Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht

Persbericht

30 oktober 2008

Drijfveer moet vooral uit deeltijders zelf komen, werkgever stimuleert vooral voltijders

Deeltijders investeren minder in menselijk kapitaal

Deeltijders investeren minder in hun scholing dan voltijders. Hoewel voltijders door hun werkgever gestimuleerd worden zich verder te ontwikkelen, heeft het personeelsbeleid geen effect op de scholing en het informele leren van de deeltijders. Deeltijders kunnen dit slechts gedeeltelijk compenseren wanneer zij zeer gemotiveerd zijn om te leren en een goed beeld hebben van hun verdere loopbaan. Dat blijkt uit de enquête Levenslang Leren 2007 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). De resultaten van dit onderzoek zijn vandaag gepubliceerd in het tijdschrift Economische Statistische Berichten (ESB). Volgens de auteurs van het ESB artikel, Annemarie Nelen en Andries de Grip, zijn deze bevindingen zorgwekkend vanwege het grote aandeel deeltijdwerkers in de Nederlandse beroepsbevolking en de remmende werking op de kenniseconomie.

In de enquête werd gevraagd hoeveel trainingen en cursussen men de afgelopen twee jaar heeft gevolgd en hoeveel werktijd er werd besteed aan leerzame werkzaamheden (informeel leren). Deze gegevens werden afgezet tegen persoonskenmerken ( hoe graag leert u nieuwe dingen en hoe duidelijk is uw beeld van uw verdere loopbaan ) en werkgerelateerde kenmerken (personeelsontwikkelingsbeleid en bereidheid van werkgevers om te investeren in menselijk kapitaal).

Ongeveer 45 procent van de deeltijders heeft een of meer cursussen of trainingen gevolgd, tegen 57% van de voltijders. Beide groepen besteden een even groot deel van hun tijd aan informeel leren, dus de kwaliteit van werk verschilt niet wezenlijk. Toch besteden deeltijders daardoor per week minder tijd (in uren) aan informeel leren. Voor voltijds personeel blijkt het personeelsbeleid van de werkgever de grootste drijfveer te zijn, terwijl bij de deeltijders psychologische kenmerken bepalend zijn voor het al dan niet volgen van cursussen. Hoewel leermotivatie ook bij voltijders een positief effect heeft op de trainingsdeelname, is het effect voor hen drie keer kleiner. Wanneer deeltijders een beter beeld hebben van hun verdere loopbaan, besteden zij ook meer tijd aan informeel leren.

De verklaring voor deze bevindingen is volgens de auteurs te vinden in de theorie van het menselijk kapitaal. Zowel voor de werkgever als voor de werknemer zijn de opbrengsten groter als men in voltijders investeert: het aantal uren dat de geleerde kennis productief wordt ingezet is immers groter èn een hoger uurloon levert meer op naarmate men meer uren werkt.

De auteurs van het artikel wijzen op basis van deze resultaten op de risico voor de arbeidsmarktpositie van deeltijders. Bovendien kan de ontwikkeling van een internationaal concurrerende kenniseconomie afremmen, omdat in Nederland een veel groter deel van de beroepsbevolking in deeltijd werkt dan in andere landen.