TRAIL congres
Toespraak | 14-10-2008 | Rotterdam | Secretaris-Generaal Wim Kuijken
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren
Wij bevinden ons in één van de meest verstedelijkte gebieden van de
wereld. Op een steenworp afstand ligt onze belangrijkste mainport, de
haven van Rotterdam. Eén van de grootste havens ter wereld,
concurrerend, ook op duurzaamheid. Dat willen we in 2020 nog steeds,
niet alleen voor onze haven, maar voor héél ons land. Dat is een van
onze hoge ambities waar we veel energie in moeten steken. Maar wij
hebben uiteraard meer ambities. Ik laat u onze mottofilm zien om u een
voorproefje te geven van waar wij voor staan:
Vlot bewegen en veilig leven, daar gaat het dus om.
Ik ben vandaag graag bij dit congres, en niet alleen omdat de
uitnodiging kwam van de heer Van der Plas, een van mijn voorgangers op
het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Er is namelijk veel meer dat
mijn ministerie aan TRAIL bindt. We hebben dezelfde core-business:
transport, infrastructuur en logistiek.
Goed te zien dat hier vandaag zoveel internationale kennis over deze
terreinen bij elkaar is. Bijzonder interessant om professor Xiaoming
te horen vertellen over Beijing.
Trail doet inhoudelijk onderzoek dat, voor ons beleidsmakers,
interessant is voor de onderbouwing van ons beleid. Maar u onderzoekt
ook de effecten van het beleid dat wij nu en in de toekomst maken. En
tot slot onderzoeken jullie ook vast hoe wij het beste te beïnvloeden
zijn, zodat we TRAIL ook opdrachten geven. Zo zijn wij verbonden in
een belangrijke, maatschappelijke kennisinfrastructuur.
Iedereen heeft goed door dat we met technische oplossingen of `meer
van hetzelfde' er niet komen. Dit wordt steeds duidelijker omdat de
uitdagingen van vandaag groter en complexer zijn geworden dan twintig
jaar geleden. En de complexiteit van de uitdagingen neemt de komende
twintig jaar alleen maar toe!
Verkeer en Waterstaat staat voor grote maatschappelijke doelen. We
hebben teveel water en teveel verkeer; dat moeten we in goede banen
leiden. Daarbij moeten we antwoorden zoeken op ingewikkelde vragen.
Beantwoorden doen we niet alleen. Hoe en met wie we dit doen, dáár wil
ik het met u over hebben.
Ik schets u in het kort ons maatschappelijke doel en de daarbij
behorende strategische opgaven waar wij voor staan.
Ons maatschappelijke doel is drieledig:
- We willen een dynamische economie. Dat betekent dat bereikbaarheid
een voorwaarde is, voor zowel personen als goederen.
- Tegelijkertijd willen we een schone leefomgeving: schone lucht,
beperkte geluidshinder en schoon water.
- We willen ook nog veilig leven: we willen onze voeten droog houden
en ons veilig verplaatsen.
Het is dus niet zozeer een kwestie van keuzes maken, maar van balans
zoeken. We staan daarom voor een drietal strategische opgaven:
- We richten ons op een duurzame concurrentiepositie van de Randstad
en onze Mainports.
- Ons watersysteem moet klimaatbestendig blijven;
- En ons mobiliteitssysteem moet duurzaam zijn.
Verkeer en Waterstaat heeft het afgelopen jaar de strategische opgaven
vertaald in heel concrete, gewaagde doelen voor 2020. Aan die gewaagde
doelen zijn concrete kennisvragen verbonden. Daar wil ik wat verder
met u op ingaan.
Onder het motto `Vlot bewegen, Veilig leven' heeft Verkeer en
Waterstaat een zevental doelen voor 2020 geformuleerd.
De eerste vijf doelen voor 2020 hebben betrekking op `Vlot bewegen':
1. hebben we de meest vitale en duurzame mainports en logistieke
sector van Europa
2. een voorspelbare reistijd, met slimme voertuigen op een
hoogwaardige infrastructuur
3. een spoorboekloos OV, instappen wanneer u aankomt op het station
4. per gereden kilometer betalen
5. de doorlooptijd van besluitvorming rond infrastructuurprojecten
halveren
Een voorbeeld ter illustratie: Die voorspelbare reistijd vraagt echt
een nieuwe aanvliegroute. We kunnen al jaren uitrekenen hoelang je bij
verschillende bezetting van de weg over een bepaalde afstand doet. Dat
is oud nieuws. Maar als de meeste reizigers van tevoren informatie
krijgen over mogelijke routes en de voorspelde drukte, dan ontstaat
een complex samenspel van keuzes binnen en tussen verschillende
modaliteiten. Het voorspellen van keuzes, van gedrag onderweg, daar
zit de grootste uitdaging. Daar is nog veel winst te behalen.
Mobiliteit is niet meer het exclusieve domein van techneuten, maar is
evenzo onderwerp geworden van gedragswetenschappen.
De tweede set doelen heeft betrekking op `Veilig leven'. In 2020:
6. is onze delta het best voorbereid op klimaatverandering
7. zijn we flink op weg naar 100% vereiste kwaliteit voor ons
watersysteem
Het mag duidelijk zijn: wij zetten forse ambities neer. Die ambities
geven op hun beurt weer richting aan de vragen die mijn departement
beantwoord wil zien. Hier komt het belang van kennis en innovatie om
de hoek kijken, ook van uw kennis.
De stand van zaken bij het ontwikkelen van kennis en innovatie staat
beschreven in onze onlangs verschenen Strategische Kennis- en
Innovatieagenda Mobiliteit en Water. We hebben deze agenda opgesteld
met stevige inbreng van bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere
overheden. De grondgedachte is dat kennis de basis is voor beleid en
bouwsteen voor innovatie.
U ziet op de sheet vijf van de tien kennisvragen die Verkeer en
Waterstaat heeft geformuleerd. Dit zijn hoofdvragen met een aantal
subvragen die ik u hier bespaar. De overige vijf ziet u zometeen. Ik
licht er nu enkele vragen uit, aan de hand van de gewaagde doelen voor
`vlot bewegen'.
Voor een gewaagd doel als de voorspelbare reistijd is het van belang
om de mogelijkheden die ICT ons biedt optimaal te benutten. We moeten
bijvoorbeeld nog meer weten over de optimale combinatie van slimme
voertuigen en slimme infrastructuur - ook in communicatie met elkaar -
om tot schonere, veiligere en efficiëntere mobiliteit te komen.
Interessant is ook wat de effecten zijn op het verplaatsingspatroon
als meerdere ICT-toepassingen tegelijkertijd gaan functioneren: het
gecombineerde effect van én Anders Betalen , én overal
beschikbare, actuele en betrouwbare reisinformatie én sturend
verkeersmanagement. Aan de vooravond van deze ontwikkelingen is
onlangs de `National Datawarehouse' van start gegaan. Dit is een
gezamenlijk initiatief van overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten
dat een belangrijke bijdrage zal leveren aan die voorspelbare
reistijd.
Voor het gewaagde doel om in 2020 de meest vitale en duurzame
mainports (Schiphol en Rotterdam) in Europa te hebben, is het van
belang meer kennis te ontwikkelen over de verschuivingen van
economische centra in de toekomst en toenemende concurrentie vanuit
andere mainports. We willen weten wat er gebeurt als het
personenvervoer vanuit opkomende markten zoals Azië verder stijgt. Ook
zijn we op zoek naar de kansen van een meer duurzame logistieke sector
en de onderlinge relatie en afhankelijkheid van beide mainports,
Schiphol en Rotterdam.
De kennisagenda geeft ook richting aan vragen rond `veilig leven'. Als
delta heeft Nederland een grote opgave om te zorgen voor een
klimaatbestendig watersysteem. Daarbij zal bijvoorbeeld met andere
ogen gekeken moeten worden naar de ruimtelijke inrichting van
stedelijke watersystemen. Waterbeheer heeft een sterke toegevoegde
waarde voor het aantrekkelijk maken van de woonomgeving en natuur en
landschap, kortom, voor onze hele leefomgeving! Hier ligt een aantal
uitdagende kennisvragen.
De klimaatverandering heeft ook effect op ons mobiliteitssysteem.
Nederlanders bewegen altijd al dwars door de delta heen. Hoog water
kan dat in gevaar brengen, maar laag water vormt weer een bedreiging
voor onze
binnenvaart. Meer dan ooit staan we voor de uitdaging om onze
transportinfrastructuur slim te combineren met ons waterbeheer: op
sommige plaatsen kan infrastructuur zelfs als waterkering aangelegd
worden.
Daarin schuilt de rode draad in de kennisagenda van Verkeer en
Waterstaat: het verbinden van natte en droge vraagstukken. We streven
naar een écht integrale gebiedsontwikkeling.
Gelukkig hebben we in Nederland een brede en kwalitatief goede
kennisinfrastructuur die met al deze uitdagingen aan de slag wil gaan
en ook aan de slag gaat.
Naast TRAIL is de Nederlandse organisatie voor
toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) een belangrijke
partner, die veel doet op het gebied van technologie, ICT en het
toepassen van modellen. Voor de hybride én intelligente auto
bijvoorbeeld. Voor vraagstukken op het gebied van het watersysteem en
klimaat kijk ik naar Deltares, maar ook naar ons eigen Koninklijk
Nederlands Meteorologisch Instituut, waar heel veel kennis aanwezig is
over klimaatscenario's. Het KNMI heeft ook de ambitie om die
klimaatscenario's toe te passen op verkeerssituaties.
Het Kennisinstituut voor Mobiliteit, een onafhankelijk instituut
bínnen Verkeer en Waterstaat, is sterk beleidsgericht en kijkt vooral
naar de mobiliteitsontwikkeling op de langere termijn. Een belangrijk
recent product van het KiM is de mobiliteitsbalans, waarin een
internationale benchmark van de Randstad is opgenomen. Daaruit blijkt
dat de Randstad ten opzichte van andere metropolen intensiever verkeer
heeft en door de gunstige economische situatie relatief harder groeit.
Dat betekent wél dat uitgerekend onze Randstad voor de grootste
uitdagingen staat.
Ook hebben we het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium dat
belangwekkend werk doet voor de luchtvaartsector.
In de Kenniskamer Verkeer en Waterstaat komen onder mijn leiding de
kennisinstituten op het gebied van mobiliteit en water en
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven samen om mee te denken over
de belangrijkste trends en ontwikkelingen die op ons afkomen. Ook
universiteiten en planbureaus zijn daarin vertegenwoordigd. Die
strategische kennisagenda, waar ik u zojuist over vertelde, hebben we
samen met de Kenniskamer opgesteld.
Voor de innovatiebenadering leid ik ons Innovatieberaad Mobiliteit &
Water volgens een vergelijkbare werkwijze.
De uitdagingen van 2020 en daarna dwingen ons de kennis binnen de
verschillende disciplines te combineren om tot innovatieve oplossingen
te komen. Nederland is te druk en te klein om wegen, water, steden en
landelijk gebied onafhankelijk van elkaar te bekijken. We moeten veel
beter gebruik maken van wat we al aan kennis hebben. Daarvoor moeten
we verbinden. Mensen en kennis samenbrengen om tot écht nieuwe ideeën
te komen. Het is niet óf de markt óf de overheid. We hebben allianties
nodig!
Dat geldt ook voor de universitaire kennisinfrastructuur: onmisbaar
voor onze toekomstdromen maar soms nog erg verkokerd. Nederlandse én
buitenlandse wetenschappers kunnen zich bijvoorbeeld meer samen
richten op bereikbaarheid van de Randstad op de lange termijn. Op dit
moment proberen we dat te bereiken met het wetenschappelijke
onderzoeksprogramma Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad, dat vorig
jaar startte op initiatief van mijn ministerie
Dat programma heeft na een eerste subsidieronde een viertal concrete
onderzoekslijnen gehonoreerd:
- Slimmere reisinformatie
- Duurzamer goederenvervoer
- Een supernetwerk
- Recreatief verkeer nu en later.
Morgen kunt u om half elf meer horen over deze onderwerpen in één van
de seminars. Er zijn echter zeker ook kanttekeningen te maken op het
aanbod van onderzoekslijnen. Het gaat nog te weinig over de lange
termijn, er is te weinig écht duurzame visie, en de onderzoekers maken
nog te weinig gebruik van kennis van andere wetenschappelijke
disciplines en uit het buitenland.
De tweede ronde van het programma Duurzame Bereikbaarheid Randstad
steken we daarom breed en interdisciplinair in, samengevat in twee
thema's die direct zijn afgeleid van de maatschappelijke doelen en
strategische opgaven waar ik mee begon.
- Ten eerste willen we dat ons verkeer- en vervoerssysteem in de
Randstad kwalitatief hoogwaardig blijft, ondanks, of zelfs dankzij
veranderingen in het klimaat en de energietransitie.
- Ten tweede willen we dat ons verkeer- en vervoerssysteem in de
Randstad versterkt wordt door de synergie op te zoeken tussen
stedelijke- en verkeersnetwerken. Denk bijvoorbeeld aan een naadloze
overgang tussen het autosysteem en het openbaar vervoerssysteem.
Dames en heren,
We zijn hier samengekomen om kennis met elkaar te verbinden, om elkaar
te vertellen waar we mee bezig zijn en om erachter te komen hoe we
elkaar van dienst kunnen zijn. U hebt gehoord welke vragen Verkeer en
Waterstaat heeft. U hebt gehoord voor welke uitdagingen Nederland, en
in het bijzonder onze Randstad, staat. We vragen onderzoekers hun
inbreng op de bovengenoemde thema's te geven en in multidisciplinaire
teams deze vragen op te pakken.
Later vandaag loop u vast wel weer even naar buiten, het
verstedelijkte gebied van Rotterdam in. Daar is veel te zien, veel te
horen en veel te doen. Ik zou zeggen: geniet ervan, kijk om je heen,
maar hou in gedachten dat mijn ministerie een beroep doet op uw
expertise en kennis; Nederlanders moeten vlot bewegen en veilig leven!
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat