Toespraak bij onthulling standbeeld Abraham Kuyper
Toespraak | 05-11-2008
Toespraak van minister-president Balkenende bij de onthulling van het
standbeeld van Abraham Kuyper, Maassluis
Mijnheer de burgemeester, professor Bouter, professor de Bruijn, leden
van het stichtingsbestuur, dames en heren,
Het is voor mij een bijzonder voorrecht om vandaag in deze prachtige
kerk te mogen spreken, op de plek waar Abraham Kuyper 171 jaar geleden
door zijn eigen vader werd gedoopt. Het was het begin van een rijk en
productief leven van een groot staatsman. Een man die zijn stempel
drukte op de sociale, maatschappelijke én kerkelijke inrichting van
Nederland. Maar ook de man die bepalend is geweest voor mijn
persoonlijke ontwikkeling.
Mocht u er nog aan twijfelen: ik ben een Kuyperiaan in hart en nieren.
Dat heeft te maken met mijn opvoeding, opleiding en carrièrepad. Maar
ik ben het vooral uit overtuiging.
Ik groeide op in de gereformeerde traditie en studeerde aan de Vrije
Universiteit. Ik herinner me nog goed dat ik in die tijd mijn
dispuutgenoten al trakteerde op een lezing over Kuyper. Later
promoveerde ik op een dissertatie waarin het gedachtegoed van Kuyper
luid en duidelijk doorklonk. Ik was hoogleraar christelijk sociaal
denken aan de VU en ik werkte in het Kuyperhuis, het voormalige
partijbureau van het CDA. Een persoonlijk hoogtepunt beleefde ik in
2004, toen ik in Princeton de Abraham Kuyper Prijs in ontvangst mocht
nemen. Kortom, Kuyper loopt als een rode draad door mijn leven.
In Princeton en ook bij veel andere gelegenheden heb ik niet onder
stoelen of banken gestoken dat Kuyper voor mij een inspiratiebron is.
Ik bewonder zijn op het geloof geïnspireerde gedachtegoed en waardeer
zijn visie op staat en maatschappij. Niet dat Kuypers denkbeelden één
op één toepasbaar zijn op het moderne Nederland. Maar de kern van zijn
denken is nog steeds van grote betekenis voor de huidige samenleving.
Het belangrijkste wat Kuyper ons leert, is dat een samenleving niet
goed kan functioneren zonder een moreel kompas en een juiste verdeling
van verantwoordelijkheden. Het leven van Kuyper zelf laat dat als het
ware zien. Alles wat hij tot stand bracht - en dat was heel veel -
rustte op een paar pijlers: het anker van het geloof, maatschappelijk
engagement, de overtuiging dat niemand alleen voor zichzelf leeft, en
de wil om maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen.
Kuyper geloofde sterk in de kracht van maatschappelijke verbanden en
de 'veerkracht van de burgerij', zoals hij dat zelf noemde. De staat
moest daarvoor de voorwaarden scheppen. En de staat moest ook zorgen
voor een goed functionerend rechtssysteem, gebaseerd op
gemeenschappelijke waarden. Daarmee gaf Kuyper de overheid een
afgebakende, maar belangrijke rol.
Zo moeten we het leerstuk van de 'soevereiniteit in eigen kring' ook
begrijpen. Niet als een eenzijdig pleidooi voor afscheiding en
isolement. Maar als een manier om vanuit de kracht van de eigen groep
een bijdrage te leveren aan het grote geheel van de Nederlandse
samenleving.
Vertaald naar onze tijd geeft dit richting aan de ideeënvorming over
'eenheid in verscheidenheid'. Voor mij persoonlijk is dat een
kernthema. Een pluriforme samenleving kan alleen bestaan bij de gratie
van vier dingen: verantwoordelijke burgers, een krachtig
maatschappelijk middenveld, gemeenschappelijke basiswaarden en
rechtsstatelijkheid. Dat is het fundament onder een sterke
samenleving. Zonder dat fundament slaat tolerantie al snel om in
vrijblijvendheid of - nog erger - in vervreemding. Dat is een heel
actueel Kuyperiaans standpunt.
