Beantwoording vragen inzake de parlementsverkiezingen in Wit-Rusland
31-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
(kenmerk 2008Z03665/2080901770) gesteld door de leden Van Bommel (SP),
Haverkamp (CDA), Van Dam (PvdA), Van Baalen (VVD), Wilders (PVV), Diks
(GroenLinks), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), Van der
Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) over de parlementsverkiezingen in
Wit-Rusland van 28 september jl. De vragen werden op 2 oktober 2008
ingezonden.
De minisster van Buitenlandse Zakenl
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, de minister van Buitenlandse Zaken,
op vragen van de leden Van Bommel (SP), Haverkamp (CDA), Van Dam
(PvdA), Van Baalen (VVD), Wilders (PVV), Diks (GroenLinks), Voordewind
(ChristenUnie), Pechtold (D66), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD)
aan de minister van Buitenlandse Zaken over de parlementsverkiezingen
in Wit-Rusland.
Vraag 1
Kent u het rapport van de OVSE over de parlementsverkiezingen in
Wit-Rusland, waarin wordt geconstateerd dat die verkiezingen niet
voldeden aan de normen van de OVSE voor democratische verkiezingen?
Vraag 2
Wat is uw oordeel over de bevindingen van de OVSE?
Antwoord
Ik ken het voorlopige rapport van de OVSE/ODHIR over deze verkiezingen
en onderschrijf de bevindingen ervan.
Vraag 3
Is het u bekend dat president Lukashenko na de verkiezingen heeft
aangedrongen op het opheffen van de sancties tegen Wit-Rusland?
Antwoord
Ja.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat de wijze waarop deze verkiezingen zijn
verlopen geen aanleiding geeft tot het opheffen van de bestaande
sancties tegen Wit-Rusland? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Tijdens het Algemene Overleg d.d. 9 oktober jl. en in de Raad Algemene
Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 13 oktober jl. heb ik
aangegeven dat het verloop van de parlementsverkiezingen geen
aanleiding geeft om het sanctiebeleid tegen Wit-Rusland substantieel
te wijzigen, ondanks enkele positieve stappen van de Wit-Russische
autoriteiten, zoals de vrijlating van politieke gevangenen en de
verbeterde omstandigheden voor de oppositie in de aanloop van de
verkiezingen. Een groot aantal EU-ministers wilde echter beduidend
verder gaan, veelal met argumenten van geopolitieke aard naar
aanleiding van de door Wit-Rusland geuite wensen de betrekkingen met
de EU te intensiveren ten opzichte van die met Moskou.
De RAZEB heeft uiteindelijk, op nadrukkelijk verzoek van onder meer
Nederland, besloten dat de bestaande sancties blijven bestaan, maar
dat een deel van de visumrestricties tijdelijk wordt opgeschort.
Daarbij werd naar aanleiding van Nederlandse suggesties besloten dat
de visumrestricties over zes maanden weer in werking zullen treden
tenzij de Raad unaniem besluit tot verlenging van deze opschoring. In
het besluit van de Raad zijn elementen aangegeven waarop van
Wit-Rusland voortgang wordt verwacht.
De visumrestricties ten aanzien van de vier personen die
verantwoordelijk waren voor de verdwijningen in 1999 alsmede ten
aanzien van de voorzitter van de Wit-Russische kiesraad, die
verantwoordelijk was voor de organisatie van de verkiezingen, blijven
van kracht. Daarnaast blijven de buitenlandse financiële tegoeden van
de Wit-Russische functionarissen die op de gehele sanctielijst staan
bevroren. Ten aanzien van de wens van veel EU-partners om de politieke
contacten met de autoriteiten in Minsk te hervatten, heb ik er wederom
voor gepleit dat de EU niet alleen in gesprek moet treden met de
Wit-Russische autoriteiten, zoals met minister van Buitenlandse Zaken
Martynov en marge van de RAZEB, maar ook met leden van de oppositie.
De Hoge Vertegenwoordiger voor Extern Beleid van de EU, Javier Solana,
heeft daarop bevestigd dat te doen.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken