Promotie D. van Schaik
Titel proefschrift
M&A in Japan. An analysis of merger waves and hostlile takeovers
---
Promotors:
Prof.dr. J. Spronk
Prof.dr. J.P.M. Groenewegen
---
Datum
30 oktober 2008 13:30
---
Locatie:
Woudestein, Forumzaal
---
Faculteit
Faculteit der Economische Wetenschappen (FEW)
Een nieuwe kijk op fusies en overnames in Japan
Tot aan het knappen van de zeepbeleconomie begin jaren negentig kende
Japan relatief weinig fusies en overnames. Volgens een klassieke
verklaring komt dit door het wederzijds aandelenbezit tussen
ondernemingen (de zogenaamde horizontale keiretsu) en het specifieke
Japanse culturele streven naar harmonie en vertrouwen. Deze kijk
verdient bijstelling, aldus Dmitri van Schaik. In zijn proefschrift
M&A in Japan - An analysis of merger waves and hostile takeovers
onderzocht hij de verschillende fusiegolven en vijandige overnames in
Japan in de twintigste eeuw. Van Schaik promoveert op donderdag 30
oktober 2008 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Van Schaik bouwde een uniek gegevensbestand op over fusies en
overnameactiviteiten in het vooroorlogse en naoorlogse Japan. Japan
heeft tot begin jaren negentig relatief weinig fusies en overnames
gekend, zeker in vergelijking met de Verenigde Staten. Zo was de fusie
en overname-activiteit in de periode 1906-37 erg laag en is er geen
bewijs voor fusiegolven of veel vijandige overnames. Na de Tweede
Wereldoorlog zijn er twee fusiegolven. De eerste golf vond plaats in
de periode 1963-1972 en werd veroorzaakt door de handelsliberalisering
en de opheffing van restricties op kapitaaltransacties in 1964. Deze
fusies waren gericht op het voorkomen van hevige concurrentie tussen
Japanse bedrijven en het versterken van hun mondiale
concurrentiepositie.
Maar de grootste omslag vond plaats na het knappen van de
zeepbeleconomie in 1991. In de eerste jaren waren de fusies en
overnames in Japan vooral gerelateerd aan bedrijfsherstructurering. Na
wijzigingen in de wetgeving nam het aantal en de grootte van fusie- en
overnametransacties toe. Toen kwamen ook vijandige overname pogingen
vaker voor. In tegenstelling tot de Amerikaanse fusiegolven blijken de
golven in Japan anticyclisch: toen de economie en de aandeelkoersen
daalden, namen de fusies en overnames toe.
Hoe kwam het eigenlijk dat fusies en overnames in Japan voor 1990
relatief weinig voorkwamen? Eerder onderzoek stelt dat dit kwam door
het bijzondere Japanse main bank systeem, waarbij een bedrijf een
speciale band onderhield met één bank. Ook het bestaan van de
horizontale keiretsu (het wederzijds aandelenbezit van bedrijven) en
het specifieke Japanse culturele streven naar vertrouwen en harmonie,
zouden een rol spelen. Van Schaik nuanceert dit klassieke beeld van de
Japanse economie.
Om vijandige overnames te onderzoeken maakt Van Schaik onderscheid
tussen greenmail en vijandige tender offers. Hij concludeert dat
bedrijfsorganisaties, en niet de horizontale, maar de verticale
groepen van bedrijven (keiretsu) een belangrijke rol spelen bij
vijandige overnames. Ook relativeert hij de invloed van het main bank
systeem. De betrokkenheid van één belangrijkste bank bij een bedrijf
zorgt bij een fusie niet voor een grotere aandeelhouderswaarde, zeker
niet als de biedende partij en de overnamekandidaat dezelfde main bank
hebben.
Het onderzoek van Dimitri van Schaik is verricht in het Erasmus
Research Institute of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW
erkende onderzoeksschool van Rotterdam School of Management/ Erasmus
University en de Faculteit der Economische Wetenschappen. Aan ERIM
zijn ruim 300 onderzoekers verbonden. ERIM organiseert tevens het
Erasmus Doctoral Programme in Business and Management voor de
opleiding van jonge, veelbelovende wetenschappers.
Erasmus Universiteit Rotterdam