Ministerie van Defensie

03-11-2008

Materieelbeheer in operatiegebieden
Ondertekenaar: Minister van Defensie

Ministerie van Defensie

Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA Den Haag

Datum 31 oktober 2008
Ons kenmerk S/2008027370
Onderwerp Materieelbeheer in operatiegebieden

In het wetgevingsoverleg van 30 juni 2008 is met een motie van de leden Knops en Eijsink (Kamerstuk 31 444X nr. 9) gevraagd de Kamer voor 1 november 2008 te informeren over de mogelijkheden overbodige regelgeving tijdens operaties af te schaffen en tot bruikbare en uitvoerbare regelgeving te komen voor het materieelbeheer in operatiegebieden. Met deze brief voldoe ik aan het verzoek.

Het materieelbeheer in operatiegebieden wordt uitgevoerd onder dikwijls moeilijke en complexe omstandigheden die in de standaardregelgeving niet zijn voorzien. De verbetering van het materieelbeheer in operatiegebieden, in het bijzonder in Afghanistan, is al enige tijd onderwerp van studie. Daarbij is vooral gekeken naar de toepasbaarheid van de bestaande regelgeving. De conclusie luidt dat er van overbodige regelgeving geen sprake is, maar dat in operatiegebieden de regels wel op een andere wijze kunnen worden toegepast. Het gaat dan vooral om de beheersbaarheid van het materieelproces en de toe te passen controlenormen.

Om de beheersbaarheid van het materieelproces te versterken zijn maatregelen voorbereid. De administratieve indeling van het materieel wordt gewijzigd waardoor minder administratieve handelingen noodzakelijk zijn. Voorts wordt het administratieve systeem gesaneerd door het (eenmalig) in overeenstemming te brengen met de feitelijke tellingen van het aanwezige materieel. Zo wordt de uitgangssituatie feitelijk juist vastgelegd. Ten slotte wordt de overdrachtsprocedure bij de wisseling van eenheden versterkt, waardoor de nieuwe

Pagina 1/1

Ministerie van Defensie

commandant een vollediger en betrouwbaar beeld van zijn beheersverantwoordelijkheden krijgt.

De beoordeling of het materieelbeheer op orde is, wordt op realistischer normen gebaseerd. De huidige, strenge regels leiden al bij de geringste afwijking tot de beoordeling `onvoldoende'. Voortaan komt bij de beoordeling de nadruk te liggen op de procedure die bij geconstateerde afwijkingen wordt gevolgd, zodat de desbetreffende functionaris zo nodig ter verantwoording kan worden geroepen. De beoordelingen zullen vooral worden gericht op het beheer van gevoelig materieel, zoals wapens, munitie, crypto-apparatuur en artikelen die de Opiumwet verbiedt. Naast deze procedurele beoordeling blijven het feitelijke beheer van en de zorg voor al het materieel van groot belang. De maatregelen zullen met directe ingang van kracht worden.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Pagina 2/2

---- --