Vereniging van Effectenbezitters
De VEB is opgericht in 1924 en telt inmiddels meer dan 40.000 leden.
VEB stelt vraagtekens bij rechtmatigheid handelen Staat in Fortis
zaak.
Persbericht | 29-10-2008
Aanstaande vrijdag buigt de Ondernemingskamer van het gerechtshof
Amsterdam zich over het verzoek van de VEB om een onderzoek te
gelasten naar het beleid en de gang van zaken bij Fortis. De VEB heeft
tevens om een aantal onmiddellijke voorzieningen verzocht waarmee de
belangen van de minderheidsaandeelhouders worden gediend, zoals de
benoeming van een 'supercommissaris'.
De weergave van feiten zoals Fortis die in de aanloop naar de zitting
van vrijdag heeft afgegeven werpt een opmerkelijk licht op de gang van
zaken rond de overname van de Nederlandse bank- en
verzekeringsactiviteiten van Fortis door de Nederlandse staat. Los van
de grote steken die Fortis heeft laten vallen, roept het ook de vraag
op of de staat bij die overname wel rechtmatig heeft gehandeld.
Een overzicht:
1. Volgens Fortis maakte de Nederlandse staat in het weekend van 28
september enkel mondelinge afspraken over de verwerving van een
belang van 49,9% in Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. voor 4
miljard euro. De enige schriftelijke vastlegging zou uit
persberichten van Fortis en de staat van 29 september bestaan. Dit
in tegenstelling tot de afspraken die de Belgische en Luxemburgse
staten met Fortis maakten voor bedragen van respectievelijk 4,7 en
2,5 miljard euro.
2. Anders dan de Belgische en Luxemburgse staat voldeed de
Nederlandse staat haar verplichting tot betaling van 4 miljard
euro aan Fortis in het genoemde weekende niet.
3. Toen Fortis op 30 september bij het Ministerie van Financiën
aanklopte om de overeengekomen transactie schriftelijk vast te
leggen en te effectueren, kreeg zij naar haar zeggen een 'term
sheet' overhandigd waar niet over te onderhandelen viel.
Vooruitgang werd vanaf dat moment niet meer geboekt.
4. Op 1 en 2 oktober ontdekte het Ministerie van Financiën dat de
Belgische staat bij zijn transactie pandrechten had bedongen op de
aandelen van de verzekeringstak van Fortis. Dit tot groot
ongenoegen van het Ministerie. Voorts bleek er bij het Ministerie
onvrede te bestaan over de omvang van het belang dat de
Nederlandse staat voor 4 miljard euro in Fortis zou verwerven in
vergelijking met de transactie van de Belgische staat. Dat waren
volgens Fortis de redenen waarom de Nederlandse staat haar op 2
oktober liet weten dat de toegezegde investering van 4 miljard
euro niet zou worden gedaan. Die ontwikkeling was voor Fortis
aanleiding om veel verdergaande verkopen te overwegen.
5. Als Fortis op 2 oktober verneemt dat De Nederlandsche Bank de
Nederlandse activiteiten van Fortis per 3 oktober onder curatele
wil stellen, vreest zij voor de continuïteit van haar Belgische
activiteiten. Op dat moment geeft Fortis zich over aan de beide
overheden en verliest de controle over de groep.
6. Van de Belgische staat verneemt Fortis vervolgens dat Nederland 9
miljard euro over heeft voor de Nederlandse bank- en
verzekeringsactiviteiten (inclusief het ABN deel). Dat bod ligt
ver onder de schatting van Morgan Stanley. Na handjeklap ('pittige
gesprekken', zo Balkenende) tussen Nederlanders en Belgen wordt de
prijs bepaald op 16,8 miljard euro. Voor Fortis is het dan nog
slechts 'tekenen bij het kruisje'.
7. Op geen enkele wijze is duidelijk welke waardering aan de
totstandkoming van de door de Nederlandse overheid betaalde prijs
ten grondslag heeft gelegen.
Het beeld dat rijst, is dat van minister Bos die Fortis met het
pistool op de borst dwingt de Nederlandse activiteiten te verkopen.
Als waar is wat Fortis beweert vraagt de VEB zich af waar en op welke
wijze de Nederlandse staat zich rekenschap heeft gegeven van de
belangen van de minderheidsaandeelhouders van Fortis. Onder het mom
van het algemeen belang heeft zij zich als een koopman gedragen. Ook
een staat heeft zich - als koper van een aanzienlijk deel van een
onderneming - te houden aan vermogensrechtelijke regels. Mocht dat wel
het geval zijn, dan is de staat voor die onrechtmatigheden jegens
aandeelhouders aansprakelijk.
Teneinde de noodzakelijke duidelijkheid te verkrijgen over de gang van
zaken bij de Nederlandse staat heeft de VEB vandaag het Ministerie van
Financiën gevraagd om inzage in alle documentatie die tot de
onderhavige transactie hebben geleid. Hierbij beroept de VEB zich op
de Wet Openbaarheid Bestuur. Ook zal de Ondernemingskamer worden
gevraagd het onderzoek inzake wanbeleid uitdrukkelijk ook uit te laten
strekken tot het optreden van de Nederlandse overheid.
De brief aan het Ministerie van Financiën (pdf)