Senternovem
30-10-2008 | Point One zet in op participatie buitenlandse partners
"De bijeenkomst was erg belangrijk", zegt Fred van Roosmalen van NXP
en mede-oprichter van het programmabureau Point One. "Het was de
eerste gelegenheid om met het hele veld van gedachten te wisselen over
de tweede fase van het innovatieprogramma Point One." Daarvoor heeft
minister Van der Hoeven 153,5 miljoen euro extra steun beschikbaar
gesteld om de sector tot de wereldtop te laten behoren. Uiteraard doet
de industrie zelf ook een flinke duit in het zakje, in fase twee meer
dan 500 miljoen euro.
Fred van Roosmalen
De bijeenkomst waar Van Roosmalen op doelt vond plaats op vrijdag 10
oktober in het Evoluon in Eindhoven. Daar waren zo'n honderdzestig
betrokkenen rond het innovatieprogramma bijeen, onder meer de drie
technische universiteiten, TNO, Holst Centre, Philips, ASML, NXP, Océ,
Origin, Logica-CMG en FEI, maar ook veel spelers uit het MKB. Ze
spraken daar over de langetermijnstrategie, opgetekend in een
zogenoemde roadmap, waarin de ambities van het innovatieprogramma tot
2013 centraal staan.
Omzetgroei realiseren
"Nederland is op het gebied van nanoelektronica, embedded systemen en
mechatronica een absolute hotspot in de wereld. Bijna nergens vind je
toeleveranciers, makers en gebruikers zo dicht bij elkaar als in
Nederland", zegt Van Roosmalen. De omzet wordt vooral gerealiseerd in
het buitenland. "Point One heeft de ambitie de omzet van de
Nederlandse high tech industrie met 50 procent te laten groeien tot
ten minste 30 miljard euro in 2013."
In fase twee wordt opnieuw sterk ingezet op participatie van
buitenlandse partners en deelname aan de Europese
onderzoeksprogramma's Catrene, ITEA2, ENIAC en Artemis. Het versterken
van de samenwerking tussen kennisinstellingen, overheid en bedrijven
blijft natuurlijk speerpunt, meent Van Roosmalen. "Een goed ecosysteem
is essentieel. Ik ben dan ook erg blij dat in de nieuwe roadmap ruimte
is voor meer dan tien keer zoveel internationale projecten als in de
eerste fase van Point One."
Human capital krijgt meer prioriteit, zegt Van Roosmalen. "Om in de
toekomst voldoende kenniswerkers te hebben is het belangrijk de jeugd
al vanaf de basisschool enthousiast te maken voor techniek. En de
universiteiten krijgen geld van de industrie en de overheid om hun
opleidingen aan te passen en aantrekkelijker te maken. Nieuwe
opleidingen zijn niet noodzakelijk. We willen in fase twee pools van
aio's die door de industrie gesteund worden. Voor kenniswerkers van
buiten de EU is het niet makkelijk zich hier te vestigen. Dat is een
probleem."
Maatschappelijke vraagstukken oplossen
Het innovatieprgramma concentreert zich in fase twee op een aantal
sectoren waar veel business-kansen liggen. Deze sectoren sluiten aan
bij grote maatschappelijke vraagstukken waar oplossingen voor gewenst
zijn. Denk aan de gezondheidszorg, energie, veiligheid en transport en
logistiek. Het behoeft geen betoog dat nanoelektronica, embedded
systemen en mechatronica in al deze sectoren een belangrijke rol
spelen. Van Roosmalen: "De Point One spelers leveren de onderliggende
techniek voor veel producten die niet meer weg te denken zijn in het
dagelijks leven: denk aan mobiele telefoons, camera's, auto's en
medische apparatuur. Een groot veld heeft er profijt van."
In de diverse workshops over de roadmap leverden de aanwezigen input
op de concept-roadmap. Volgens Van Roosmalen leverden de workshops
goede, bruikbare ideeën op. Welke wil hij nu nog niet zeggen. "We gaan
de roadmap nu fijnslijpen. Als deze difinitief is kan ik er meer over
zeggen. Er is wel iets wat we nog niet goed in beeld hebben: welke
economische waarde creëert het universitair onderzoek precies en welke
applicaties zijn er over 15 jaar. Dat is lastig te voorspellen."