Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
29 oktober 2008 30669-11/2008D
VD 08.2237/CPM
4 november 2008
onderwerp 12672 bijlagen
Verdenking van nieuw serotype blauwtong in Nederland
Geachte Voorzitter,
Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
stuur ik u hierbij een brief ten behoeve van het Algemeen Overleg over blauwtong op
6 november a.s. over het beleid voor exportcertificaten, het relevante EU-beleid, de wijze
waarop EU-lidstaten t.a.v. exportcertificaten handelen en de mogelijkheden voor de
rijksoverheid pro-actief te handelen ten gunste van bedrijven die gevolgen ondervinden
van blauwtong. In deze brief zal ik op deze onderwerpen ingaan.
De export van fokrunderen is door blauwtongvirus type 8 ernstig bemoeilijkt. Een aantal
weken geleden werd nog verwacht dat door de vaccinatiecampagne tegen blauwtongvirus
type 8 de exportmogelijkheden eind dit jaar zouden verbeteren. De vondst van het nieuwe
blauwtongvirus type 6 in Nederland heeft de export verder gecompliceerd. Het is nu nog
niet te voorspellen wanneer export van substantiële hoeveelheden fokrunderen weer
mogelijk wordt.
Ik deel de zorgen van deze sector over de mogelijk sombere toekomst. Ik blijf echter wel
dezelfde hoge kwaliteitseisen bij exportcertificering hanteren en wil voorkomen dat elders
dierziekten uitbreken ten gevolge van de invoer van Nederlandse dieren.
1) Beleid ten aanzien van export naar derde landen
Exportbeleid algemeen
Het belang van de export van dieren naar derde landen is altijd volledig door het
ministerie onderkend. Mede daarom werden aan het eind van de jaren negentig, onder
andere na dierziektenuitbraken als Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) en
varkenspest, verbeteringen aangebracht in de werkwijze, organisatie en procedures bij de
aanpak van exportbelemmeringen voor dieren en dierlijke producten. Deze verbeteringen
hadden zowel betrekking op aangelegenheden binnen de overheid, als op de
betrokkenheid van het georganiseerde - publiekrechtelijke en private - bedrijfsleven. Doel
was te komen tot een efficiënte aanpak van door derde landen opgeworpen
invoerbeperkingen. Deze doelstelling is gerealiseerd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 november 2008 VD 08.2237/CPM 2
Het algemene beleid voor exportcertificering van dieren en dierlijke producten is er op
gericht de betrouwbaarheid van door Nederland verstrekte garanties over exportpartijen
te waarborgen. Daarnaast beoogt dit beleid, met name bij de uitvoer van levende dieren
en dierlijk uitgangsmateriaal, de verspreiding van dierziekten te voorkomen. Met andere
woorden, het streven moet zijn kwaliteitsdieren met betrouwbare veterinaire status te
exporteren en geen dierziekten.
Exportbeleid en blauwtong serotype 8
De uitbraak van blauwtong serotype 8 heeft negatieve gevolgen gehad voor de export van
dieren naar derde landen. In veel gevallen heeft de uitbraak van blauwtong serotype 8
geleid tot door derde landen ingestelde invoerverboden of extra invoereisen. Op dit
gebied verstrekt mijn ministerie heldere informatie over de situatie aan de veterinaire
autoriteiten van derde landen. Daarbij wordt geprobeerd de export van dieren mogelijk te
maken door het afgeven van extra garanties. De onderhandelingen hierover, en het
maken van afspraken over nieuwe certificaten, vergen helaas tijd.
Mijn ministerie heeft in EU-verband voortdurend geprobeerd de handel tussen lidstaten
van voor blauwtong gevoelige dieren zoveel mogelijk te continueren.
Wat betreft de exportcertificering naar derde landen hebben de lidstaten de bevoegdheid
behouden hierover zelf afspraken met derde landen te maken. Op ons initiatief wordt
sinds het eind van de voorgaande eeuw periodiek met enkele andere lidstaten (onder
andere Frankrijk en Duitsland) overlegd over de certificering naar derde landen. Doel
hiervan is onder meer om met deze lidstaten afspraken te maken over eenzelfde
benadering van derde landen. De lidstaten proberen te komen tot zoveel mogelijk
gelijkwaardige afspraken en certificaten voor export naar derde landen. Lidstaten blijven
echter geheel zelfstandig in het onderhandelen met derde landen en het opstellen van de
definitieve certificaten. Met deze lidstaten worden verdere afspraken gemaakt over de
voorwaarden waaronder export van voor blauwtong gevoelige dieren verantwoord en op
dezelfde wijze kan plaatsvinden naar derde landen.
