Van Gogh Museum

Amsterdam, 31 oktober 2008

Nieuw onderzoek bevestigt toeschrijving twee vrouwenportretten aan Vincent van Gogh

Uitgebreid onderzoek naar twee relatief onbekende vrouwenportretten uit de collectie van het Van Gogh Museum heeft uitgewezen dat Vincent van Gogh (1853-1890) de maker van deze schilderijen is. De twee portretten werden aanvankelijk toegeschreven aan Van Gogh en gedateerd in zijn Antwerpse (1885-1886) of Parijse periode (1886-1888). In de loop der jaren ontstond twijfel over deze toeschrijving omdat de twee werken geschilderd zijn in een stijl die voor Van Gogh ongebruikelijk is. Het Van Gogh Museum, Partner in Science Shell en het Instituut Collectie Nederland hebben de twee vrouwenportretten nauwkeurig onderzocht. De uitkomst van dit multidisciplinaire onderzoek is vanaf vandaag tot en met 20 september 2009 te zien in de presentatie Van Gogh? Onderzoek naar twee vrouwenportretten.

Stijl
De twee portretten zijn geschilderd in een conventionele stijl die aan het eind van de 19de eeuw zeer gangbaar was. Van de schilder waren geen andere vrouwenportretten in een dergelijke stijl en klein formaat bekend. Ze zijn daarmee op het eerste gezicht niet meteen herkenbaar als âechte Van Goghsâ. Diverse onderzoekers meenden daarom dat de portretten niet door hem maar door een tijdgenoot gemaakt moesten zijn. Het onderzoek heeft uitgewezen dat deze aanname niet juist is. De conventionele stijl waarin de portretten geschilderd zijn, komt wel degelijk voor in Van Goghs oeuvre. Een zelfportret en het schilderij Zittend naakt meisje, beide uit 1886, zijn daar twee voorbeelden van. In kleurgebruik en schildertechniek zijn zij verwant aan de twee vrouwenportretten. Het zelfportret en de studie van het naakte meisje werden door Van Gogh gemaakt toen hij in het atelier van de schilder Fernand Cormon verbleef, in het voorjaar van 1886. Van Gogh probeerde zich daar in de conventionele schilderstijl te bekwamen.

Materiaal en techniek
Vanwege de overeenkomstige stijl zijn de twee vrouwenportretten nauwkeurig onderzocht en vergeleken met het zelfportret en het Zittend naakt meisje. De spanramen lijken zo sterk op elkaar dat mag worden aangenomen dat ze van dezelfde fabrikant komen. Opmerkelijk is dat op de achterkant van een van de vrouwenportretten het stempel van een verfhandelaar zit, die om de hoek van het appartement waar de broers Van Gogh woonden gevestigd was.

Van elk schilderij zijn verfmonsters genomen. Deze minuscule flintertjes verf zijn bekeken onder een onderzoeksmicroscoop die tot 1000 maal kan vergroten. De monsters zijn ook onderzocht met de SEM-EDX techniek (een scannende elektronenmicroscoop). Deze techniek heeft uitgewezen dat de verfmonsters van de schilderijen nagenoeg gelijk blijken te zijn: steeds wordt eenzelfde, complex mengsel van pigmenten in de donkere verfpartijen aangetroffen.

De optelsom van al deze argumenten maakt de hernieuwde toeschrijving van de twee vrouwenportretten aan Van Gogh overtuigend. Naar de identiteit van de geportretteerde vrouwen blijft het vooralsnog gissen.

Het Van Gogh Museum en Shell werken al jaren samen - sinds 2005 officieel als Partners in Science. Het partnership houdt in dat er tot 2011 technisch-wetenschappelijk onderzoek zal worden gedaan naar de schilderijen van Vincent van Gogh. Hiervoor levert het Shell Research & Technology Center, Amsterdam, kennis en apparatuur. Het door Shell verrichte onderzoek, dat in samenwerking met Instituut Collectie Nederland wordt uitgevoerd levert veel waardevolle informatie op over de chemische samenstelling van materialen die Van Gogh gebruikte.
---