De Nederlandse Bank


Speech president Wellink 'Integriteit in de financiele sector'

Speech

Datum 30 oktober 2008
Tijd 15:30 uur
Lokatie Symposium over integriteit, Rode Hoed (Amsterdam) Spreker Dr. A.H.E.M. Wellink, president van De Nederlandsche Bank

Rond 1630 was het gemiddelde jaarinkomen in onze Lage Landen 150 gulden, kostte een ton boter rond de 100 gulden en waren acht vette varkens bijna 250 gulden waard. Een wit-rood gevlamde tulp, de Semper Augustus, kostte echter 6000 gulden, net zoveel als een grachtenpand. Dat was op het hoogtepunt van de Tulpenmanie: de bijna koortsachtige handel in tulpen die al snel veranderde in een windhandel, een economische bubble. Drie jaar na dat hoogtepunt kwam er langzaam maar zeker een einde aan de manie én aan de handel. De prijzen begonnen scherp te dalen en veel handelaren gingen bankroet, iets waarvoor je toen zware gevangenisstraffen kon krijgen. Fortuinen verdwenen als sneeuw voor de zon en veel betrokkenen raakten werkloos. In april 1637 greep de overheid in door iedere speculatieve overeenkomst ongeldig te verklaren en de maximum prijs voor een tulpenbol vast te stellen op 50 gulden.

Maar wat was nu eigenlijk het begin van het einde? Dat was een 'simpel' gebrek aan vertrouwen. Vertrouwen is immers de basis van iedere markt. Van de Albert Cuyp tot Beursplein 5, van Amsterdam tot Tokyo. Vertrouwen in de kwaliteit van de producten, in de reputatie van de verkoper, in de tijdigheid van de levering. Zeker de financiële markt is gebaseerd op vertrouwen. Vertrouwen in elke laag en schakel van het systeem. Vertrouwen in betrouwbare cijfers en integere mensen en in goed gehandhaafde wetten tegen fraude en corruptie.

Integriteit en vertrouwen zijn géén synoniemen, maar communicerende vaten. Het is duidelijk dat vertrouwen nauw samenhangt, verweven is, met integriteit: voor economische transacties is vertrouwen onmisbaar en dat vertrouwen is gebaseerd op de integriteit van de spelers op de markt.
Dat maakt meteen ook duidelijk dat integriteit dus niet alleen voer is voor sociologen, maar zeker ook voor economen. Dat maakt meteen ook duidelijk dat integriteit een actueel onderwerp is, dat een belangrijke rol speelt in de oorzaken én de oplossingen voor de kredietcrisis waar we nu middenin staan. En dát maakt meteen ook duidelijk waarom ik het belangrijk vind om hierover vandaag met u van gedachten te wisselen.

Het is immers van het grootste belang dat de sector, dat u uitdraagt dat u integriteit hoog in het vaandel heeft staan. En dat u ook beseft dat integer gedrag niet alleen bestaat uit een strikte naleving van de letter van de wet, maar zeker ook van de geest van de wet. Immers, wet- en regelgeving zijn een neerslag van de vigerende maatschappelijke nomen en waarden. Vanwege het codificerende karakter van regels, is het daarom ook belangrijk dat de financiële sector voeling en verbinding houdt met de heersende én veranderende opvattingen in de samenleving over wat integriteit behelst en welk gedrag vertrouwen verdient. Want zoals Ien Dales in 1992 al zei: 'Een beetje integer kan niet'.

Vertrouwen gaat overigens niet alleen over integriteit. De solvabiliteit en stabiliteit van het financiële systeem zijn óók cruciaal voor het vertrouwen in de sector. Maar dat laat onverlet dat de sector zich integer dient te gedragen, op een manier die wij als samenleving toelaatbaar en aanvaardbaar vinden.

Om dat in de gaten te houden en te waarborgen hebben we toezichthouders. In Nederland hanteren we daarin het Twin Peaks-model, waar de Amerikaanse minister van Financiën Paulson onlangs ook een voorkeur voor heeft uitgesproken. Dit model houdt in dat we het gedragstoezicht en het prudentiële toezicht op de sector gescheiden hebben. De AFM houdt toezicht op het gedrag van financiële instellingen op de markt en jegens hun cliënten, en DNB richt zich op de soliditeit van financiële ondernemingen. Een belangrijk onderdeel van het toezicht door DNB en AFM, is het toezicht op de integriteit van het financiële stelsel.

Hoe doet DNB dat? Door toezicht te houden op de verschillende niveau's van integriteit. Zo is er toezicht op de persoonlijke integriteit, de relationele integriteit, de organisatorische integriteit en de marktintegriteit. We richten ons daarbij op de grootste risico's: witwassen, terrorismefinanciering, fraude, benadeling derden en voorwetenschap. Deze risico's kunnen de activiteiten van financiële instellingen raken en hun reputatie schaden. DNB verwacht dan ook dat instellingen hun verantwoordelijkheid nemen dergelijke risico's te herkennen en te beheersen.

Voor de meeste bedrijven en zeker voor financiële instellingen geldt dat, méér dan het gedrag van individuele werknemers, de zogenoemde 'tone at the top' de opmaat is tot een integere bedrijfsvoering. Van oudsher wordt de integriteit van de bestuurders en (mede)beleidsbepalers van financiële instellingen getoetst via de betrouwbaarheidstoets. Er mag immers geen twijfel bestaan over de betrouwbaarheid van de top van een onderneming. In 2007 heeft DNB 1578 beleidsbepalers getoetst op betrouwbaarheid. Geen enkele daarvan is afgetoetst als onbetrouwbaar, maar wel hebben 58 kandidaten hun aanvraag ingetrokken.

Deze toetsingen draaien soms om hele delicate afwegingen. Is bijvoorbeeld meneer X, die na een verkeersboete een verkeersagent bedreigt, nog een betrouwbare bestuurder? En hoe om te gaan met de bestuurder die op zijn betrouwbaarheidsformulier bewust of onbewust nalaat vroegere vergrijpen te vermelden? Bij dit soort lastige afwegingen speelt openheid een belangrijke rol. Voor DNB is het verzwijgen van een fout soms erger dan de fout zelf. Ik kan u verzekeren dat DNB deze moeilijke afwegingen met de grootste zorgvuldigheid uitvoert.

En natuurlijk stellen wij ook de hoogste integriteitseisen aan onze eigen mensen en organisatie! Ook voor DNB is het essentieel dat het belang van integriteit in alle lagen van de organisatie helder op ieders netvlies staat. Daar werken we hard aan. Niet alleen door regels en voorschriften, maar ook door de trainingen 'Integriteit in je dagelijks werk'. Door deze training krijgen DNB-medewerkers meer inzicht in de integriteitsdilemma's die ze in hun werk kunnen tegenkomen. Maar wat nog belangrijker is: er wordt door DNB-ers gesproken over integriteit en wat dat voor ons betekent. Daarnaast analyseert onze centrale compliance-afdeling voortdurend de integriteitsrisico's die we als centrale bank en toezichthouder lopen. Onze publieke rol is daarbij heel belangrijk. Niet-integer gedrag van DNB of DNB-ers kan immers direct gevolgen hebben voor het vertrouwen van de buitenwereld in onze organisatie.

De onlangs in werking getreden Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT) geeft invulling aan het 'customer due dilligence' onderzoek. De basiseis waaraan financiële instellingen moeten voldoen blijft altijd: ken uw klant en ken uw zaken. Met andere woorden: ook als de medewerkers van een instelling zélf integer zijn, kan het gebeuren dat zij zaken doen met niet-integere klanten. Zo kunnen banken betrokken raken bij witwasconstructies van criminele organisaties die gebruik maken van complexe methoden om vastgoed met crimineel vermogen te financieren.

Naast 'ken uw klant', is er specifieke sanctieregelgeving die mede tot doel heeft terrorismefinanciering te voorkomen. Ook moeten instellingen maatregelen nemen om te voorkomen dat zij misbruikt worden voor de financiering van 'weapons of mass destruction', bijvoorbeeld in Iran. Natuurlijk is DNB niet de enige toezichthouder op deze praktijken. VN-resoluties en EU-regelgeving verplichten instellingen om goed zicht te hebben op de
handelsfinancieringsactiviteiten die zij ondernemen.

We moeten steeds alert blijven op de nieuwste ontwikkelingen. In 2006 werd bijvoorbeeld naar schatting een miljard dollar uitgegeven aan goederen en diensten in digitale virtuele gemeenschappen. De combinatie van anonimiteit en de mogelijkheid om winsten door te sluizen naar de reële economie maken dit soort websites een potentiële bron van terrorismefinanciering.

Onze zoektocht naar risico's leidt ertoe dat we soms dwars door sectoren heen onderzoek doen naar een bepaald thema. Een goed voorbeeld is de vastgoedbranche. Deze sector kent een veelal gesloten en intransparante markt met een keur aan spelers die in diverse hoedanigheden kunnen optreden. Dat maakt de branche kwetsbaar en aantrekkelijk voor discutabele praktijken. DNB neemt dat hoog op en heeft de sector daarom gevraagd om een robuust framework van beheersmaatregelen in te richten.

Niet alleen houdt DNB de ontwikkeling van risico voor het oog, ook oriënteert DNB zich op methoden om het integriteittoezicht efficiënter te maken. Een goed voorbeeld hiervan zijn de zogeheten selfassessments, waarbij instellingen aan de hand van vragenlijsten hun integere bedrijfsvoering kunnen beoordelen. Deze beoordelingen worden vervolgens door DNB getoetst. Aldus kan op een efficiënte manier zicht worden gekregen op de risico's binnen een sector, zonder dat een iedere instelling individueel wordt bezocht. Dit najaar zijn selfassessments geïntroduceerd bij de kleine en middelgrote verzekeraars. Ze zijn samen met de sector ontwikkeld, zodat rekening kon worden gehouden met de specifiek eigenschappen van de verzekeraars. Ook hebben we veel geleerd van de ervaringen van de AFM met het bijdrage model.

Het uitvoerende toezicht van DNB is logischerwijs sterk verbonden met de integriteitsvraagstukken die spelen bij de AIVD, AFM, Belastingdienst, FIOD-ECD en politie. DNB is geen voorportaal noch een verlengstuk van de opsporings- en vervolgingsautoriteiten, maar we werken wel goed met hen samen en delen informatie met andere toezichthouders en opsporings- en vervolgingsinstanties. Uiteraard binnen de wettelijke geheimhoudingskaders van de Wet financieel toezicht. Als voorzitter van het Financieel Expertise Centrum, het FEC, heeft DNB zich tot taak gesteld de samenwerking tussen de diensten verder te intensiveren.

Naast het integriteitstoezicht op personen, zakelijke relaties en organisaties bekommert DNB zich ook om de integriteit van de financiële sector als geheel. Ook hier geldt dat integriteit gaat om meer dan de naleving van wettelijke regels en bepalingen. Niet-integer gedrag kan de sector als geheel schade toebrengen, ook al is er geen sprake van overtredingen in strikte zin. Integere mensen in integere bedrijven kunnen door verkeerde prikkels gedrag vertonen dat een negatief effect heeft op de marktintegriteit als geheel. Juist hier heeft de sector een grote eigen verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid om de goede keuzes te maken ligt bij u. Waar dat lastige keuzes zijn, wil DNB graag met u in gesprek gaan. Maar indien u geen keuzes maakt, dan zult u merken dat DNB de rol van toezichthouder op het vlak van integriteit serieus neemt.

Deze eigen verantwoordelijkheid heeft de sector wat mij betreft in alle aspecten en verschijningsvormen van integer gedrag. Want vertrouwen moet je verdienen! En wat de sector, wat bepaalde spelers uit de sector, nu wel of niet verdienen, is momenteel het onderwerp van een hoop onrust en ongenoegen, van opinie en debat. Transactiegerelateerde bonussen, daar gaat het dan vooral over. Zonder te willen zeggen dat de kredietcrisis een direct gevolg is van het uitbetalen van dat soort bonussen, kunnen we wel zeggen dat de prikkels die met deze bonuscultuur samenhangen kunnen leiden tot onverantwoordelijk en dus ook maatschappelijk ongewenst gedrag. Gedrag dat in ieder geval een slinkend vertrouwen in de betrouwbaarheid van de financiële sector tot gevolg heeft.

Ik kan u dan ook verzekeren dat DNB in de toekomst streng gaat bekijken of financiële instellingen met hun bonusstructuren bestuurders aanzetten tot het nemen van onverantwoorde risico´s. Het is niet nodig om bonussen (helemaal) te verbieden, het is wél noodzakelijk om de omvang en tijdshorizon van bonussen meer in lijn te brengen met de langere termijn doelstellingen van de ondernemingen zelf. Overigens wat mij betreft zouden de bonussen helemaal mogen worden afgeschaft. Liever zie ik dat bestuurders een goed, concurrerend salaris ontvangen. Dat salaris zou dan een voldoende prikkel moeten zijn voor het leveren van goede, integere prestaties die daadwerkelijk bijdragen aan de lange termijn doelstellingen van financiële instellingen. Ik ben er van overtuigd dat de financiële sector zelf het meest gebaat is bij evenwichtige beloningsstructuren.

Het spreekt voor zich dat dit thema ook internationaal moet worden opgepakt De globalisering heeft onze financiële sector grenzeloos gemaakt. Doordat financiële risico's verhandelbaar zijn geworden en landsgrenzen vervagen worden verliezen breder gespreid. Daar plukken we niet alleen de zoete, maar ook de wrange vruchten van, want als het echt mis gaat wordt iedereen getroffen. Daarom moeten we ook zaken als bonusstructuur en integriteit internationaal afstemmen en aanpakken.

Niet voor niets heeft het Financial Stability Forum, waar ik als voorzitter van het Bazels comité zitting in heb, in juli gedragsregels voor beloningsstructuren gepubliceerd. Centraal staat de aanbeveling dat beloningsprikkels gebaseerd moeten zijn op daadwerkelijke prestaties en bovendien in lijn moeten zijn met de langtermijn belangen van aandeelhouders en de winstgevendheid van de onderneming als geheel. Daarnaast weet DNB zich op nationaal niveau gesterkt door het feit dat ook de AFM haar taak op het gebied van integriteit serieus neemt. AFM ziet toe op het integere gedrag van de sector jegens haar afnemers, de consumenten. En alleen wanneer de sector op een integere wijze omgaat met de belangen van de consument, zal die consument het vertrouwen in de financiële sector herwinnen.

De eerste stappen zijn gezet: nationaal maar ook internationaal staat de integriteit van de financiële sector op de agenda. De komende tijd zullen we in Europees én mondiaal verband verder nadenken over een goed, vertrouwen wekkend internationaal toezicht. Toezichthouders, overheden en bedrijven samen. Want als we iets geleerd hebben van de kredietcrisis, als we iets geleerd hebben van het weggevallen vertrouwen in de financiële sector, dan is het - wat mij betreft - dat we alleen door samenwerking, nationaal en internationaal, dat vertrouwen kunnen terugwinnen!