6 no
v 2008
Nummer: N
Jaar op jaar braken wetenschappers zich er het hoofd over: het
ammoniakgat. Apparatuur in het veld mat steevast een kwart meer
ammoniak dan er op basis van berekeningen zou moeten zijn. Het raadsel
is nu, met hulp van onderzoekers van Wageningen UR, opgelost.
Aan de metingen ligt het niet. De apparatuur van het Landelijk Meetnet
Luchtkwaliteit van het RIVM deugt. Op zeven plekken in het land meet
het RIVM al jarenlang de concentratie ammoniak in de lucht. Het aantal
stations is klein omdat metingen duur zijn. Maar daar zit volgens
recent onderzoek de fout ook niet; de metingen geven een
representatief beeld.
De grote fout zit âm in het gebruikte rekenmodel, hebben onderzoekers
van onder meer RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen
UR uitgevogeld. Het model berekent de concentratie ammoniak in de
lucht op basis van de uitstoot door de landbouw. Naar nu blijkt schat
dit model de opname van ammoniak door de bodem veel te hoog in. Dat
komt omdat waarden worden gebruikt van ammoniakopname in
natuurgebieden. En dat is niet representatief voor de Nederlandse
bodem. Landbouwgrond blijkt aanzienlijk minder ammoniak op te nemen
uit de lucht dan natuur doet. De verklaring ligt voor de hand: door
bemesting hebben zowel de grond als het gewas dat erop al een hoog
stikstofgehalte waardoor ammoniakopname uit de lucht beperkt is.
De opname van ammoniak door de bodem is dus jarenlang overschat.
Bijgevolg viel de berekende concentratie ammoniak in de lucht te laag
uit: vijftien procent om precies te zijn. Het grootste deel van het
gat van vijfentwintig procent is daarmee verklaard.
De onderzoekers hebben verder gekeken naar de emissie van ammoniak bij
het uitrijden van mest. In de modellen werden tot nu toe emissies
gebruikt uit de akkerbouw, vertelt dr. Jan Huijsmans, mestdeskundige
van Plant Research International. Maar grasland stoot na bemesting
veel meer ammoniak uit, blijkt uit nieuw onderzoek. Bovendien wasemen
gewassen die aan het afrijpen zijn zelf actief ammoniak uit. Beide
effecten zijn goed voor een vijf procent hogere ammoniakconcentratie.
Het dan nog resterende ammoniakgaatje van vijf procent valt binnen de
foutenmarge. En dus is het ammoniakgat gedicht. Tot opluchting van
alle ammoniakdeskundigen. âHet was toch zeer onbevredigend, dat
ammoniakgatâ, zegt Huijsmans. / Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.