Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 30 oktober 2008 HO&S/2008/69064 2080902750

Onderwerp
Vragen van leden Dibi en Besselink

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Dibi (GroenLinks) en Besselink (PvdA) over de maatregel van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam aangaande hogere kosten voor het volgen van vakken, zoals verwoord in de Kaderbrief 2009 van de instelling.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4122016 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 2/3

2008Z04259 / 2080902750

Vragen van de leden Dibi (GroenLinks) en Besselink (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Kaderbrief 2009 van de Universiteit van Amsterdam. (Ingezonden 15 oktober 2008)


1
Vraag: Bent u bekend met de Kaderbrief 2009 van de Universiteit van Amsterdam (UvA) waarin de UvA onder andere aankondigt vanaf 2010 geen vergoeding meer te geven voor studiepunten boven de nominale studielast en dat de faculteiten een eigen bijdrage mogen vragen aan studenten die extra vakken volgen?
Antwoord: Ja.


2
Vraag: Wat vindt u van de voorgestelde maatregel?
Antwoord: Ik ben het niet eens met de door het College van Bestuur voorgestelde maatregel.


3
Vraag: Denkt u dat dit een drempel betekent voor het enthousiasme van studenten die willen excelleren? Zo ja, wat bent u voornemens hieraan te doen? Antwoord: Ik ben van mening dat hiermee een drempel wordt opgeworpen voor studenten die willen excelleren. Ik ben voornemens het College van Bestuur erop te wijzen dat de in de Kaderbrief voorgestelde maatregel in strijd is met de wet en dus niet doorgevoerd kan worden.


4
Vraag: Is bekend of andere universiteiten deze maatregel mogelijk ook willen gaan toepassen? Antwoord: Nee, dat is mij niet bekend.


5
Vraag: Is deze maatregel bedoeld voor de bachelorfase of voor de masterfase? Antwoord: Deze maatregel geldt, voor zover de informatie reikt, voor de bachelor- en masteropleidingen.


6
Vraag: Is het waar dat het schakeljaar aan de UvA onder druk staat? Hoe verhoudt dit bericht zich tot het stimuleren van excellentie? Het schakeljaar dat door de Universiteit van Amsterdam wordt verzorgd, staat onder druk.
Antwoord: Ik kan daarover geen uitspraak doen. Het is een bericht uit het Universiteitsblad van de UvA.
Het stimuleren van excellentie heeft betrekking op het op een hoger niveau tillen van opleidingen of delen daarvan en/of studenten tijdens een bachelor- of masterfase. Het schakeljaar is een verbindingsjaar tussen een hbo-opleiding en een wo-masteropleiding. De instellingen zijn verplicht dat indien noodzakelijk te verzorgen. Als het schakeljaar zou verdwijnen heeft dat geen invloed op de mogelijkheid voor de instelling om excellentie te stimuleren. Wel zou als gevolg van het wegvallen van het schakeljaar het aantal studenten dat doorstroomt van het hbo naar het wo afnemen en daarmee ook het aantal studenten dat deelneemt aan een excellent traject.

blad 3/3


7
Vraag: Bent u bereid met de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU), de Landelijke Studentenbond (LSVB) en het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) om tafel te gaan zitten om te komen tot afspraken over de eigen bijdragen die universiteiten aan studenten mogen vragen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u ons over de resultaten van dat gesprek informeren voor de begrotingsbehandeling in december?
Antwoord: Ik ben bereid om met de hier genoemde partijen overleg te voeren. Ik denk echter dat het niet nodig zal zijn. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 verklaar, is de voorgestelde maatregel van het College van Bestuur in strijd met de wet. De wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bepaalt namelijk in artikel 7.34, eerste lid, onder a, dat de student die staat ingeschreven voor een opleiding aan een instelling het recht heeft deel te nemen aan het initieel onderwijs van die instelling. Daarop bestaan enkele uitzonderingen zoals een opleiding waarvoor een numerus fixus geldt. Blijkens de memorie van toelichting op het oorspronkelijke wetsvoorstel voor de WHW (T.K. 1988-1989, 21 073, nr. 3, blz. 133) betekent dit het recht deel te nemen aan het onderwijs van de gehele instelling en niet alleen aan het onderwijs van de opleiding waarop de inschrijving betrekking heeft. Dat recht mag niet worden beperkt door extra geld te vragen voor de uitoefening daarvan.