Exportbeleid en serotype 6
Na de recente verdenking van aanwezigheid van het blauwtong serotype 6, heb ik als
voorzorgsmaatregel onmiddellijk besloten tijdelijk de uitvoer van hiervoor bevattelijke
dieren te verbieden (intracommunautaire handel en export naar derde landen). Dit verbod
werd opgeheven toen serotype 6 werd vastgesteld. Op dat moment heb ik aanvullende
nationale maatregelen getroffen. Er bestaat nu geen formeel exportverbod meer. De
export naar derde landen vindt onder de huidige veterinaire omstandigheden plaats onder
dezelfde voorwaarden als die gelden voor het intraverkeer. Door de huidige maatregelen
is export van drachtige vaarzen nog niet mogelijk.
Nu duidelijk is geworden dat het hoogstwaarschijnlijk gaat om een vaccinvirus, heb ik
ingezet op nader onderzoek. Dit onderzoek richt zich op de tracering van de insleep, de
mate van verspreiding en de virulentie van het virus. Daarnaast ontvang ik deze week een
expertteam uit Brussel. Dit team zal Nederland en de Europese Commissie helpen met het
beantwoorden van de vraag wat precies de betekenis is van de vondst van een vaccinvirus
serotype 6 in Nederland.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 november 2008 VD 08.2237/CPM 3
Ik zet er op in dat er de komende weken meer duidelijkheid komt. Ik besef ten volle de
ingrijpende negatieve gevolgen van dierziektenuitbraken voor de export van levende
dieren.
2) Eventuele maatregelen om exportbedrijven die negatieve gevolgen van de
blauwtong ondervinden, te ondersteunen
In uw verzoek vraagt u mij in te gaan op "de mogelijkheden voor de rijksoverheid om
proactief te handelen ten gunste van bedrijven die gevolgen ondervinden van blauwtong.
Ik ga ervan uit dat u doelt op mogelijkheden om exportbedrijven die schade ondervinden
als gevolg van de blauwtongepidemie, financieel te ondersteunen. Ik zal hieronder mijn
mening geven over de mogelijke steunmaatregelen: a) directe financiële steun en b)
regeling arbeidstijdverkorting.
a) Directe financiële steun
Zodra de aanwezigheid van een dierziekte in een land is vastgesteld, zullen andere
lidstaten en derde landen eisen stellen aan het vervoer van dieren naar die landen. De
overheid heeft als taak ter uitvoering van Europese regelgeving of op basis van afspraken
met derde landen maatregelen te nemen om te voorkomen dat de dierziekte naar andere
landen wordt overgebracht. Schade die wordt geleden door een exporteur als gevolg van
die maatregelen komt in beginsel niet in aanmerking om te worden vergoed door de
overheid. Het risico op het ontstaan van deze schade zal in beginsel altijd voor eigen
rekening van de handelaar in dieren komen.
In het geval ondernemers met hun bedrijf in continuïteitsproblemen komen en op zich wel
perspectief hebben, kunnen zij een beroep doen op de bestaande voorzieningen in het
besluit bijstandverlening zelfstandigen. Men dient zich daarvoor te wenden tot de sociale
dienst van de gemeente.
b) Regeling arbeidstijdverkorting
Het ministerie van Sociale Zaken heeft al tijdelijke arbeidstijdverkorting verleend aan
bedrijven in verband met blauwtong. Een verzoek om gebruik te kunnen maken van deze
regeling moet worden ingediend bij dat ministerie.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 november 2008 VD 08.2237/CPM 4
Toelichting voor de Minister
Middels onderliggende brief geeft u antwoord op de door de vaste Kamercommissie
gestelde vragen. De vragen concentreren zich rond twee onderwerpen: 1) beleid ten
aanzien van export naar derde landen en 2) eventuele maatregelen om exportbedrijven,
die negatieve gevolgen van de blauwtong ondervinden, te ondersteunen.
De situatie van de exporteurs is serieus. In de brief zegt u toe om gezamenlijk met de
minister van Financien te bekijken wat de mogelijkheden zijn om getroffen bedrijven
tegemoet te komen.
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit