4. Stand van zaken IJsselmeerziekenhuizen III Advies Lodewick
Stand van zaken IJsselmeerziekenhuizen III Advies Lodewick
Kamerstuk, 3 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/TSZ 2891421
3 november 2008
Zoals aangegeven in mijn brief van 21 oktober 2008 heeft de heer
Lodewick op 28 oktober zijn advies gepresenteerd over de
IJsselmeerziekenhuizen. Bij deze stuur ik u het advies dat de heer
Lodewick heeft opgesteld op verzoek van de gezamenlijke partijen . In
deze brief beantwoord ik tevens de vragen die door het lid Van der
Veen op 30 oktober aan mij zijn gesteld.
Om tot het advies te komen heeft de heer Lodewick de afgelopen weken
met vele betrokkenen van binnen en buiten de IJsselmeerziekenhuizen
gesproken. Daarbij heeft hij grote betrokkenheid en inzet voor
kwalitatief goede en bereikbare ziekenhuiszorg in Flevoland bemerkt.
De kern van het advies is dat er voldoende perspectief is voor
kwalitatief hoogstaande en goed bereikbare ziekenhuiszorg in Noord- en
Oost-Flevoland. De patiënten kunnen goed en met vertrouwen in de regio
worden bediend. Een basisziekenhuis met alle basisspecialismen in
Lelystad is haalbaar en heeft voldoende mogelijkheden om te kunnen
slagen. In Emmeloord, Urk en Dronten kan het ziekenhuis nadrukkelijk
na voldoende bedrijfseconomisch onderzoek overwegen de poliklinieken
met dagbehandelingen voort te zetten of op te starten. De
opdrachtgevers stemmen in grote lijnen in met het advies en zien het
als een goed vertrekpunt voor de te zetten stappen in de komende
periode. Daarbij hebben alle partijen hun medewerking toegezegd voor
het vervolg van het proces.
Hieronder zet ik het advies uiteen.
Huidige situatie IJsselmeerziekenhuizen
Zowel financieel, zorginhoudelijk als bestuurlijk is de situatie van
de IJsselmeerziekenhuizen problematisch. Ten aanzien van de financiën
geconstateert het advies dat de ziekenhuizen een negatief eigen
vermogen hebben, het exploitatieresultaat over 2008 fors negatief zal
zijn en dat de liquiditeit zo kritisch was dat aanvullende steun voor
korte termijn noodzakelijk was.
Het bewustzijn rond de kwaliteit van zorg in de IJsselmeerziekenhuizen
laat te wensen over. Zo was de slechte luchtbehandeling niet de enige
oorzaak voor het, op last van de IGZ, sluiten van de OK-complexen in
Lelystad en Emmeloord. Ook ontbrak het aan maatregelen om infecties te
bestrijden en was het gedrag van medisch personeel niet zoals het
hoort op operatiekamers. Dit is zowel de medische staf als het
management aan te rekenen. Met betrekking tot het bestuur van de
stichting geeft het advies aan dat de Raad van Toezicht is tekort
geschoten in zijn toezichthoudende taak en dat de Raad van Bestuur
ernstig heeft gefaald. Nadat de Raad van Bestuur eind september is
teruggetreden, is het advies aan de Raad van Toezicht om datzelfde te
doen.
Warme doorstart
Om te komen tot een basisziekenhuis in Lelystad is een warme doorstart
de best denkbare optie. Belangrijkste overweging hierbij is dat er
partijen zijn die zeggen kapitaal te willen injecteren om de weg naar
de toekomst zeker te stellen. Bij de warme doorstart wordt een
faillissement voorkomen. Het toekomstige ziekenhuis dient wel te
voldoen aan vier voorwaarden:
1. In het basisziekenhuis in Lelystad dient per klinisch specialisme
minimaal 4 fte specialist werkzaam te zijn, zodat kwaliteit en
continuïteit van zorg worden gegarandeerd;
2. Invoering van diverse kwaliteitssystemen en screening van alle
specialismen en/of specialisten;
3. Verscherpt toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg;
4. Een partnerziekenhuis waar de IJsselmeerziekenhuizen standaard
naar kunnen doorverwijzen.
Een basisziekenhuis in Lelystad voorziet in een behoefte die door alle
partijen naar voren is gebracht tijdens de adviesperiode. Dit
basisziekenhuis dient te bestaan uit een spoedeisende hulp, een
hartbewakingsafdeling, een high care voorziening, polikliniek voor
alle reguliere specialismen, diagnostische mogelijkheden (röntgen en
laboratoria), klinische voorzieningen (opnamemogelijkheid voor in
ieder geval de acht basisspecialismen), operatiemogelijkheden voor
operaties die vaak genoeg worden uitgevoerd om de kwaliteit te
garanderen en voorzieningen in het kader van afspraken met de
GGZ-instellingen.
Voor de Noordoostpolder geldt dat de poliklinische voorzieningen zo
dicht als mogelijk bij de bevolking moeten komen, want ook in de
toekomst moeten patiënten uit de Noordoostpolder goed worden bediend.
