Zo kunnen we het mondiale financiële stelsel in evenwicht brengen
Persbericht | 04-11-2008
Minister-president Balkenende en minister Bos (Financiën) hebben een
ingezonden brief gestuurd aan Europese kranten over de internationale
financiële crisis.
Tekst van de brief:
Financiële stabiliteit is een mondiaal publiek goed. De internationale
financiële crisis heeft laten zien hoe belangrijk het is dat
regeringen en monetaire autoriteiten wereldwijd intensief samenwerken.
Voor een stabiel, slagvaardig en duurzaam financieel stelsel dat alert
kan reageren op de dagelijkse realiteit, is het noodzakelijk dat de
internationale samenwerking op een hoger niveau wordt getild.
Hoe kunnen we dit realiseren?
Ten eerste door ervoor te zorgen dat anders wordt aangekeken tegen
bankieren, financiële innovaties en door de beloningsstructuur bij
financiële instellingen beter te richten op de lange termijndoelen en
het publieke belang.
Ten tweede door de kloof te dichten tussen de internationale schaal
van de activiteiten van banken en verzekeraars enerzijds en de op
nationaal niveau opererende toezichthouders anderzijds.
En ten derde door te werken aan de ontwikkeling van een beter
internationaal toezicht ten behoeve van de financiële stabiliteit,
zonder dat daardoor de bureaucratie toeneemt.
Wij stellen daarom de volgende maatregelen voor.
Wereldwijd hebben regeringen zowel collectief als individueel
ingegrepen om financiële instellingen te redden en bij te staan. Nu is
het tijd dat ook de financiële sector zelf zijn verantwoordelijkheid
neemt. Bonussen en optieregelingen bij financiële instanties en
markten zijn te veel gericht op winstbejag op de korte termijn, en te
weinig op het bredere publieke belang en stabiliteit op de lange
termijn.
Banken dienen hun beloningssystemen te veranderen. Het is aan
regeringen en toezichthouders hen hierbij de helpende hand te bieden
en deze veranderingen - indien nodig - af te dwingen.
Het publieke belang moet in de financiële instellingen worden
verankerd. Om te voorkomen dat te grote risico's worden genomen kunnen
we bijvoorbeeld binnen financiële instellingen de tegenkrachten
versterken.
Risicomanagers met vetorecht kunnen een plaats in de raad van bestuur
krijgen. Het gedrag van werknemers en directeuren in de financiële
instellingen kan worden veranderd door het beloningssysteem onderdeel
te laten uitmaken van de risicobeoordeling door de financiële
toezichthouders. Mocht dit niet voldoende zijn dan zouden we ook
kunnen overwegen terugvorderingsclausules op bonussen in te voeren.
Maar dat is nog niet voldoende. Het financieel toezicht en de
structuren voor crisismanagement moeten ook veranderen. Financiële
problemen houden niet bij de landsgrenzen op. Voor een doeltreffend
antwoord is snel en gecoördineerd ingrijpen essentieel. In tijden van
crisis telt elke minuut. Daarom moet de kloof tussen de nationale
toezichthouders en de op internationale schaal opererende banken en
verzekeraars worden gedicht. Wij zijn het met bijvoorbeeld Gordon
Brown eens dat toezichthouders de internationale samenwerking dienen
te intensiveren en tot een gezamenlijke aanpak zien te komen.
Een mondiale agenda is een mooi idee, maar binnen Europa moeten we ook
nog het nodige werk verzetten. Het toezicht in Europa is versnipperd
en de recente gecoördineerde actie van de Europese regeringen is voor
een groot deel toe te schrijven aan sterk individueel leiderschap. Het
is zaak dat Europa nu snel koers zet naar een geïntegreerd Europees
stelsel van zorgvuldig toezicht en crisismanagement.
Dat is echter nog steeds ontoereikend. Er is niet alleen behoefte aan
nationale en Europese stelsels en regelingen. Mondiale financiële
stabiliteit is alleen te bereiken door middel van internationale
vormen van toezicht. Omdat wij niet geloven in extra bureaucratie,
sluiten we liever aan bij de kracht van de bestaande internationale
instellingen. Hiervoor komt het IMF uiteraard in aanmerking, maar met
een ruimer mandaat en grotere bevoegdheden. De geloofwaardigheid zal
zo toenemen. Het Fonds heeft een aantal sterke punten; een ruime
expertise, een brede wereldwijde lidmaatschapsbasis en betere
verantwoordingsstructuren dan welke andere bestaande organisatie ook.
Op deze basis kunnen we voortbouwen. Onderdeel van de jaarlijkse
beoordeling van het economisch beleid van alle lidstaten zou een
verplichte controle moeten zijn van de organisatie van het financieel
toezicht van de betrokken landen. De resultaten van deze controle
moeten bovendien, uit principe, openbaar worden gemaakt.
Het IMF krijgt dus meer invloed op het beleid van nationale
regeringen, maar krijgt eveneens de bevoegdheid om aanbevelingen te
geven aan internationale organisaties, zoals de BIS (Bank for
International Settlements) en hierbinnen het Basel Comité, het IOSCO
(internationaal samenwerkingsverband van effectentoezichthouders) en
de IASB (Raad voor internationale boekhoudnormen). Om te zorgen voor
politieke legitimiteit zou het Financiële Stabiliteitsforum (FSF), het
gremium van norminstellingen en financiële autoriteiten die de
grootste financiële centra ter wereld beheersen, onder de vleugels van
het IMF moeten worden gebracht. Zo kan het Internationale Monetaire
Fonds veranderen in de Wereldorganisatie voor Financiële Stabiliteit.
Het opnieuw in evenwicht brengen van het internationale financiële
stelsel is een van de grootste uitdagingen van onze tijd.
Waarschijnlijk hebben we maar één kans. Nu is het moment om die kans
te grijpen en zaken op orde te brengen.
Ministerie van Algemene Zaken