VVD


3-11-2008

Voortvarendheid ook nodig na financiële crisis

Voortvarendheid ook nodig na financiële crisis

Uri Rosenthal, fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer, wil dat het kabinet ook een `sense of urgency' toont bij de kabinetplannen voor 2009. Rosenthal stelt dit bij de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) in de senaat op dinsdag 4 november.

"Het is werkelijk de hoogste tijd om de realiteit onder ogen te zien", stelt Rosenthal. Hij doelt daarmee op de huidige situatie waarin het kabinet 200 miljard aan kapitaalgaranties heeft afgegeven voor interbancaire transacties om het vertrouwen terug te winnen, de financiële motor bij banken weer op gang te brengen en daarmee kredietverlening aan het bedrijfsleven te stimuleren. Rosenthal waarschuwt: "De realiteit is ook dan dat we rekening moeten houden met een ernstige terugval in de mondiale productie, in wereldhandel en dus ook in de binnenlandse economische groei. De reële economie staat er slecht voor." Rosenthal roept het kabinet op om vitale bedrijfstakken op gang te houden en dat behelst ingrijpen in de begrotingsplannen van 2009 om juist de periode na de huidige financiële crisis aan te pakken. Minder consumptieve uitgaven, maar juist de noodzaak tot echt investeren, moet het parool zijn met het oog op de toekomst.

Rosenthal: "De VVD kiest voor de staat als marktmeester: doeltreffend en scherp toezicht en gelijke spelregels op de markt. De staat is geen geldmachine. Wij voelen ons niet gemakkelijk bij rekensommen van de staat over de eigen systeembank en eigen aandelen in financiële ondernemingen. Het is goed dat opbrengsten van de staatsdeelnemingen worden gebruikt om de staatsschuld te verminderen." De liberaal waarschuwt voor verdere politieke inmenging bij de banken. De banken moeten zo snel mogelijk weer op eigen benen staan. Daarom verzoekt Rosenthal premier Balkenende in het voorjaar ook de Eerste Kamer een exit-strategie voor denationalisering te presenteren.

In zijn inbreng tijdens de APB zal Rosenthal een beroep doen op dezelfde voortvarendheid die het kabinet toonde gedurende de kredietcrisis, maar dan nu ook voor beleidsterreinen die nagenoeg stilstaan. Hij doelt op de energievoorziening, volkshuisvesting, de arbeidsmarkt en echte investeringen (wegen, ziekenhuizen).

3 oktober 2008