geen geneesmiddelen voor te schrijven, zeker niet
wanneer zich ernstige bijwerkingen kunnen voordoen, waaronder een
verhoogde kans op suïcidaliteit, wanneer goede alternatieven
beschikbaar zijn?
Antwoord 7
Ja, het onderzoek van mevrouw P. is bekend. Overigens wordt Strattera
in Nederland reeds terughoudend gebruikt; het wordt alleen toegepast
als gedragstherapie alleen onvoldoende is en het wordt als tweedelijns
therapie gebruikt als andere middelen niet effectief blijken. Het
onderzoek van mevrouw P. moet dan ook worden gezien in het licht van
het verschil in de ernst van de aandoening.
Vraag 8
Is de farmaceutische industrie naar uw mening bereid onderzoek te doen
naar de schadelijke gevolgen van Strattera en Ritalin? Bent u van
mening dat de overheid hier een verantwoordelijkheid in heeft? Zo ja,
welke?
Antwoord 8
In het kader van geneesmiddelenbewaking worden na registratie
voortdurend bijwerkingen van elk geneesmiddel bijgehouden zowel door
de fabrikant als door de bevoegde autoriteiten. De meldingen van
bijwerkingen door artsen en patiënten worden beschreven in een door de
fabrikant op te stellen periodiek veiligheidsrapport (PSUR, Periodic
Safety Update Report) samen met farmaco-epidemiologische
onderzoeksgegevens en literatuuroverzichten.
PSURs worden op Europees niveau vergeleken en besproken, dus
bijwerkingen worden niet alleen in Nederland nauwlettend gevolgd, er
is tevens afstemming op Europees niveau, waarbij de lidstaten van de
EU PSURs en informatie van bijwerkingen aan elkaar koppelen.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen beoordeelt deze PSURs
en gaat na of de werkzaamheid van het geneesmiddel opweegt tegen de
risico's of bijwerkingen van het geneesmiddel. Als dit niet het geval
is, kunnen de officiële productinformatie voor arts en apotheker en de
bijsluitertekst worden aangepast met bijvoorbeeld waarschuwingen of
kunnen andere aanvullende maatregelen worden genomen.
Zoals hierboven vermeld worden er door de firma in het periodieke
veiligheidsrapport onderzoeken vermeld die net zijn afgerond of nog
lopen. Zo loopt er momenteel een onderzoek waarbij in de huisartsen
database in het Verenigd Koninkrijk (GPRD) gekeken wordt naar
meldingen van mogelijke bijwerkingen op Strattera, een zogeheten PEM
(Prescription Event Monitoring) onderzoek. Na afronding van het
onderzoek wordt het onderzoeksrapport voor beoordeling naar de
registratie-autoriteiten gestuurd.
Vraag 9
Bent u bereid het rapport "Strattera Risk Benefit Assessment", wanneer
hoger beroep uitblijft aan de Kamer te zenden, voorzien van uw
reactie?
Antwoord 9
De firma Eli Lilly heeft bezwaar aangetekend tegen de beslissing van
het CBG op het ingediende bezwaarschrift, alsmede hoger beroep tegen
de beslissing van de Rechtbank Amsterdam. Het rapport van de MHRA is
openbaar en via internet benaderbaar met de restrictie dat
persoonsgegevens en commercieel vertrouwelijke gegevens zijn
verwijderd
(http://www.mhra.gov.uk/home/groups/es-foi/documents/foidisclosure/con
2024013.pdf).
Vraag 10
Bent u bereid onderzoek te doen naar alternatieven voor de behandeling
van ADHD en verwante stoornissen bij kinderen en jeugdigen? Zo ja,
hoe? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 10
De minister van VWS doet geen onderzoek naar (alternatieven voor) de
behandeling van ziekten. Dit is een taak voor de beroepsgroepen die
zich met dergelijke aandoeningen bezighouden. Ik ga er van uit dat de
behandelwijze van ADHD en verwante aandoeningen binnen de
desbetreffende beroepsgroepen continu voorwerp van onderzoek en
gedachtenvorming zijn.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport