4. Orgaantransplantaties in het buitenland
Orgaantransplantaties in het buitenland
Kamerstuk, 3 november 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT/IB 2882799
3 november 2008
Tijdens het mondelinge vragenuurtje op 17 juni zegde ik u toe u te
informeren over de wijze waarop de wachtlijsten voor
orgaantransplantatie in het buitenland en de allocatie van beschikbare
organen door Eurotransplant zich tot elkaar verhouden.
Tevens schreef ik u, mede namens de minister van Justitie, in het
antwoord op kamervragen van de leden Kant, Schermers en Ormel over het
vergoeden van een niertransplantatie in Pakistan (GMT-K-U-2834361 en
GMT-K-U-2834362) dat ik zou nagaan in hoeverre het wenselijk of nodig
is om de regelgeving zondanig aan te vullen dat de verzekeraar, in die
gevallen dat ernstige twijfel bestaat omtrent de ethische
aanvaardbaarheid van vergoeding van een medische behandeling, deze
moet weigeren.
De relatie tussen Nederlandse patiënten op de Belgische wachtlijst en
de allocatie van beschikbare organen door Eurotransplant
Eurotransplant International Foundation is een stichting die voor 7
landen (Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië
en Kroatië) de allocatie (toewijzing) van donororganen uitvoert. Deze
internationale samenwerking biedt voordelen. Door de grote donorpool
en de diversiteit in de wachtlijst kan op de kortst mogelijke termijn
vrijwel altijd een goed passende combinatie worden gevonden tussen een
patiënt en een donororgaan. Dit laatste is van belang omdat door een
optimale combinatie tussen het donororgaan en de patiënt het orgaan
langer functioneert en minder snel een re-transplantatie nodig is.
Ieder land binnen Eurotransplant heeft zijn eigen nationale
wachtlijst. Patiënten uit Eurotransplantlanden mogen maar op één
wachtlijst staan. Hoewel dit niet door Eurotransplant wordt
aangemoedigd staat het patiënten vrij om te kiezen in welk centrum in
welk land ze op de wachtlijst willen staan.
Ten aanzien van patiënten van buiten de Eurotransplantregio
(non-residenten) gelden andere regels. Met uitzondering van België
hebben de Eurotransplantlanden geen nationale wetgeving over de
toegang tot wachtlijsten voor transplantatie voor patiënten die geen
inwoner zijn van een Eurotransplantland.
Daarom is binnen Eurotransplant afgesproken dat het aantal
non-residente patiënten op de wachtlijst van een transplantatiecentrum
maximaal 5% mag bedragen van het aantal uitgevoerde transplantaties
door dat centrum in het voorgaande jaar. Bij plaatsing op de
wachtlijst wordt door het transplantatiecentrum aangegeven of de
patiënt een non-resident is.
Tussen de Eurotransplantlanden onderling bestaat een balans voor de
uitwisseling van organen. Landen ontvangen ongeveer even veel organen
uit andere Eurotransplantlanden als ze afstaan. Voor de toewijzing van
een orgaan aan een patiënt hanteert Eurotransplant een
allocatiesysteem gebaseerd op medische criteria. De regels voor
toewijzing worden ontwikkeld door deskundigen op het gebied van de
transplantatiegeneeskunde en later ook bekrachtigd door de nationale
autoriteiten. Toewijzing van een nier gebeurt aan de hand van een
puntensysteem. Wanneer een orgaan in een Eurotransplantland
beschikbaar komt, bepaalt Eurotransplant welke patiënt voor dit
specifieke orgaan het meest in aanmerking komt. In veel gevallen is
dat een patiënt die op de wachtlijst staat in het land waar het orgaan
beschikbaar komt. Maar met name wanneer er sprake is van een patiënt
in een ander Eurotransplantland met een hoge urgentie, met een perfect
passende weefseltypering of wanneer er een orgaan beschikbaar komt
voor een hooggeïmmuniseerde patiënt in een ander Eurotransplantland
vindt orgaanuitwisseling tussen Eurotransplantlanden plaats. Het
aantal punten hangt dus af van de weefseltypering en de wachttijd,
maar wordt met name sterk beïnvloed door de urgentie, een perfect
passende weefseltypering of beschikbaarheid van orgaan voor een
hoog-geïmmuniseerde patiënt. Voor bijzondere patiëntengroepen die zeer
moeilijk een passende nier kunnen vinden heeft de internationale
orgaanuitwisseling grote meerwaarde. Ongeveer 80% van de Nederlandse
getransplanteerden uit deze patiëntengroepen heeft een orgaan gekregen
van een donor die niet uit Nederland afkomstig was.
