Persberichten 2008
31 oktober 2008
Deeltijders investeren minder in menselijk kapitaal
Drijfveer moet vooral uit deeltijders zelf komen, werkgever stimuleert
vooral voltijders
Deeltijders investeren minder in hun scholing dan voltijders. Hoewel
voltijders door hun werkgever gestimuleerd worden zich verder te
ontwikkelen, heeft het personeelsbeleid geen effect op de scholing en
het informele leren van de deeltijders. Deeltijders kunnen dit slechts
gedeeltelijk compenseren wanneer zij zeer gemotiveerd zijn om te leren
en een goed beeld hebben van hun verdere loopbaan. Dat blijkt uit de
enquête `Levenslang Leren 2007' van het Researchcentrum voor Onderwijs
en Arbeidsmarkt (ROA). De resultaten van dit onderzoek zijn vandaag
gepubliceerd in het tijdschrift Economische Statistische Berichten
(ESB). Volgens de auteurs van het ESB artikel, Annemarie Nelen en
Andries de Grip, zijn deze bevindingen zorgwekkend vanwege het grote
aandeel deeltijdwerkers in de Nederlandse beroepsbevolking en de
remmende werking op de kenniseconomie.
In de enquête werd gevraagd hoeveel trainingen en cursussen men de
afgelopen twee jaar heeft gevolgd en hoeveel werktijd er werd besteed
aan leerzame werkzaamheden (informeel leren). Deze gegevens werden
afgezet tegen persoonskenmerken (`hoe graag leert u nieuwe dingen' en
`hoe duidelijk is uw beeld van uw verdere loopbaan') en
werkgerelateerde kenmerken (personeelsontwikkelingsbeleid en
bereidheid van werkgevers om te investeren in menselijk kapitaal).
Ongeveer 45 procent van de deeltijders heeft een of meer cursussen of
trainingen gevolgd, tegen 57% van de voltijders. Beide groepen
besteden een even groot deel van hun tijd aan informeel leren, dus de
kwaliteit van werk verschilt niet wezenlijk. Toch besteden deeltijders
daardoor per week minder tijd (in uren) aan informeel leren. Voor
voltijds personeel blijkt het personeelsbeleid van de werkgever de
grootste drijfveer te zijn, terwijl bij de deeltijders psychologische
kenmerken bepalend zijn voor het al dan niet volgen van cursussen.
Hoewel leermotivatie ook bij voltijders een positief effect heeft op
de trainingsdeelname, is het effect voor hen drie keer kleiner.
Wanneer deeltijders een beter beeld hebben van hun verdere loopbaan,
besteden zij ook meer tijd aan informeel leren.
De verklaring voor deze bevindingen is volgens de auteurs te vinden in
de theorie van het menselijk kapitaal. Zowel voor de werkgever als
voor de werknemer zijn de opbrengsten groter als men in voltijders
investeert: het aantal uren dat de geleerde kennis productief wordt
ingezet is immers groter èn een hoger uurloon levert meer op naarmate
men meer uren werkt.
De auteurs van het artikel wijzen op basis van deze resultaten op de
risico voor de arbeidsmarktpositie van deeltijders. Bovendien kan de
ontwikkeling van een internationaal concurrerende kenniseconomie
afremmen, omdat in Nederland een veel groter deel van de
beroepsbevolking in deeltijd werkt dan in andere landen.
Universiteit Maastricht