Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording Van Bommel over een hongerstaking van Iraanse politieke gevangenen

31-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over een hongerstaking van Iraanse politieke gevangenen. Deze vragen werden ingezonden op 6 oktober 2008 met kenmerk 2080901940.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel over een hongerstaking van Iraanse politieke gevangenen.

Vraag 1

Kent u de berichten van Amnesty International en Defend International over een grootschalige hongerstaking van tientallen personen in verschillende gevangenissen, die thans plaatsheeft onder Iraanse politieke gevangenen die daarmee willen protesteren tegen marteling en doodstraf van politieke gevangenen? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat het vooral om Koerdische gevangenen gaat die in de meeste gevallen langdurige detentie is opgelegd in verband met politieke activiteiten?

Antwoord

Recentelijk heeft een aantal Koerdische politieke opponenten langdurige gevangenisstraffen opgelegd gekregen. Ook andere etnische minderheden, zoals bijvoorbeeld Iraanse Turken (Azeri), en politieke tegenstanders van de regering zijn vanwege oppositionele politieke activiteiten op een dergelijke wijze gestraft. Het is moeilijk vast te stellen om welke exacte aantallen het gaat.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de berichten van mensenrechtenorganisaties dat bedoelde gevangenen slachtoffer zijn van oneerlijke processen en marteling?

Antwoord

De Nederlandse regering maakt zich ernstige zorgen om gevangenen die het slachtoffer zijn van oneerlijke processen en marteling. Zowel schendingen van rechten van groepen mensen, als schendingen van rechten van individuen, worden bilateraal, in EU-kader en in VN-kader onder de aandacht van de Iraanse autoriteiten gebracht.

Vraag 4

Is het waar dat de politieke gevangene, de student Akbar Mohammadi, die gevangen zat in de Evin gevangenis in Teheran, recent is overleden aan de gevolgen van een hongerstaking? 2)

Antwoord

De heer A. Mohammadi is op 31 juli 2006 inderdaad overleden aan de gevolgen van een hongerstaking. Destijds is op Nederlands initiatief middels een démarche in Teheran door het toenmalige Finse EU-Voorzitterschap de zaak opgebracht bij de Iraanse autoriteiten.

Vraag 5

Wat doet de ambassade in Teheran om genoemde mensenrechtenschendingen in kaart te brengen en u daarover te berichten?

Antwoord

De Nederlandse ambassade in Teheran volgt de mensenrechtensituatie in Iran nauwlettend. Daartoe onderhoudt de ambassade contacten met relevante Iraanse actoren, andere ambassades en internationale organisaties in Iran. Regelmatig rapporteert de ambassade over de mensenrechtensituatie in Iran. Hierbij passeert een groot aantal onderwerpen de revue, waaronder de doodstraf (in het bijzonder de doodstraf voor minderjarigen), de positie van etnische en religieuze minderheden, en de positie van verscheidene groeperingen als studenten, vakbonden, homosexuelen, (vrouwenrechten-)activisten, en journalisten.

Voorts is de ambassade nauw betrokken bij het vergaren van informatie ten behoeve van gezamenlijk EU-optreden richting Iraanse autoriteiten. Middels rapportage, het vergaren en analyseren van informatie, en gesprekken met de Iraanse autoriteiten blijft de ambassade, waar mogelijk, betrokken bij inspanningen om mensenrechtenschendingen in Iran te voorkomen en negatieve ontwikkelingen te keren.

Vraag 6

Bent u bereid de Iraanse ambassadeur te ontbieden om opheldering te vragen over deze zaken en indien waar daar protest tegen aan te tekenen?

Antwoord

Op 16 en 17 oktober jl. heeft de Iraanse directeur-generaal voor Mensenrechten en Internationale Vrouwenzaken, mevrouw Tahereh Nazari, een bezoek gebracht aan Nederland. Tijdens haar bezoek heb ik mijn zorgen geuit over de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran, in het bijzonder over het grote aantal voltrokken doodstraffen, zelfs van minderjarigen, intimidatie van mensenrechtenverdedigers, en de positie van minderheden. Daarenboven is op 6 oktober jl. de Iraanse ambassadeur door het Franse EU-Voorzitterschap in Parijs ontboden. In dat gesprek zijn namens de EU zorgen uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Iran en is om opheldering gevraagd over een aantal specifieke gevallen. Tevens is de Iraanse ambassadeur in Nederland in het recente verleden om opheldering gevraagd over diverse, specifieke mensenrechtenschendingen.


1) http://www.amnesty.org/en/library/asset/MDE13/136/2008/en/da17935b-802b-11dd-8e5e-43ea85d15a69/mde131362008en.html

http://www.amnesty.org/en/library/asset/MDE13/136/2008/en/da17935b-802b-11dd-8e5e-43ea85d15a69/mde131362008en.html


2) http://www.iranfocus.com/en/index.php?option=com_content&task=view&id=8097