Afdeling Communicatie TROS/AVRO
Hilversum, 30-10-2008

Televisie

Nederland 1 - 18.20 uur

OBAMA NIET ZO PROGRESSIEF ALS NEDERLANDERS DENKEN

Nederlanders hebben een grote voorkeur voor de democraat Barack Obama als nieuwe president van de Verenigde Staten zonder te weten wat voor standpunten hij er allemaal op na houdt. Zijn mening over onderwerpen als het homohuwelijk, de doodstraf en particulier wapenbezit is veel minder progressief dan veel mensen denken.

Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de actualiteitenrubriek EÉNVANDAAG en Dagblad De Pers. Van de 21.000 ondervraagden zegt 62 procent ten onrechte dat Obama voorstander is van het homohuwelijk. Ruim driekwart (78 procent) denkt dat Obama tegen de doodstraf is, terwijl hij voor is. Een meerderheid van 56 procent meent dat Obama tegenstander is van particulier wapenbezit. Ook dat klopt niet. Een behoorlijk groep van 44 procent gaf wel het goede antwoord.

Meer militairen
Obama wil meer Amerikaanse militairen in Afghanistan stationeren en dat weet maar een kwart (26 procent) van de ondervraagden. Dat hij troepen uit Irak wil terugtrekken weet bijna iedereen (89 procent). Maar slechts 11 procent onderkent dat de uitspraak 'We will kill (Osama, red.) bin Laden' van Obama komt. Voor veel mensen is niet duidelijk of Obama zes jaar geleden voor of tegen het sturen van troepen naar Irak was: 54 procent denkt dat hij tegen was en 46 procent zegt voor. Hij was voorstander.

Obama is de favoriete presidentskandidaat. Driekwart van de ondervraagden (76 procent) zou aan hem de voorkeur geven boven de Republikein McCain. Obama wordt gekarakteriseerd als 'charismatisch', 'goed in het debat' en 'hij spreekt duidelijke taal'. Ook komt hij aardig en betrouwbaar over. McCain wordt vooral gezien als 'te oud', 'niet charismatisch' en 'komt op voor de rijken.'

Pechtold
Welke politicus in Nederland lijkt in zijn stijl en presentatie het meest op Obama? Bijna de helft (49 procent) van de respondenten zegt 'geen van allen'. Van de mensen die wel een keuze maken noemt 22 procent de naam van Alexander Pechtold en daarna in volgorde Wouter Bos, Ahmed Aboutaleb en Jan Marijnissen.

De uitslag van de enquête is gecorrigeerd op leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, spreiding over het land, opleidingsniveau en politieke voorkeur.