Ministerie van Ministerie van
Buitenlandse Zaken Defensie
Postbus 20061 Postbus 20701
2500 EB 's-Gravenhage 2500 ES 's-Gravenhage
Telefoon 070-3486486 Telefoon 070-3188188
Aan:
de Voorzitter van de
Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 4
's-Gravenhage
i.a.a.:
de Voorzitter van de
Eerste Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 22
's-Gravenhage
Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum
D.d. 7/10/2008 2080901910 DVB/CV/475/08 3 november 2008
Bijgaand bieden wij u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de leden
Haverkamp en Knops over hulp van Pakistan aan de Taliban.
Deze vragen werden ingezonden op 6 oktober 2008 met kenmerk 2008Z03824 / 2080901910.
De minister De minister
van Buitenlandse Zaken, van Defensie,
drs. M.J.M. Verhagen E. van Middelkoop
Vragen van de leden Haverkamp en Knops (beiden CDA) aan de ministers van
Buitenlandse Zaken en van Defensie over hulp van Pakistan aan de Taliban.
(Ingezonden 6 oktober 2008)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over een uitgelekt rapport van het Spaanse
ministerie van Defensie, waarin gesteld wordt dat de Pakistaanse inlichtingendienst ISI de
Taliban heeft helpen bewapenen voor moordaanslagen op leden van de Afghaanse regering?
1)
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de in het rapport geuite waarschuwing voor de mogelijkheid dat in Pakistan
geavanceerde trainingskampen bestaan waar de Taliban training, steun en inlichtingen van de
ISI ontvangen en waar ook nieuwe "Improvised Explosive Devices" (IED's) ontwikkeld
worden?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u bovendien de beschuldiging dat de ISI de Taliban aan bouwpakketten voor
bermbommen heeft geholpen waarmee inmiddels zelfs pantservoertuigen kunnen worden
opgeblazen?
Vraag 4
Bestaan er aanwijzingen dat IED's vanuit Pakistan ook hun weg vinden naar Uruzgan?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de beschuldiging door de Pakistaanse journalist Ahmed Rashid dat de
voormalig president van Pakistan, Musharraf, de Taliban en Al Qaida bleef steunen door
trainingskampen op te zetten in de Federally Administered Tribal Areas, Talibanstrijders neer
te laten strijken in Quetta en met Pakistaanse artillerie Taliban-aanvallen op Afghanistan te
ondersteunen? 2)
Antwoord
Het persbericht refereert aan een intern rapport uit 2005 van het Spaanse ministerie van
Defensie. Dit rapport is echter niet openbaar gemaakt door de Spaanse overheid.
Zoals bekend opereren de Taliban en andere gewapende groeperingen aan beide zijden van de
Afghaans-Pakistaanse grens. Deze groeperingen hebben deels hun schuilplaatsen aan
Pakistaanse zijde van het onherbergzame grensgebied. Pakistan onderhoudt een aanzienlijke
militaire aanwezigheid in het grensgebied. Strijders, wapens, maar ook IED-facilitators en
IED-componenten vinden echter nog altijd hun weg over de poreuze grens. Betrokkenheid
van het Pakistaanse Directorate for Inter-Services Intelligence (ISI) hierbij is niet bewezen.
Dat Pakistan steun verleende aan de Taliban in de tweede helft van de jaren '90 is goed
gedocumenteerd. Pakistan was ook een van de weinige landen die het Taliban-regime formeel
erkenden. Na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten van september 2001, verbrak
de Pakistaanse regering de banden met de beweging en zegde steun toe aan de internationale
strijd tegen terrorisme. Met Pakistaanse hulp is sindsdien een groot aantal Al Qaida strijders
gearresteerd of gedood. Ook zijn de Pakistaanse veiligheidsdiensten er in geslaagd de
afgelopen jaren meerdere hoge commandanten van de Afghaanse Taliban aan te houden.
Extremistische groeperingen in Pakistan zelf, soms aangeduid als Pakistaanse Taliban, hebben
in de afgelopen jaren een golf van aanslagen gepleegd en strijd geleverd met het Pakistaanse
leger. Hoge regeringsfunctionarissen, inclusief de Pakistaanse president, zijn daarbij doelwit
2
geweest. Onschuldige Pakistaanse burgers zijn vaak het slachtoffer van deze terroristische
aanslagen.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u in het licht van deze berichtgeving het mogelijke voornemen van de NAVO
om het Pakistaanse leger te gaan trainen?
Vraag 7
Bent u bereid zich in internationaal verband, in het bijzonder binnen de NAVO, in te zetten
om de druk op Pakistan op te voeren om de Taliban en Al Qaida actief te bestrijden? Acht u
een dergelijke houding van Pakistan een noodzakelijke voorwaarde voordat er sprake kan zijn
van steun bij de training van het Pakistaanse leger?
Antwoord
De Secretaris-Generaal van de NAVO, De Hoop Scheffer, sprak in september in de marge
van de Algemene Vergadering van de VN te New York met de Pakistaanse minister van
Buitenlandse Zaken, Makhdoom Shah Mahmood Qureshi, over mogelijke nadere
samenwerking tussen Pakistan en de NAVO. De Secretaris-Generaal bood daarbij onder
andere aan om Pakistaanse officieren toegang te geven tot NAVO-opleidings- en
trainingsprogramma's in Oberammergau (NATO School) en Rome (NATO Defence College).
Nederland is een voorstander van betere samenwerking tussen de NAVO en Pakistan en de
deelname van Pakistaanse officieren in de genoemde opleidingen. Zeker nu Pakistan opnieuw
een civiele president heeft, is het van belang om Pakistaanse officieren van nabij kennis te
laten maken met de moderne, transparante krijgsmachten onder civiele controle van het
bondgenootschap. Dit helpt bovendien bij het creëren van meer begrip voor de aanpak van de
NAVO in Afghanistan en bij het leggen van contacten die belangrijk kunnen zijn voor de
samenwerking tussen de NAVO en de Pakistaanse krijgsmacht.
De strijd tegen terrorisme is voor Pakistan van groot belang en Pakistan heeft in deze strijd
grote offers gebracht. Pakistan is een belangrijke partner en onmisbaar voor de internationale
missie in Afghanistan. Waar nodig wordt druk uitgeoefend op Pakistan om constructief samen
te werken met de Afghaanse regering en het eigen beleid in de grensregio te laten aansluiten
op de internationale inspanningen.
1) `Spaans rapport: Band Pakistan en Taliban', AP, 2 oktober 2008
2) `Descent into Chaos: The United States and the Failure of Nation Building in Pakistan,
Afghanistan, and Central Asia', A. Rashid, juni 2008. Zie ook `Een oorlog achter de hand',
Groene Amsterdammer, 12 september 2008
3
---- --
Ministerie van Defensie