Betere samenwerking nodig bij begeleiding jeugdwerklozen met problemen

06/11/2008 12:00

Algemene Rekenkamer

Huidige aanpak schiet tekort; maatwerk kan voorkomen dat jongere uit zicht raakt

Jongeren die bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) als werkloos staan ingeschreven en door een combinatie van problemen ver afstaan van de arbeidsmarkt, krijgen vaak niet de juiste begeleiding om terug naar school te keren of een baan te bemachtigen. Deze jongeren worden door allerlei instanties uit verschillende ketens begeleid: CWI, gemeente, uitkeringsinstantie UWV, organisaties uit het onderwijs en de zorg. Deze organisaties sluiten met hun aanpak te weinig aan bij de problemen van de jongeren, werken niet goed samen en wisselen onderling te weinig informatie uit. Zo werken CWI en gemeenten nog te weinig samen met de zorgsector.

De Algemene Rekenkamer pleit in het rapport Aanpak harde kern jeugdwerklozen, dat op 6 november 2008 is gepubliceerd, daarom voor betere samenwerking tussen instanties en voor begeleiding die beter aansluit bij de problemen van jongeren. Nu is de werkwijze van instanties vooral gericht op jongeren met weinig belemmeringen.

Het aantal jongeren (15-22 jaar) dat bij het CWI staat ingeschreven als werkzoekend is tussen eind 2003 en eind 2007 spectaculair gedaald: van 55.786 naar 17.617. Van deze jeugdwerklozen is inmiddels verhoudingsgewijs een groot aantal (twee op de drie) moeilijk bemiddelbaar naar school of werk omdat zij veelal kampen met een combinatie van problemen. Deze groep van circa tienduizend jongeren vormt de harde kern van het CWI-bestand. Vaak gaat het om jongeren met schulden, psychische problemen, gedragsstoornissen en problemen thuis. Om deze complexe problemen gericht aan te pakken moeten de begeleidende instanties snel zicht krijgen op alle belemmeringen die de jongere ondervindt bij de terugkeer naar school of werk. CWI-begeleiders hebben nu weinig tijd voor deze diagnose en maken weinig gebruik van informatie die andere instanties over de jongere hebben.

Ondersteuning op maat nodig

Verder dienen begeleiders deze jongeren vaker actief te benaderen, omdat de jongeren zelf zich vaak afwachtend opstellen en contact met instanties mijden. Deze jongeren hebben ondersteuning op maat nodig, met intensieve begeleiding en aandacht voor alle problemen die zij ondervinden. Vaak ontbreekt dit maatwerk nog, bijvoorbeeld voor jongeren met psychische problemen.

Onderdeel van dit onderzoek is een enqu(ee)te onder jongerenbegeleiders in gemeenten. De helft van hen geeft aan dat er te weinig passende ondersteuning is bij de re-integratie van werkloze jongeren met meervoudige problemen.

De verschillende instanties die bij een jongere betrokken zijn stemmen hun activiteiten lang niet altijd onderling af. Daardoor kan het gebeuren dat jongeren maanden geen zinvolle dagbesteding hebben of uit het zicht van de instanties raken. De Algemene Rekenkamer pleit voor één begeleider die de regie voert en activiteiten afstemt.

Reacties ministers en nawoord Algemene Rekenkamer

De ministers voor Jeugd en Gezin (verantwoordelijk voor de samenhang in het jeugdbeleid), van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (verantwoordelijk voor CWI en UWV) en van Onderwijs (verantwoordelijk voor de aanpak van schooluitval) kunnen helpen om de knelpunten aan te pakken. In hun reactie op dit rapport wijzen de bewindspersonen op recente ontwikkelingen rond de inrichting van jongerenloketten, locaties werk en inkomen, de werkleerplicht tot 27 jaar, campussen voor probleemjongeren, de Verwijsindex Risicojongeren en het Digitaal Klantdossier. De Algemene Rekenkamer stelt vast dat deze maatregelen kunnen bijdragen aan een betere begeleiding, maar niet alle knelpunten wegnemen.

De bewindspersonen nemen de aanbeveling niet over om meer te investeren in de samenwerking tussen gemeenten, CWI en zorginstanties. Evenmin wordt de aanbeveling overgenomen om na te gaan of er voldoende effectieve ondersteuning beschikbaar is voor jongeren met complexe problemen. De Algemene Rekenkamer acht deze punten essentieel om de bestaande praktijk te verbeteren.

Voorbeeld uit de praktijk: Annemarie is 18 jaar en heeft psychische en gedrags- problemen. Zij verblijft in een huis voor begeleid wonen van de jeugdhulpverlening. Voor de diagnose die de gemeente over haar stelt wordt geen informatie bij de jeugdhulpverlening opgevraagd. Daarom zijn niet al haar belemmeringen in beeld. Volgens de gemeente kan zij terug naar school. Deze opleiding start nog niet, dus krijgt zij tijdelijk een work-firstplaats bij een kringloopbedrijf. Annemarie verschijnt er weinig. Na een halfjaar blijkt zij ernstige psychische problemen te hebben en heeft zij geen vaste verblijfplaats meer. De gemeente biedt haar een training sociale vaardigheden aan en steun bij het verbeteren van contacten met hulpverleners. Dat pakt positief uit, maar is niet voldoende. Een intensievere aanpak is gewenst, maar die biedt de gemeente alleen aan voor jongeren met bijstandsuitkering. Die heeft Annemarie niet. Zij wordt wel verwezen naar de dagbesteding voor ex-verslaafden en daklozen, zonder intensieve begeleiding. De opleiding ligt niet in het verschiet.








Algemene Rekenkamer