Openbaar Ministerie


* >Zaak tegen agent betrokken bij taxirellen geseponeerd

Zaak tegen agent betrokken bij taxirellen geseponeerd

Het openbaar ministerie te Utrecht heeft besloten de zaak te seponeren tegen de agent die ervan werd verdacht excessief geweld gebruikt te hebben op 17 november 2007 tegen een aantal taxichauffeurs. Het betreft een onvoorwaardelijk sepot.

Het incident die nacht begon ermee dat de politie een taxi sommeerde weg te gaan. Deze taxi sloot als vierde aan op een taxistandplaats die bedoeld is voor drie taxi's. Toen de taxichauffeur het bevel van de agent niet opvolgde en de agent beledigde, besloot de agent de taxichauffeur aan te houden. Vervolgens bemoeiden andere taxichauffeurs en omstanders zich met de situatie. Zij gaven in woord en gebaar te kennen het niet eens te zijn met het politieoptreden en er ontstond een grimmige sfeer. De politie vroeg daarop assistentie, waarop de 31-jarige hoofdagent van politie arriveerde om assistentie te verlenen. Er ontstond een schermutseling waarbij tientallen agenten, chauffeurs en omstanders betrokken waren.

Op de filmbeelden van de camerabewaking was de 31-jarige hoofdagent van politie goed te herkennen en de politie besloot daarop de agent op non-actief te stellen. Er volgde een intern onderzoek en een strafrechtelijk onderzoek. Op basis van het interne onderzoek heeft de politie besloten de man te ontslaan.

De belangrijkste bewijsmiddelen in het strafrechtelijke onderzoek zijn de beelden van de bewakingscamera van politie, de opnamen van omstanders en de verklaringen die zijn afgelegd. Uit deze beelden, waarbij geen geluid zit, wordt slechts in een geval duidelijk dat iemand wordt geraakt door de slaande bewegingen die de agent in de richting van de taxichauffeurs maakt. Ook wordt duidelijk dat meerdere agenten slaande bewegingen maken maar hierbij is het onduidelijk of iemand wordt geraakt.

Uit de verklaringen blijkt dat de agenten voortdurend hebben gevorderd dat men zich moest verwijderen, dat daar geen gehoor aan is gegeven en dat er voortdurend bedreigingen en beledigingen zijn geuit. De agent in kwestie bekent daarop geweld te hebben gebruikt, dat naar zijn mening proportioneel is geweest. Ook komt naar voren dat er sprake was van de chaotische, bedreigende situatie waarin het ontbrak aan voldoende leiding.

Het openbaar ministerie Utrecht oordeelt dat er al met al te heftig is opgetreden. De agent, die in de uitoefening van zijn functie op zich gerechtigd is tot het gebruik van geweld, heeft bij dit incident buitensporig veel geweld toegepast. Een straf zou daarom op zijn plaats zijn. Het OM is echter van oordeel dat de man al proportioneel is gestraft door het ontslag, het verlies aan inkomen, aanzien en mogelijkheid om zijn beroep uit te oefenen. Daarom is besloten af te zien van strafrechtelijke vervolging.