KNMG

Symposium 'De dokter en het lijden' op 30 oktober

Over de grenzen van het medisch handelen

KNMG-symposium op 30 oktober 2008
Vergader- en congrescentrum Domus Medica, Utrecht, 15.30-21.00 uur

Niemand wil het, iedereen doet het wel eens: lijden. En artsen hebben tot taak lijden te verlichten, zo staat het in de artseneed. Lang was dat een eenvoudige en heldere opdracht. Tegenwoordig echter lijkt lijden steeds minder geaccepteerd te worden. Daardoor ontstaat er een druk op artsen om lijden in steeds meer vormen te verhelpen of te verlichten. Patiënten kunnen lijden aan hun uiterlijk, en aan de arts vragen dit te veranderen. Sommigen pleiten er voor om 'lijden aan het leven', 'verlies van menselijke waardigheid' of een chronische psychiatrische aandoening een grond voor euthanasie te laten zijn. Maar weten we eigenlijk wel wat dat is, 'lijden'? Verstaat iedereen er hetzelfde onder? En ingewikkelder nog: wat is 'ondraaglijk en uitzichtloos lijden'?

Artsen hebben de plicht het lijden te verlichten. Maar tot hoever gaat die plicht ? Als een patiënt lijdt aan het leven, of een jarenlange depressie heeft, is het dan gerechtvaardigd euthanasie te plegen? Moeten artsen altijd meegaan in het verzoek om lichaamsverfraaiing? Als een patiënt bewust stopt met eten en drinken, moet een arts dan comfort bieden, of proberen de patiënt op andere gedachten te brengen? En als een patiënt om informatie vraagt over dodelijke medicijnen, moet de arts die informatie dan geven, of hebben patiënten daarin ook een eigen verantwoordelijkheid?

In een tweetal symposia onderzoekt de KNMG wat de grenzen zijn van de plicht van artsen om het lijden te verlichten. Het eerste zal zich met name richten op wilsbekwame patiënten, het tweede op wilsonbekwame patiënten. Het eerste symposium vindt plaats op 30 oktober 2008, het tweede in januari 2009.

Voorlopig programma

15:30 Opening en woord van welkom Peter Holland, voorzitter KNMG

15.35-15.55 Inez de Beaufort, Het lijden en de dokter

15.55-16.35 Wat is ondraaglijk lijden?

16.35-17.15 Verlies van menselijke waardigheid als grond voor euthanasie

17.15-17.55 Hulp bij zelfdoding in de GGZ

17.55-18.55 Dinerbuffet

18.55-19.35 Auto-euthanasie en de rol van de arts

19.35- 20.15 De toekomst van palliatieve sedatie

20.15-20.30 Afsluitende column Flip Sutorius, huisarts

20.30-20.35 Afsluiting voorzitter KNMG

20.35-21:00 Borrel

Opzet programma

Inez de Beaufort, hoogleraar ethiek aan het Erasmus MC, zet op beeldende wijze de algemene thematiek van het lijden en de dokter neer.

Vervolgens wordt in vijf verschillende rondes een aantal verschillende kwesties rond het lijden behandeld:

1) Wat is ondraaglijk lijden?
Een van de belangrijkste criteria voor het straffeloos toepassen van euthanasie is dat er sprake moet zijn van 'ondraaglijk en uitzichtloos' lijden. Maar hoewel dit criterium centraal staat in de euthanasiewetgeving, is nooit goed beschreven wat er onder moet worden verstaan. Daardoor kan er gemakkelijk een grijs gebied ontstaan, waarbinnen tussen dokters onderling grote interpretatieverschillen kunnen bestaan. Daarmee kan grote interdoktervariatie en rechtsongelijkheid ontstaan. Wat verstaan dokters onder ondraaglijk lijden en verstaan alle partijen (arts, Scen-arts, toetsingscommissie, OvJ) daar wel hetzelfde onder?

Donald van Tol, onderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Groningen Marianne Dees, huisarts, SCEN-arts en onderzoekster Suzanne van de Vathorst, arts en ethicus, auteur van 'euthanasie voor beginners'

2) Verlies van menselijke waardigheid als grond voor euthanasie Onlangs stelde de NVVE voor een criterium toe te voegen aan de zorgvuldigheidscriteria voor euthanasie: duurzaam en onomkeerbaar verlies van menselijke waardigheid. Dit zou betekenen dat ook mensen die niet lijden aan een uitzichtloze ziekte in aanmerking zouden moeten komen voor euthanasie. Dit criterium zou moeten functioneren naast het lijdensdrukcriterium. Met de introductie van dit criterium sluit de NVVE nauw aan bij eerdere discussies rond de Pil van Drion, tegenwoordig de 'laatstewilpil' geheten.

Theo Boer, ethicus aan de Protestantse Theologische Universiteit en Eugene Sutorius, voorzitter NVVE.

3) Hulp bij zelfdoding in de GGZ

Verzoeken om euthanasie of hulp bij zelfdoding worden in de GGZ-praktijk vrijwel altijd afgewezen. De discussie hierover woedt al jaren, maar werd onlangs opgerakeld door de documentaire 'Mag ik dood' van de Humanistische Omroep, waarin het lijden van psychiatrische patiënten treffend werd vertoond. Daardoor kwam opnieuw de vraag naar voren of chronisch psychiatrische patiënten in aanmerking zouden moeten komen voor euthanasie. Wettelijk bestaat deze mogelijkheid wel, maar kennelijk vinden psychiaters het moeilijk deze stap ook daadwerkelijk te zetten, waarschijnlijk omdat ze niet overtuigd zijn van het feit dat het lijden inderdaad uitzichtloos is. Vanuit Groen-Links werden Kamervragen gesteld. Zowel vanuit christelijke (Theo Boer) als seculiere hoek (Joost Zwagerman) kwam hiertegen verzet.

Joost Zwagerman, auteur, Fons Tholen, psychiater en voorzitter van de commissie hulp bij zelfdoding van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en Eveline van Dijck, maakster van de documentaire 'Mag ik dood'.

4) Auto-euthanasie en de rol van de arts

In 2007 promoveerde Boudewijn Chabot op een proefschrift waarin hij liet zien dat jaarlijks ruim 4.000 mensen 'auto-euthanasie' plegen: het opzettelijk beëindigen van het eigen leven, of het bespoedigen van het naderende overlijden, in gesprek met één of meer naasten.' Doorgaans gebeurt dit door te stoppen met eten en drinken, of het innemen van opgespaarde slaapmiddelen. In de helft van de gevallen waren dit mensen die eerder tevergeefs bij een arts een euthanasieverzoek hadden gedaan. In veel gevallen is de arts op de hoogte van de auto-euthanasie en werkt daar actief aan mee, bijvoorbeeld door het voorkomen van decubitus of het voorschrijven van sprays voor het bevochtigen van de lippen. Soms ook weten artsen dat patiënten slaapmiddelen sparen.

Vragen die bij dit onderwerp aan de orde zouden kunnen komen: Welke rol zouden artsen moeten (en mogen) spelen bij auto-euthanasie? Wat is de toekomst van de auto-euthanasie? Wat te denken van het nieuwe boekje met zelfdodingsmethoden van de WOZZ?

Boudewijn Chabot, psychiater n.p., medisch socioloog en onderzoeker naar het zelfgekozen levenseinde

5) De toekomst van palliatieve sedatie

Enige tijd geleden werd de suggestie gedaan dat artsen palliatieve sedatie massaal als alternatief voor euthanasie gebruiken. De KNMG nam hiertegen stelling. Toch blijven er belangrijke vragen bestaan rond palliatieve sedatie. Zijn palliatieve sedatie en euthanasie in de praktijk nog wel te onderscheiden? Gebruiken artsen sedatie als alternatief voor euthanasie? Moeten artsen sedatie suggereren aan patiënten vooraleer ze besluiten tot euthanasie? Hoe ziet de toekomst van palliatieve sedatie eruit?

Rob Bruntink, auteur van de Laatste Slaap en Bregje Onwuteaka-Philipsen, onderzoeker VU-MC.

De verschillende kwesties worden niet gepresenteerd in de vorm van presentaties, maar in de vorm van interviews met de diverse deskundigen, en confrontaties tussen opponenten.

Terzijde zullen steeds een ethicus en een jurist (Tsjalling Swierstra en Johan Legemaate) commentaar geven op de lopende discussie.

Dagvoorzitter: Gert van Dijk, KNMG

Locatie
Het symposium vindt plaats op donderdag 30 oktober 2008 in Vergader- en congrescentrum Domus Medica, gevestigd in het kantorenpark Papendorp. Adres: Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht. Voor routebeschrijving, zie www.knmg.nl/route

Kosten
De kosten voor KNMG-leden bedragen ¤ 195 per persoon. De kosten voor niet-leden bedragen ¤ 295 per persoon. Deze prijs is inclusief koffie, thee, dinerbuffet, borrel en documentatiemap.

Accreditatie
Accreditatie is toegekend voor medisch specialisten, huisartsen, verpleeghuisartsen en sociaal geriaters (allen 4 punten).

Inschrijving
Klik hier om naar het inschrijfformulier te gaan

Betaling
Betaling kan middels het afgeven van een eenmalige machtiging of via bankbetaling (factuur).

Informatie
Voor meer informatie en vragen:

Congresbureau KNMG
E-mail congresbureau@fed.knmg.nl
Telefoon: 030 28 23 203