4. Advisering Gezondheidsraad inzake HPV vaccinatie
Advisering Gezondheidsraad inzake HPV vaccinatie
Kamerstuk, 31 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG/ZP 2.887.905
31 oktober 2008
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 21 oktober 2008 heeft lid
Arib (PvdA) mij, mede namens lid Schermers (CDA), verzocht via een
brief antwoord te geven op drie vragen. In deze brief voldoe ik aan
dat verzoek.
Klopt het dat bij het tot stand komen van het advies van de
Gezondheidsraad op het vaccin tegen baarmoederhalskanker mensen
betrokken waren die banden hebben met de farmaceutische industrie?
Om tot de best mogelijke advisering te komen zijn in de
HPV-vaccinatiecommissie van de Gezondheidsraad - op een totaal van
twintig bij de commissie betrokken personen vanuit diverse disciplines
- vier experts opgenomen die onder meer door fabrikanten gefinancierd
onderzoek uitvoer(d)en. Deze wetenschappers hadden de status van
niet-stemhebbend commissie-adviseur. Ten aanzien van deelname aan een
commissie van de Gezondheidsraad stelt de Raad als algemene eis:
"volstrekte transparantie naar de voorzitter van de Raad en naar de
commissieleden onderling, en boven alle twijfel verheven integriteit.
De voorzitter van de Gezondheidsraad, die alle belangenverklaringen
beoordeelt, ziet hierop toe en kan hiertoe aanvullende informatie
inwinnen."
In de brief die de Voorzitter van de Gezondheidsraad mij stuurde op 21
oktober j.l. gaat hij in op het belang om de beste experts aan te
stellen in de commissies van de Gezondheidsraad ten behoeve van
optimale advisering. Ook gaat hij in op het belang van
onafhankelijkheid van de advisering. Vooraanstaande onderzoeksgroepen,
waarvan deze experts deel uitmaken, ontvangen bijna zonder
uitzondering ook financiering uit de derde en vierde geldstroom. Het
kan dan voorkomen dat ook onderzoek wordt verricht dat gerelateerd is
aan de te beantwoorden adviesaanvraag maar dat door
niet-onafhankelijke partijen wordt gefinancierd. "Er zijn terreinen
waarop publieke onderzoeksfinanciering niet of nauwelijks aan de orde
is maar waar topresearch beslissend dient te zijn." zo stelt de
voorzitter in zijn brief. Hij vervolgt: "Het zou voor de kwaliteit van
de advisering ten behoeve van de publieke zaak onverstandig zijn de
desbetreffende topwetenschappers (...) buiten het domein van
wetenschappelijke advisering te plaatsen."
Ik onderschrijf dit standpunt gelet op de extra waarborgen die hij
aangeeft ten aanzien van de onafhankelijkheid.
Is er sprake van een mogelijke beïnvloeding van het advies van de
Gezondheidsraad inzake het vaccin door de farmaceutische industrie?
Om de onafhankelijkheid van de adviezen te waarborgen hanteert de
Gezondheidsraad een procedure die op bovengenoemde waarborgen is
toegesneden. De Voorzitter gaat daar in zijn brief uitgebreid op in.
De procedure is in het geval van de advisering over het al dan niet
opnemen van HPV-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma zorgvuldig
toegepast.
Wat gaat de minister doen om de onrust weg te nemen die nu naar
aanleiding van al die berichten is ontstaan?
De HPV vaccins zijn in een centrale procedure voor Europa als
geneesmiddel geregistreerd door de European Medicines Agency (EMEA).
De EMEA besluit op grond van het ingediende registratiedossier (waar
klinisch onderzoek onderdeel van uitmaakt) of de balans tussen
werkzaamheid en schadelijkheid (bijwerkingen) positief is en het
geneesmiddel kan worden geregistreerd. In het geval van de HPV vaccins
is deze balans positief gebleken en zijn beide vaccins in Europa
geregistreerd. Ouders die hun kinderen hebben gevaccineerd hoeven zich
over de veiligheid van de vaccins geen zorgen te maken.
Om de eventuele onduidelijkheid weg te nemen ten aanzien van de
waarborgen voor de onafhankelijkheid van het advies heeft de
Voorzitter van de Gezondheidsraad kort na de berichtgeving op de
website duidelijk gemaakt welke procedures van de Raad de
onafhankelijkheid van zijn adviezen garanderen. Op 21 oktober j.l.
heeft de Voorzitter mij de eerder genoemde brief doen toekomen waarin
dieper wordt ingegaan op de procedures en op de manier waarop deze
zijn toegepast in de situatie van de HPV-advisering. Deze berichten
geven mij geen aanleiding te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de
advisering van de Gezondheidsraad. Ik zie derhalve geen reden terug te
komen op mijn brieven van 08 juli j.l. en 15 oktober j.l. aan uw
Kamer.
De bezoeken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg bij de twee
fabrikanten van HPV vaccins zijn afgelegd in het kader van een
onderzoek naar de mogelijke overtreding van hoofdstuk 9 van de
Geneesmiddelenwet. Meer specifiek betreft het de passages over het
verbod op publieksreclame voor geneesmiddelen. De Inspectie verwacht
de resultaten van dit onderzoek over 6 maanden te rapporteren. Ik zal
u te zijner tijd mijn reactie geven op de resultaten.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Met kenmerk U 5769/JAK/ns; "Berichtgeving advisering Vaccinatie
tegen baarmoederhalskanker."
Met kenmerk PG/ZP 2.859.072
Met kenmerk PG-CB-U-2879657
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport