Kamerbrief inzake de ontwikkelingen in het oosten van de Democratische Republiek Congo
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de reactie
aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 28 oktober
2008 met kenmerk 2008Z05324 en het verzoek van het lid Van Dam gedaan bij de
regeling van werkzaamheden op 30 oktober 2008 inzake de ontwikkelingen in het
oosten van de DRC.
In deze brief zullen wij ingaan op de actuele situatie in het conflictgebied,
de internationale en Nederlandse inspanningen om het tij te keren - met inbegrip
van de boodschappen aan Rwanda over de situatie in Oost-DRC - en de implicaties
voor de EVDB-missie in het veld.
Op 28 augustus jl. zijn hernieuwde gevechten uitgebroken tussen het Congolese
leger (FARDC) en de troepen van dissidente generaal Nkunda (CNDP). Vorige week
bereikte het conflict een dieptepunt, toen Nkunda's troepen optrokken naar Goma.
Inmiddels heeft Nkunda een eenzijdig staakt-het-vuren afgekondigd, maar het
risico van nieuwe geweldsexplosies is groot. Het Congolese leger heeft Goma
verlaten, waarbij op grote schaal mensenrechtenschendingen en plunderingen zijn
voorgekomen. De humanitaire situatie is uitermate zorgwekkend, en de toegang tot
ontheemden nog altijd beperkt. Drie van de vier vluchtelingenkampen rond
Rutshuru zijn vernietigd. Op maandag 3 november heeft een eerste hulpkonvooi de
stad Rutshuru, 75 kilometer ten noorden van Goma, kunnen bereiken, met
bescherming van MONUC.
De diplomatieke inspanningen zijn in de afgelopen weken in een
stroomversnelling geraakt. Er vindt intensief overleg plaats tussen AU, VN, VS,
EU en individuele lidstaten om tot optimale afstemming te komen van strategieën
en boodschappen. Een EU-missie van de Franse en Britse ministers van
buitenlandse zaken heeft het afgelopen weekeinde een bezoek gebracht aan
Kinshasa, Goma, Kigali en Dar es Salaam. Op 3 november vond er in Marseille een
informele ministriële bijeenkomst ('Gymnich') plaats, waarbij de ministers
Kouchner en Miliband hun bevindingen deelden met hun EU-collega's. Voorafgaand
aan de EU-missie heeft Minister Verhagen contact opgenomen met Hoge
Vertegenwoordiger Solana, waarbij de Minister heeft aangegeven dat prioriteit
gegeven moet worden het voorkomen van verdere geweldsescalatie en verdere
verslechtering van de humanitaire situatie, en waarin de Minister het belang van
MONUC-versterking heeft onderstreept. Minister Verhagen heeft hier ook zijn
ambtgenoten Kouchner en Miliband op aangesproken. Vorige week bezochten onder
anderen de VN Speciaal Gezant Edmund Mullet, de Amerikaanse Assistant Secretary
of State, Jendayi Frazer en de Belgische minister van buitenlandse zaken De
Gucht de regio. Naar verwachting zal in het komende weekeinde een top
plaatsvinden tussen de presidenten van DRC, Rwanda, Uganda en Burundi,
waarschijnlijk voorgezeten door de SGVN en bijgewoond door vertegenwoordigers
van de EU, AU en andere regionale organisaties.
Nederland is uiterst bezorgd over de ontstane situatie en de houdbaarheid van
het staakt-het-vuren. Bij de Nederlandse inzet in alle internationale
initiatieven staat dan ook voorop dat hernieuwd geweld en verdere verslechtering
van de humanitaire situatie moeten worden voorkomen en waar mogelijk een basis
moet worden gelegd voor een structurele oplossing op de langere termijn.
Nederland pleit in zijn internationale contacten voor eenduidige en
eensgezinde boodschappen aan het adres van zowel Kinshasa en Kigali. Voor alle
partijen dient duidelijk te zijn dat de kortste weg naar duurzame vrede de
uitvoering van de akkoorden van Nairobi en Goma is.
President Kabila dient te worden aangesproken op de samenwerking tussen
onderdelen van het Congolese leger en de FDLR (voorheen ex-FAR/Interahamwe) en
op de mensenrechtenschendingen en plunderingen door zijn soldaten bij hun
terugtrekking uit Goma en omgeving.
Tegelijkertijd moet President Kagame worden opgeroepen de CNDP-operaties te
veroordelen, Nkunda op te roepen zich opnieuw te committeren aan het
Goma-vredesproces en onmiddellijk actie te ondernemen tegen mogelijke
rekrutering door CNDP op Rwandees grondgebied. Opgemerkt zij dat tot nog toe
geen bewijs geleverd is voor directe steun van de Rwandese autoriteiten aan
Nkunda. Bij zijn bezoek aan de regio aan het eind van deze maand zal Minister
Koenders bovenstaande punten bij President Kagame opbrengen, en tevens
gesprekken voeren in Goma.
De militaire inspanningen van de VN-vredesmissie MONUC zijn erop gericht de
burgerbevolking te beschermen, Nkunda tegenwicht te bieden en gerichte actie te
ondernemen tegen de FDLR, ter uitvoering van het Nairobi-accoord. De positie van
MONUC is de afgelopen maanden verzwakt, niet alleen door de aanvallen van de
CNDP maar ook door de anti-MONUC propaganda, waarmee de lokale bevolking
tegen MONUC is opgezet. MONUC zal er alles aan moeten doen om het vertrouwen van
de burgerbevolking te herwinnen. De versterking van MONUC is essentieel. Op 15
november a.s. zal de Veiligheidsraad opnieuw spreken over versterking van MONUC,
op basis van een inventarisatie van MONUC's capaciteitsbehoefte die DPKO-chef Le
Roy momenteel maakt.
De EU is zich sterk bewust van de urgentie van de situatie in de DRC en de
regio. De EU ondersteunt de diplomatieke intiatieven om de spanning tussen de
DRC en Rwanda te verminderen. In de EU worden ook de mogelijkheden waarmee de EU
kan bijdragen aan een verbetering van de veiligheidssituatie verkend en
besproken. Duidelijk is dat de VN en MONUC een belangrijke rol moeten spelen bij
de verbetering van de situatie. Binnen de EU vindt discussie plaats over de
mogelijkheden en vorm die de betrokkenheid van de EU bij de verbetering van de
veiligheid- en humanitaire situatie zou moeten en kunnen krijgen; wellicht zal
deze discussie tijdens de a.s. RAZEB worden voortgezet. Nederland is zeer
bezorgd over de situatie en staat daarom positief tegenover het verder in kaart
brengen van betrokkenheid van de EU mits dit nauw wordt gecoördineerd met de VN.
De huidige situatie in het oosten heeft vooralsnog geen consequenties voor de
activiteiten van de EVDB-missies EUPOL en EUSEC, met uitzondering van de
EUSEC-activiteiten in de Kivu's, met name in de omgeving van Goma. In die stad
is momenteel een EUSEC-team geplaatst van zes militairen, waaronder een
Nederlandse officier, dat de hervorming van de betalingsketen aan een Congolese
brigade ondersteunt. Naar aanleiding van de gevechten in Goma, verbleef het team
om veiligheidsredenen enige dagen op het kamp van MONUC. Zaterdag jl. keerde het
team weer terug naar zijn eigen locatie. De Congolese brigade keert langzaamaan
ook terug. Zodra de Congolese brigade weer enigszins op sterkte is, kan het
EUSEC-team zijn werkzaamheden hervatten.
De onrust van de afgelopen maanden heeft geleid tot een toename van het
aantal ontheemden; schattingen over het totaal aantal ontheemden lopen uiteen
van 900.000 tot 2 miljoen, van wie 200.000 in de afgelopen maand ontheemd zijn
geraakt. Nederland had al in een vroeg stadium onze bijdrage aan het pooled
humanitarian fund met ¤8 miljoen opgehoogd, tot ¤16,9 miljoljoen. De VN heeft
vooralsnog niet om verdere bijdragen verzocht. Het knelpunt zit momenteel vooral
in het gebrek aan toegang tot de ontheemden.
Het eerder genoemde hulpkonvooi maakt een eerste inventarisatie van de noden.
De regering staat welwillend tegenover extra bijdragen voor humanitaire hulp.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Ministerie van Buitenlandse Zaken