De aard, omvang en locatiekeuze moet daarbij nader worden bepaald. Wel
is duidelijk dat het huidige gebouw van het Dr. J.H. Jansenziekenhuis
in Emmeloord moet worden afgestoten, omdat het te kostbaar is.
Kwaliteit
Harde voorwaarden op kwaliteitsgebied zijn cruciaal voor het succes
van de toekomst van de ziekenhuiszorg in Flevoland. Dit is niet alleen
om te voldoen aan de minimale kwaliteitseisen, maar ook om het
vertrouwen tussen het ziekenhuis en patiënten te herstellen. Het
ziekenhuis moet onder meer op korte termijn een
veiligheidsmanagementsysteem (VMS) invoeren en de weg naar een
toekomstgericht kwalitatief hoogwaardig ziekenhuis inslaan. Om dit te
bereiken moet het ziekenhuis onder verscherpt toezicht van de IGZ
komen. Verder moeten er protocollen worden opgesteld, waarin het
ziekenhuis de samenwerking met de eerste lijn regelt, beschrijft voor
welke diagnosen doorverwijzing naar een topklinisch partnerziekenhuis
is aangewezen en welke behandelingen niet worden gedaan in het
ziekenhuis.
Proces
Vanwege de slechte financiele positie van het ziekenhuis moet op 7
november duidelijk zijn of en welke publieke of private partij
voldoende basis ziet om de financiële verplichtingen van de
ziekenhuizen na te komen. Volgens het advies blijkt dat zeker zes
mogelijke kandidaten zich hiervoor hebben gemeld. Tijdens het
adviestraject is parallel gewerkt aan het voorbereiden van het
biedingsproces voor de kapitaalinjectie. Om deze reden is het mogelijk
dit proces af te ronden in de voorgestelde korte periode.
Lukt het niet voor 7 november afspraken te maken met nieuwe partijen,
dan is surséance van betaling onafwendbaar en zal een door de rechter
aan te wijzen bewindvoerder moeten bepalen in hoeverre een doorstart
mogelijk is. De bewindvoerder kan op dat moment beschikken over dit
advies en het (desgewenst) beschouwen als een richtsnoer voor de
zorginhoudelijke doorstart.
Conclusie en vervolg
Zoals ik in mijn vorige brief heb aangegeven hecht ik - gezien de
specifieke geografische ligging - aan een goede spreiding en
bereikbaarheid van zorgvoorzieningen in de provincie Flevoland. Ik ben
blij met het advies omdat blijkt dat een basisziekenhuis met alle
basisspecialismen in Lelystad haalbaar is en ook met het feit dat zich
serieuze geinteresserden hebben aangemeld voor de kapitaalinjectie en
bestuurlijke participatie. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de
heer Lodewick in zijn rapport uitgebeid aandacht besteedt aan de
kwaliteit van zorg. Het uiteindelijke doel is tenslotte kwalitatief
goede ziekenhuiszorg in de regio. Het is nu aan het bestuur van het
ziekenhuis om het advies zo snel mogelijk volledig over te nemen en
uit te voeren.
Om de bestuurlijke kracht van de IJsselmeerziekenhuizen te versterken
heeft de Raad van Toezicht gezegd af te treden zodat de weg vrij komt
voor een nieuw toezichthoudend college. Ik vind dit een verstandige
keuze. In de loop van deze week wordt bekend welke personen
(tijdelijk) de rol van toezichthouder zullen gaan vervullen.
Om partijen een zorgvuldige afweging te kunnen laten maken is
zorgverzekeraar Achmea bereid om in afwachting van de besluitvorming
tot 8 november aanstaande de instelling met de benodigde liquide
middelen voor de exploitatie te ondersteunen. In ruil daarvoor verleng
ik ook mijn borgstelling van EUR 1,5 miljoen tot 8 november.
Ik heb met partijen afgesproken dat ze mij op de hoogte houden van de
ontwikkelingen. Mochten zich voor 8 november nieuwe feiten voordoen
dan zal ik u daarover direct informeren.
Tot slot ga ik hieronder in op een vraag van de heer Van der Veen met
betrekking tot de rol van de lokale en provinciale overheden. De heer
Van der Veen vroeg mij of ik van mening ben dat, gelet op het belang
van de gezondheidsvoorzieningen voor de gemeenschap, in ieder geval de
lokale en provinciale overheid een bepalende rol moeten hebben in het
besluitvormingstraject rond de kapitaalinjectie en in de samenstelling
van de te benoemen Raad van Toezicht.
Ik ben van mening dat het bestuur van een zorginstelling de zienswijze
van lokale overheden, zoals provincies en gemeenten, bij
besluitvorming over vitale functies dient te betrekken. Een
maatschappelijk georiënteerd en verantwoordelijk bestuur van een
zorginstelling zal daar ook zonder wettelijke verplichting niet aan
voorbij willen gaan. In de casus IJsselmeerziekenhuizen blijkt dat
ook. Uiteraard moet de Raad van Toezicht onafhankelijk kunnen
functioneren en is het niet de bedoeling om dat orgaan in te richten
langs de lijnen van belangenvertegenwoordiging. Dat neemt niet weg dat
in deze casus de gemeenten en de provincie bij de afwegingen om een
Raad van Toezicht samen te stellen zijn betrokken.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport