4. Kostenontwikkeling in de zorg
Kostenontwikkeling in de zorg
Kamerstuk, 30 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/AEB-2885428
30 oktober 2008
Tijdens het algemeen overleg over pakketbeheer van 25 juni 2008 (31
200 XVI, nr.180) heeft mevrouw Schippers mij gevraagd uw Kamer nader
inzicht te verschaffen in de verwachte kostenontwikkeling in de zorg
voor de komende 10 jaar en in de koopkrachteffecten van de
ZVW-pakketmaatregelen voor 2009. Met deze brief ga ik op beide
verzoeken in.
Verwachte kostenontwikkeling in de zorg
Het CPB beschikt over ramingen/scenario's die betrekking hebben op
ontwikkelingen tot 2040. Er wordt geen specifieke inschatting gemaakt
in de ontwikkelingen tot 2018. Desondanks kan op basis van materiaal
van het CPB wel een beeld worden geschetst van de kostenontwikkeling
in de zorg in de komende tien jaar.
Het CPB schetst vier verschillende toekomstscenario's voor de
Nederlandse economie en de Nederlandse zorg. Het aandeel van de
zorguitgaven als percentage van het BBP (8,7% in 2001) neemt tot 2040
in die scenario's toe, in het laagste scenario tot 13,3% van het BBP
(met een volumegroei van de sector van gemiddeld 1,2% per jaar) en in
het hoogste scenario tot 14,6% van het BBP (met een volumegroei van de
sector van gemiddeld 2,9% per jaar). Uitgaande van een lineaire
oploop, kan worden gesteld dat in 2018 de zorgsector als percentage
van de Nederlandse economie is toegenomen tot respectievelijk 10,7% en
11,3 %. Onder het door het CPB gehanteerde zorgbegrip vallen niet de
kosten voor geneesmiddelen. Deze hebben wel een grote invloed op de
ontwikkeling van de zorgkosten, met name omdat voor geneesmiddelen een
relatief sterke volume- en prijsstijging wordt verwacht. Wanneer wordt
verondersteld dat de uitgaven aan geneesmiddelen 25% harder stijgen
dan die van de bedrijfstak zorg, dan betekent dit dat de totale
zorguitgaven (inclusief geneesmiddelen) van 10,3% in 2001 tot 2018
stijgen tot respectievelijk 13,1% (in het lage scenario) en 14,0% (in
het hoge scenario) van het BBP.
De groei van de zorgsector moet niet worden verward met toename van de
publieke uitgaven aan zorg. Twee determinanten bepalen dat verschil;
chronische aandoeningen leiden wel tot potentiële vraag en het
inroepen van hulp, maar niet automatisch tot gebruik van AWBZ-zorg.
Volgens het SCP zullen naar verhouding steeds meer oplossingen voor
verzorgingsproblemen worden gezocht in de informele en particuliere
sfeer en in aanpassingen van de woon- en leefomgeving .
Het CPB onderscheidt zes verschillende invloeden op de uitgaven aan
gezondheidszorg. De demografische ontwikkeling (waaronder
vergrijzing), ontwikkelingen in de medische technologie,
sociaal-culturele factoren, beleidsaanpassingen door de overheid,
ontwikkeling in arbeidsproductiviteit en stijging van de prijzen in de
zorg door achterblijvende arbeidsproductiviteit.
Kamerlid Schippers heeft mij gevraagd specifiek in te gaan op de
effecten van de demografische ontwikkeling op de kostenontwikkeling.
Het CPB raamt dat de uitgaven in de bedrijfstak zorg door de
vergrijzing in de periode 2001-2040 jaarlijks gemiddeld toenemen met
circa 1,0%. Het betreft hier een volume-effect, berekend aan de hand
van vaste kostenprofielen per leeftijd- en geslachtgroep. Dit geeft
dus het effect weer van een veranderende leeftijdssamenstelling bij
een gelijk zorgconsumptiepatroon per groep. Met gemiddeld 0,6% per
jaar was dat effect in de periode 1960-2000 lager dan wat wordt
verwacht voor de periode 2001-2040. Daar bovenop komt de groei van het
zorgvolume dat wordt veroorzaakt door de groei van de
bevolkingsomvang. In de scenario's van het CPB zorgt dat voor een
jaarlijkse volumetoename tussen 0,0% en 0,5%.
Koopkrachteffecten van de pakketmaatregelen
Voor 2009 heeft het kabinet, op basis van het pakketadvies van het
CVZ, een viertal Zvw-pakketmaatregelen genomen. Deze maatregelen, en
de ratio achter de maatregelen, zijn gedetailleerd omschreven in de
brief van de Minister van VWS aan uw Kamer van 20 juni 2008 (TK 31 200
XVI, 157).
Het Centraal Planbureau heeft de maatregelen meegenomen in haar
koopkracht-berekeningen. De pakketbeperking drukt enerzijds de
nominale Zvw-premie. Anderzijds gaat het CPB er vanuit dat de premie
van de aanvullende verzekering of de eigen bijdrage met hetzelfde
bedrag stijgt. Netto is er daardoor door het CPB gemiddeld geen
koopkrachteffect verondersteld. Overigens moet daarbij worden
aangemerkt dat de standaard prognose van het CPB kan afwijken van de
gemiddelde feitelijke nominale premie.
In het verleden namen de zorgverzekeraars zorg die uit het verzekerde
pakket werd geschrapt veelal op in de aanvullende verzekering. Er
kunnen geen algemene uitspraken worden gedaan over de vraag in
hoeverre de aanspraken die komend jaar uit de basisverzekering
verdwijnen, worden opgenomen in de aanvullende verzekering. De
polisvoorwaarden 2009 van de aanvullende verzekeringen zijn op dit
moment nog niet bekend. Zorgverzekeraars Nederland schat echter in dat
elke verzekeraar een aanvullend pakket zal aanbieden waarin de
aanspraken zijn opgenomen, maar in hoeverre verzekerden van deze
mogelijkheid gebruik zullen maken is onbekend.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport