SGP
30 - 10 - 08 | 'Theocratie'
Het gebruik van het begrip 'theocratie' geeft aanleiding voor nodeloze
verwarring en ongelukkige karikatuurvorming. Daarom is het verstandig
dat begrip niet te gebruiken. Dat laat onverlet dat de SGP vond en
vindt dat in wetgeving en beleid de overheid niet kan en mag volstaan
met een kleurloze neutraliteit die christendom op één lijn stelt
met ongeloof en de islam.
________________________________________
Pleidooi voor Bijbels genormeerde politiek
Verzet de SGP de bakens? Verlaat de partij het klassieke theocratisch
belijden? Dit misverstand rees hier en daar na berichtgeving over een
jubileumbijeenkomst die vorige week werd gehouden.
kransslagader
Een misverstand is het inderdaad. De SGP staat met overtuiging voor de
belijdenis dat God de Heere regeert. Alle overheidsgezag is van Hem
afkomstig. De beslissende normen voor goed en kwaad, voor recht en
onrecht, zijn door God in Zijn Woord gegeven. De hoge opdracht voor de
overheid als Gods dienares is om ernst te maken met een beleid in
gebondenheid aan de gehele wet van God. Met het naleven daarvan is het
welzijn van de samenleving gediend. Het liefdegebod beperkt zich niet
tot de eigen kring, maar strekt zich uit tot de hele bevolking.
In wetgeving en beleid kan en mag de overheid daarom niet volstaan met
een kleurloze neutraliteit die christendom op één lijn stelt met
ongeloof en de islam.
Dit zijn de klassieke theocratisch noties, waar de SGP na negentig
jaar nog altijd van harte achter staat. Dit raakt de kransslagader van
de staatkundig gereformeerde politiek.
We zien er niet aan voorbij dat de samenleving in de afgelopen
decennia ingrijpend is veranderd. Integendeel, dat ervaren we
dagelijks. De secularisatie is steeds verder doorgevreten. De opmars
van de Islam is onmiskenbaar. Die veranderingen zijn pijnlijk en
indringend.
Onze visie is echter te beperkt, als we niet ook omhoog kijken.
Gelukkig is dwars door alles heen even goed waar dat God de Heere
regeert.
Dat getuigenis mag en moet helder weerklinken. Die overtuiging spoort
ook aan om, tegen de stroom van autonoom denken, te blijven pleiten
voor de bescherming van het ongeboren leven, voor het hooghouden van
het huwelijk. En vanuit die belijdenis kunnen en willen we ook niet
meegaan in bijvoorbeeld de subsidieverlening voor moskeeën en een
islamisering van de eedsaflegging. Zoân âmulticulturaliseringâ van het
publieke leven miskent ook de historische christelijke identiteit van
ons land.
alternatief voor theocratie
Wel is het onze plicht om de precieze verwoording van onze standpunten
af te stemmen op het publiek met en tot wie we spreken. Laat onze
woordkeus geen aanleiding zijn voor nodeloze verwarring of welkome
munitie bieden voor ongelukkige karikatuurvorming.
In de interne bezinning binnen de SGP is daarom geconcludeerd dat het
verstandig is om bij de verantwoording over onze politieke idealen,
andere termen te gebruiken dan de term âtheocratieâ. Zonder ook maar
het minste af te doen aan onze beginselen, kunnen we heel veel
nodeloze verwarring voorkomen door te spreken over Bijbels genormeerde
politiek. En als we de term âtheocratieâ dan tóch gebruiken, laten
wij er dan voor zorgen dat duidelijk is wat de SGP daarmee bedoelt.
Het gaat hier om niet méér dan een breed gesteund advies met het oog
op een goede communicatie. De term theocratie roept tegenwoordig
immers gemakkelijk het beeld op van Iraanse toestanden. Een nadeel van
de term âtheocratieâ is bovendien, dat ten onrechte de indruk wekt dat
het een alternatieve staatsvorm is voor de democratie. De
werkelijkheid is nu juist dat de SGP bewust heeft gekozen voor
functioneren binnen de parlementaire democratie en we ons voluit
houden aan de democratische spelregels, zoals die in de Grondwet zijn
vastgelegd!
spanningen
Deze terminologie-kwestie staat voor ons geheel en al los van de
bezinning op de concrete vertaling van onze bijbels-genormeerde
beginselen naar de politieke praktijk van vandaag. Het
beginselprogramma van de SGP staat inhoudelijk niet ter discussie.
Daarover mag geen twijfel bestaan. Beginselpolitiek is echter nooit
een automatisme.
We moeten voortdurend de vraag onder ogen zien of onze concrete
stellingname aansluit bij de fronten van nu. Heel concreet raakt dat
bijvoorbeeld ook de verhouding tot de grondrechten, zoals de vrijheid
van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, en de vrijheid van
onderwijs. Een negatieve bejegening van deze grondrechten doet geen
recht aan de belangrijke waarborgen die zij nu bieden voor de vrijheid
om God naar Zijn Woord te dienen. De beschermende en waardevolle
functie die zij vervullen voor minderheden tegenover een opdringerige
seculiere meerderheid is bovendien niet te miskennen.
Anderzijds laat een oeverloze erkenning van deze vrijheden zich weer
niet verenigen met het streven naar een Bijbelse inrichting van het
publieke leven, zoals artikel 36 van onze Nederlandse
geloofsbelijdenis daarover spreekt.
We zijn de eerste om te erkennen dat hier een spanning in zit die we
ook niet koste wat het kost moeten proberen glad te strijken. Die
spanning is ook gegeven met het feit dat de overheid de hoge opdracht
heeft om het publieke domein naar bijbelse normen in te richten.
Tegelijkertijd geldt dat het christelijk geloof een zaak is van
vrijwillig dienen.
De SGP weet âwe zouden haast zeggen: als geen ander- dat wetten geen
harten veranderen. Daarom is ook juist de taak van de kerk zo
belangrijk in het verkondigen van God Woord. De staat kan niet zonder
de kerk. Het gaat uiteindelijk om de doorwerking en het beslag van de
bijbelse boodschap, van de autoriteit van het Woord. Terugkeer tot God
en Zijn heilzaam Woord. Alleen daarin ligt de toekomst. Voor iedereen.
B.J. van der Vlies
C.G. van der Staaij
'Theocratie'