ChristenUnie


Bijdrage Esme Wiegman debat AWBZ

Bijdrage Esme Wiegman debat AWBZ

donderdag 30 oktober 2008 11:18

Vandaag neem ik de staatssecretaris, en verder iedereen die mijn bijdrage aan dit debat aanhoort, terug naar het debat dat we vlak voor het zomerreces hebben gevoerd over de toekomst van de AWBZ.

Mijn kernboodschap luidde toen: schrappen uit de AWBZ mag alleen als er voor geschrapte maatregelen een zachte landing elders wordt gerealiseerd.

Van onvoorbereide afwenteling mag geen sprake zijn, ook niet over VWS-grenzen heen, daarbij doelend op Jeugd&Gezin, OCW, en SZW. Een ´inclusief beleid´ is nodig.

Belangrijk is dat over de grenzen van regelingen heen een samenhangend aanbod komt. Vormen van ketenzorg voor mensen die aangewezen zijn op langdurige zorg en ondersteuning.

De LVG-kinderen is een doelgroep waar ik in het bijzonder aandacht voor heb gevraagd. Onder wiens hoede kan deze groep kinderen het beste ondergebracht worden?

Hoe gaat verder het traject eruit zien na dit hoofdlijnendebat? Hoe stelt de regering zich de stappen naar een toekomstige AWBZ verder voor?

Vandaag komt het aan op beantwoording van deze vragen. Om met het laatste te beginnen: dat brede perspectief ontbreekt in de brief van 16 juli en in de brief van 28 oktober. Hoe stelt de regering zich de stappen naar een toekomstbestendige AWBZ voor? En is deze pakketmaatregel een logische 1^e stap in het licht van het SER-advies?

In juli heb ik de term 'zachte landing' geïntroduceerd en het doet me deugd dat deze term aardig 'geland' is. We weten waar we het over hebben.

Bij een zachte landing past geen onvoorbereide afwenteling. Als ik alle ingekomen brieven en reacties lees van mensen persoonlijk en organisaties, dan heb ik zorgen over de voorbereiding en de voorbereidingstijd die genomen is. Van een samenhangend aanbod en een inclusief beleid lijkt op dit moment nog geen sprake te zijn.

Dat inclusief beleid moet uitgangspunt zijn en centraal staan. Dat werpt ook het juiste licht op AWBZ-maatregelen en discussies over collectieve verantwoordelijkheden. In een inclusief beleid is participatie vanzelfsprekend en nemen de verschillende domeinen en departementen ook allemaal hun verantwoordelijkheid.

Dank voor de brief op 28 oktober wat een beeld geeft van wat er tussen 16 september en nu is gebeurd.

Ik constateer positieve zaken:


- de aansluiting bij ICF (de internationale classificatie van functioneren)


- nadere definiëring van licht en matig


- instelling Taskforce Linschoten

Het huiswerk is echter nog niet af. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen. Er is een zorgvuldig traject ingezet, maar zaken zijn nog niet klaar. Op basis van de brief van 28 oktober kan de ChristenUnie niet instemmen met het simpelweg invoeren van de pakketmaatregel per 1 januari 2009.

Een aantal voorwaarden wil ik neerleggen, waaraan voldaan zou moeten worden om invoering acceptabel te maken. De invulling van 2009 als overgangsjaar is cruciaal.


- er zal tijd gekocht moeten worden in het 1^e halfjaar. Dit kan door toepassing van de maatregel later feitelijk van start te laten gaan en te werken met een gewenningsperiode, waarin menselijk duidelijk de weg worden gewezen, als ze daar behoefte aan hebben, hoe met de nieuwe situatie om te gaan.


- Monitoring hoe indicering gaat icm een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling op het moment dat duidelijk wordt dat een situatie onaanvaardbaar is. Dit vraagt ook om een herkenbaar meldpunt.


- Klokken van CIZ en jeugdzorg mbt indicering gelijk zetten. Aanbevelingen van de taskforce Linschoten zullen van belang zijn. Met name ook als het gaat om LVG.


- flankerend beleid: op grond van de monitor-bevindingen opdrachten voor andere domeinen formuleren. Hierbij best practices gebruiken.


- met flankerend beleid tot samenhangend beleid komen, inclusief beleid: wat moet er gebeuren op gemeentelijk niveau, onderwijs, szw etc.


- duidelijke communicatie en antwoord op de vraag: waar kunnen cliënten terecht met een hulpvraag en wat zijn de taken van de verschillende domeinen; duidelijke communicatie richting cliënten, maar ook richting maatschappelijke organisaties op de terreinen van mantelzorg en vrijwilligerswerk, zodat zij zich kunnen voorbereiden op nieuwe hulpvragen die ze kunnen verwachten.

Het klinkt allemaal vrij technisch, maar het gaat ons om de mensen die het betreft. Mensen mogen niet tussen wal en schip terechtkomen.

Nog even terug naar de langere termijn.


- Belangrijk is om in de gaten te houden of er geen verschuiving gaat plaatsvinden naar andere functies, of dat mensen eerder opgenomen moeten worden in intramurale instellingen.


- Verder gaan op de weg van functiegerichte diagnostiek om vanuit deze benadering verder te sleutelen aan de AmvB om hem toekomstbestendig te maken.


- Welk traject staat de staatssecretaris verder voor ogen als het gaat om de toekomst van de AWBZ? Het SER-advies vraagt om een lange-termijn-visie en uitwerking ipv jaarlijkse maatrgelen die op korte termijn genomen moeten worden.