In de periode 2005-2007 heeft Eurotransplant met inachtneming van de
hierboven genoemde randvoorwaarden en door middel van het beschreven
allocatiesysteem 50 donororganen aan Nederlanders toegewezen die in
België op de wachtlijst stonden. Het betreft hier meestal Nederlandse
patiënten die in de grensstreek met België wonen en die ook voor
andere vormen van zorg deze ziekenhuizen over de grens bezoeken. Het
allocatiesysteem van Eurotransplant houdt geen rekening met de
nationaliteit van de ontvanger. De Nederlandse patiënten die in België
getransplanteerd zijn, hebben een niertransplantatie ondergaan omdat
zij daar op dat moment het meest voor in aanmerking kwamen. Tijdens
het debat op 17 juni 2008 werd de vraag gesteld of deze vijftig
organen voor mensen die naar België zijn gegaan, wellicht naar
Nederland zouden zijn gegaan of binnen Eurotransplant op een eerlijke
wijze anders verdeeld zouden kunnen zijn. Gelet op de balans tussen de
Eurotransplantlanden en het gehanteerde allocatiesysteem ligt het het
meest voor de hand dat deze organen aan andere patiënten op de
Belgische wachtlijst zouden zijn toegewezen als er geen Nederlandse
patiënten op de Belgische wachtlijst hadden gestaan, of, bij gebrek
aan geschikte ontvangers op de Belgische wachtlijst, aan andere
geschikte ontvangers binnen de Eurotransplantlanden.
In zekere zin hebben de Nederlandse patiënten die in België een
niertransplantatie ondergingen profijt gehad van het feit dat België
meer orgaandonoren heeft. Het betrof hier vooral patiënten uit de
grensstreek die voor andere vormen van zorg ook Belgische ziekenhuizen
bezoeken. Ons zorgverzekeringsstelsel is ingericht op
grensoverschrijdende zorg. Ik zie grensoverschrijdende zorg als een
waardevolle aanvulling op het nationale gezondheidszorgsysteem, mits
we de voorwaarden hiervoor goed organiseren. Daarnaast is het
natuurlijk van het grootste belang dat ook het aantal orgaandonaties
in Nederland stijgt. In het kabinetsstandpunt op het Masterplan
orgaandonatie dat ik u op 13 juni 2008 toezond heb ik u aangegeven
welke maatregelen ik ga nemen om dat te bereiken.
Vergoeding van niertransplantaties in het buitenland
In het antwoord op de kamervragen van de leden Kant, Schermers en
Ormel over de vergoeding van een niertransplantatie in Pakistan heb ik
aangegeven dat ik zou nagaan in hoeverre het wenselijk of nodig is om
de regelgeving zodanig aan te vullen, dat de verzekeraar, in die
gevallen dat ernstige twijfel bestaat omtrent de ethische
aanvaardbaarheid van een transplantatie, de vergoeding daarvan moet
weigeren.
In het antwoord op de kamervragen over dit onderwerp gaf ik al aan dat
bij de vergoeding van de kosten van de transplantatie door de
verzekeraar geen sprake is van een strafbaar feit. De kans van een
verzekeraar om met succes een vergoeding van de kosten van dit soort
transplantaties te weigeren is veel groter als naast de algemene
bepalingen in Burgerlijk Wetboek een specifieke bepaling binnen het
kader van de Zorgverzekeringswet wordt gemaakt. Daarom heb ik in
overleg met de minister van Justitie besloten dat een aanpassing van
de regelgeving in het kader van de Zorgverzekeringswet de beste manier
is om deze problematiek op te lossen. Om te komen tot een voor
zorgverzekeraars uitvoerbare regeling zal met Zorgverzekeraars
Nederland worden overlegd over de wijze waarop dit doel het beste kan
worden bereikt.
Het is te kort dag om aanpassing van de wettelijke voorschriften per 1
januari 2009 te realiseren. Aangezien de modelovereenkomsten
(polisvoorwaarden) die op deze wettelijke voorschriften zijn gebaseerd
één keer per jaar, te weten per 1 januari, worden gewijzigd, betekent
dit dat een wettelijke maatregel pas per 1 januari 2010 kan worden
getroffen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport