Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

antwoorden op Kamervragen

Verplaatsing van een broedstoof voor het wettelijk beschermde 'vliegend hert' 05 november 2008 - kamerstuk

Directie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

23 oktober 2008
2008Z04967 DN. 2008/3237 5 november 2008

2080903500 onderwerp bijlagen

Kamervragen over verplaatsing van een broedstoof voor het wettelijk beschermde `vliegend hert' Geachte Voorzitter,

Hierbij geef ik antwoord op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over verplaatsing van een broedstoof voor het wettelijk beschermde `vliegend hert'.


1
Kent u het bericht `Broedstoof voor vliegend hert verhuist'?1

Ja.


2 en 3
Is het waar dat het vliegend hert een in Nederland bedreigde diersoort betreft en dat zowel verstoring van het dier als verstoring van de broedplaats van het dier strafbaar is?

Is het waar dat de betreffende broedstoof is aangelegd als opgelegde natuurcompensatie wegens de kap van een kapitale inlandse eik ten behoeve van de aanleg van een voetbalveld? Zo neen, in het kader waarvan werd dan de bewuste broedstoof op de bedoelde plek geplaatst?

Zie mijn antwoorden op de vragen 2, 3 en 5 van uw bescherming van het vliegend hert.2

4, 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk is om natuurcompensatie te ontmantelen kort na aanleg, waarbij gebruikgemaakt is van onvervangbaar materiaal (i.c. met witrotschimmel

aangetast hout van een kapitale lokale inlandse eik en mogelijk voorzien van eitjes van het vliegend hert)? Zo ja, in het kader waarvan? Zo neen, bent u bereid verstoring en verplaatsing te voorkomen?


1 http://www.destentor.nl/regio/veluwenoord/nunspeet/3869172/Broedstoof-voor- vliegend-hert-verhuist.ece
2 Kamervragen met antwoord 2006-2007, nr. 2050, Tweede Kamer

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 5 november 2008 DN. 2008/3237 2

Acht u aanleg van een trainingsveld een voldoende zwaarwegend belang om verstoring van een bedreigde diersoort toe te laten?

Acht u plaatsing van lichtmasten nabij een broedstoof voor een bedreigde diersoort wenselijk c.q. toelaatbaar?

Bent u bereid toe te zien op het voorkomen van illegale verplaatsing van deze broedstoof voor vliegende herten, voorafgaand aan eventuele vergunningverlening?

Er is in deze geen sprake van ontmanteling, maar van verplaatsing. Er is evenmin sprake van beschadiging, vernieling of verstoring van een (mogelijke) voortplantingsplaats van het vliegend hert. De verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet worden door het in zijn geheel verplaatsen van de broedstoof niet overtreden. Of er voldoende zwaarwegende belangen zijn voor de verplaatsing van de broedstoof is daarom niet aan de orde. Hoe verlichting een verstorend effect kan hebben op een ondergrondse broedstoof vermag ik niet in te zien.

8
Bent u bereid gemeenten aan te spreken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de instandhouding van bedreigde diersoorten binnen hun gemeentegrenzen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

De bepalingen van de Flora- en faunawet zijn ook van toepassing voor gemeenten. Ik zie toe op handhaving van die bepalingen.

9
Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te doen naar de werkbaarheid van de inzet van broedstoven ten behoeve van bedreigde soorten als het vliegend hert, de invloed van verplaatsing van dergelijke broedstoven na aanleg en de invloed van verstorende omgevingsfactoren zoals kunstlicht en geluidsoverlast? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

Zie mijn antwoord op de vragen 8, 9 en 11 van uw eerdere set vragen over de bescherming van het vliegend hert.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --