Persbericht VU
3-11-2008
Proefschrift over ruimtelijk ordeningsbeleid
Woningaanbod niet gevoelig voor schommelingen in prijzen
Het Nederlandse woningaanbod is nauwelijks gevoelig voor schommelingen in prijzen. Terwijl huizenprijzen in de tweede helft van de jaren negentig de pan uit rezen, daalde de jaarlijkse productie van nieuwbouwwoningen tot een historisch dieptepunt. Een van de redenen hiervoor is het ruimtelijk ordeningsbeleid, dat vastlegt waar er wel en niet gebouwd mag worden.
Door beperkingen op het regionale woningaanbod heeft dit beleid ook een sterke invloed op de ruimtelijke spreiding van bevolkings- en werkgelegenheidsgroei: de werkgelegenheid is in de afgelopen decennia minder hard gegroeid in de Randstad dan in omliggende gebieden vanwege een schaarste aan woningen. Dit zijn enkele bevindingen uit het proefschrift van Wouter Vermeulen, dat gaat over woningaanbod, ruimtelijke ordening en regionale arbeidsmarkten in Nederland.
Naast een empirisch gedeelte bevat dit proefschrift ook een welvaarts-economisch kader voor de beoordeling van bepaalde aspecten van ruimtelijke ordening, zoals het beperken van stedelijke groei en de bundeling van nieuwbouw in satellietsteden. Dit soort beleid is bijvoorbeeld zichtbaar rondom Amsterdam en in Almere. Het houdt open ruimte toegankelijk voor de bewoners van een stad, maar het heeft ook tot gevolg dat mensen er kleiner en duurder wonen, of dat ze een huis op een minder aantrekkelijke plek moeten betrekken. De verhouding tussen kosten en baten hangt sterk af van de aannamen die men maakt over de waardering van open ruimte, maar de netto kosten kunnen oplopen tot enkele procenten van het huishoudinkomen. Hiermee zouden ze minstens even groot zijn als de maatschappelijke kosten van de hypotheekrente aftrek. Het is daarom belangrijk om een beter begrip te ontwikkelen van de welvaartseffecten van het Nederlandse ruimtelijke ordeningsbeleid.
Vrije Universiteit Amsterdam