Vandaag, dames en heren, voegen we nieuw hoofdstuk toe aan het
Nachleben van een groot staatsman. Twee hoofdstukken eigenlijk. Een
beeld én een beeldbiografie. Wat mij betreft is dat niets minder dan
een daad van historische rechtvaardigheid. Er zijn maar weinig mensen
die zoveel hebben bereikt als Kuyper. Zijn werkkracht en ijzeren
discipline zijn legendarisch. Hij deed veel en hij deed veel tegelijk.
Zoveel dat het menselijkerwijs gesproken bijna niet is voor stellen.
* Hij was predikant in Beesd, Utrecht en Amsterdam.
* Hij stichtte nog voor zijn vijftigste De Standaard, de
Antirevolutionaire Partij, de Gereformeerde Kerken in Nederland en
de Vrije Universiteit.
* Hij was hoogleraar en universiteitsbestuurder, partijleider,
Kamerlid en minister-president, hoofdredacteur en journalist.
* En hij schreef een onwaarschijnlijk aantal artikelen, brochures en
boeken. Alleen al zijn theologische werk omvat meer dan
tienduizend pagina's.
Een deel van de verklaring voor deze indrukwekkende opsomming ligt in
de sterke overtuigingen van Kuyper en in zijn gedrevenheid die uit te
dragen. Een van de mooiste verhalen die daarover de ronde doen, is dat
hij als negenjarige jongen in Middelburg een groep matrozen het
vloeken wilde afleren. Hij deed dat met in de ene hand een Bijbeltekst
en in de andere enkele sigaren van zijn vader. Zo wist hij zijn
publiek al op jonge leeftijd aan zich te binden. Mij lijkt dat we hier
ook meteen iets terugzien van de latere politicus Kuyper: gedreven
door idealen, maar ook pragmatisch en gericht op resultaat.
Een ander deel van Kuypers succes ligt in zijn onverzettelijke
karakter. Zijn strijdvaardigheid en scherpe pen zijn bijna net zo
legendarisch als zijn werklust. Daardoor was Kuyper een man die
emoties opriep en ook verzet. Piet Kasteel, Kuypers eerste biograaf,
formuleerde dat het mooist. Hij schreef: 'Kuypers persoonlijkheid
sneed als een ploeg door harten en hersens.'
Kuyper is ook wel eens getypeerd als een 'man van overtuiging' met
driedubbele moed. 'Moed om tot de kern door te dringen, moed om te
beginnen en moed om te volharden.' En zo was het. Het woord 'bang'
kende hij niet. Kuyper heeft dat zelf ooit mooi geformuleerd, toen er
kritiek kwam op het feit dat er bij het openingsfeest van de VU
alcohol was geschonken. Hij schreef toen: 'Bij den chocoladeketel en
de water- en melkkaraf kweekt ge geen geslacht van kloeke
calvinisten.' Calvinisten zoals hij dus, die stonden voor hun zaak en
daarbij de antithese overigens niet schuwden.
Dames en heren,
Mijn conclusie is dat Kuyper zelf heeft aangetoond dat juist
onverzettelijke mensen tot uitzonderlijke prestaties in staat zijn.
Voor die prestaties verdient hij zonder meer een standbeeld.
Het beeld dat ik zo mag onthullen, is in de beste Kuyperiaanse
traditie tot stand gekomen. Dat wil zeggen: niet zonder strijd en
polemiek en zonder één cent overheidssubsidie. Kuyper zelf zou dat
prachtig hebben gevonden!
Uw nieuwe boek, professor de Bruijn, beschouw ik als een extra cadeau.
We krijgen vandaag niet alleen een beeld van Kuyper, maar ook een
toegankelijke beeldbiografie. Dat is zonder meer een aanvulling op
alles wat er al over hem is verschenen. Veel dank daarvoor. Ik verheug
me erop dit fraaie boek te bekijken en te lezen.
Mijn complimenten aan u mijnheer Hogeweg, aan de leden van uw
stichtingsbestuur en aan al die anderen die zich sterk hebben gemaakt
voor het standbeeld van Kuyper. U mag er trots op zijn dat het is
gelukt. Het beeld staat er. Mijn dank dat u mij de eer gunt om het te
onthullen. En mijn dank aan u allen, dames en heren, voor uw aandacht.
Ministerie van Algemene Zaken