Gezondheidsraad Nederland
Van gegevens verzekerd. Kennis over de volksgezondheid in Nederland nu en in
de toekomst
Effectief volksgezondheidsbeleid en succesvol wetenschappelijk
volkgezondheidsonderzoek zijn beide afhankelijk van gegevens over de
Nederlandse volksgezondheid. Op dit moment laat de beschikbaarheid van
die gegevens te wensen over. De gegevens die er zijn worden bovendien
niet altijd goed benut.
Dat is, in een notendop, de achtergrond van dit advies van de Raad
voor Gezondheidsonderzoek (RGO). De raad analyseert de behoefte aan
empirische gegevens over de gezondheid van de Nederlandse bevolking.
Hij gaat na in hoeverre bestaande gegevensverzamelingen hierin kunnen
voorzien, op welke punten ze tekortschieten en wat er moet gebeuren om
beschikbare en nieuw op te zetten gegevensverzamelingen zo efficiënt
mogelijk te gebruiken. Het advies mondt uit in aanbevelingen die ertoe
moeten leiden dat volksgezondheidsbeleid, gezondheidszorg en
wetenschap in de toekomst verzekerd zullen blijven van de gegevens die
ze nodig hebben.
Gegevens over volksgezondheid zijn essentieel voor beleid en
wetenschappelijk onderzoek
Om een adequaat volksgezondheidsbeleid te kunnen voeren moet de
overheid informatie hebben over trends in het vóórkomen van ziekten,
risicofactoren, functionele beperkingen, zorggebruik en sterfte.
Gegevens over risicofactoren voor veelvoorkomende ziekten zijn
bijvoorbeeld nodig om ziektelast en gezonde levensverwachting in de
toekomst te kunnen schatten.
Gegevens over de gezondheid van de algemene bevolking zijn daarnaast
essentieel voor het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van
ziekte en veroudering, en voor het verklaren van waargenomen trends in
de volksgezondheid. Verklaringen van trends zijn van belang om
aangrijpingspunten voor het beleid te vinden en om genomen maatregelen
te kunnen evalueren.
De methoden om de noodzakelijke gegevens te genereren zijn beschikbaar
Voor het documenteren en onderzoeken van veranderingen in de
volksgezondheid zijn vooral drie manieren om gegevens te verzamelen
van belang: (herhaald) dwarsdoorsnede-onderzoek, longitudinaal
epidemiologisch onderzoek en registraties. Herhaald
dwarsdoorsnede-onderzoek in de algemene bevolking, van voldoende
omvang, is een goede manier om trends in risicofactoren en functionele
beperkingen vast te stellen. Prevalenties van ziekten en beperkingen
zijn te schatten op basis van gegevens uit herhaald
dwarsdoorsnede-onderzoek en regis-traties. Registraties kunnen voorts
informatie verschaffen over sterfte, doodsoorzaken en zorggebruik. Het
longitudinaal epidemiologisch onderzoek - waarin in de loop van de
tijd gegevens over dezelfde mensen verzameld worden - is vooral van
belang voor het wetenschappelijk onderzoek, met inbegrip van het voor
het beleid onmisbare onderzoek ter verklaring van waargenomen trends.
Lopend onderzoek kan niet goed voorzien in de beleidsbehoefte aan
gegevens
Er is op dit moment geen bron van actuele en representatieve gegevens
die zicht geven op trends in belangrijke risicofactoren in Nederland.
Er zijn bijvoorbeeld geen goede en actuele gegevens over hoge
bloeddruk en serumcholesterol. De schattingen van toekomstige
ziektelast en gezonde levensverwachting zijn daardoor in toenemende
mate onbetrouwbaar. De Health Examination Survey 2008 is een aanzet om
in dit tekort te voorzien, maar is beperkt van opzet en vooralsnog
ontbreekt de (financiële) continuïteit. Ook voor trends in
prevalenties van functionele beperkingen bestaat er in ons land geen
robuuste gegevensbron. Trends in prevalenties van veel ziekten en
aandoeningen lijken in Nederland wel te schatten op basis van
zorgregistraties, mits de continuïteit ervan gewaarborgd is. De
onzekerheid rond het voortbestaan van de Landelijke Medische
Registratie (LMR) laat zien dat die continuïteit niet vanzelfsprekend
is.
Longitudinale gegevensverzamelingen vergen onderhoud
Longitudinale epidemiologische gegevensverzamelingen zijn essentieel
voor het wetenschappelijk onderzoek ter verklaring van ziekte,
ziektebeloop, veroudering en dragen bij aan het verklaren van trends
in de volksgezondheid. Maar ze zijn kostbaar, door de
grootschaligheid, de langdurigheid en de kwaliteitseisen waaraan de
gegevens moeten voldoen. Onderzoeksgroepen ondervinden al jaren
problemen bij de instandhouding van de infrastructuur die voor dit
soort gegevensverzameling noodzakelijk is. Wil Nederland zijn goede
onderzoekers en sterke wetenschappelijk positie behouden en actief
kunnen bijdragen aan zorginnovatie, dan moet de infrastructuur van
succesvolle longitudinale epidemiologische gegevensverzamelingen
gewaarborgd zijn.
Beschikbare gegevens kunnen beter worden gebruikt
De verzameling van gegevens over de Nederlandse volksgezondheid moet
dus worden onderhouden en uitgebouwd, maar het is ook belangrijk om de
gegevens die er zijn, zo goed mogelijk te gebruiken. Op dat punt is
winst te boeken.
De belangrijkste manieren om gegevens beter te benutten zijn:
o Secundaire analyse: het opnieuw analyseren van gegevens met een
andere vraagstelling dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn verzameld.
o Samenvoeging (pooling) van gegevens die op verschillende plaatsen op
dezelfde manier bij verschillende mensen verzameld zijn. Het doel is
het aantal onderzoeksdeelnemers en daarmee de betrouwbaarheid van het
onderzoek te vergroten. Internationaal wordt hard gewerkt aan het
combineren van biobanken en aan datapooling van longitudinale
epidemiologische dataverzamelingen. Geharmoniseerde onderzoeksmethoden
zijn vereist.
o Koppeling van gegevens over dezelfde mensen die in verschillende
bestanden verzameld zijn. Een voorbeeld is het koppelen van gegevens
uit het doodsoorzakenregister aan gegevens in een populatiecohort. Er
is een `koppelingssleutel' nodig om de gegevens over dezelfde persoon
aan elkaar te kunnen koppelen.
Delen van gegevens is nodig, maar zorgvuldigheid is geboden
Om gegevens goed te kunnen benutten moet de instantie of
onderzoeksgroep die ze verzameld heeft, ze vaak delen met anderen. Dat
kan natuurlijk alleen als de privacy van de onderzochte personen
gewaarborgd is, in overeenstemming met de daartoe strekkende wet- en
regelgeving. Maar ook als aan die voorwaarde is voldaan, is het delen
van gegevens niet altijd vanzelfsprekend. De wetenschappelijke
competitie werkt hier soms belemmerend.
De raad meent dat met collectieve middelen* gegenereerde gegevens
toegankelijk moeten zijn voor onderzoek dat van nut is voor het
algemeen belang, ook als dat wordt uitgevoerd door anderen dan degenen
die de gegevens verzameld hebben. Maar er moet tevens zorgvuldig recht
worden gedaan aan de belangen van de onderzoekers zonder wier kennis,
vaardigheden en inspanningen het gegevensbestand er niet geweest zou
zijn.
Aanbevelingen
Op grond van het voorafgaande komt de RGO tot drie aanbevelingen.
Realisatie van deze aanbevelingen zal een gezamenlijke inzet vergen
van alle betrokkenen: beleidsmakers, onderzoekers en
onderzoeksfinanciers. In het bijzonder vragen ze op verschillende
punten om een gezamenlijk optrekken, zowel beleidsmatig als
financieel, van overheid en onderzoeksfinanciers.
1 Bevorder een efficiënt gebruik van gegevensverzamelingen
a Stel een register van gegevensverzamelingen in
De raad beveelt aan een register in te stellen van bestaande en nieuwe
gegevensverzamelingen op het gebied van de volksgezondheid, zodat
iedereen kan nagaan wat er al is aan gegevens, waar ze zijn en wie ze
beheert.
b Zorg voor een optimale toegankelijkheid van gegevens
De RGO pleit voor het opstellen van een gedragscode voor het delen van
gegevens. De raad ziet hier een belangrijke taak weggelegd voor de
Stichting Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (FMWV)
en/of de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).
Financiers van onderzoek kunnen hun bijdrage leveren door aan
financiering van bestaande en nieuwe gegevensverzamelingen een viertal
voorwaarden te verbinden:
o aanmelding bij het register
o onderschrijving van de gedragscode voor het delen van gegevens
o beschrijving, in de subsidieaanvraag, van een procedure voor het
verkrijgen van toegang tot de gegevens
o gebruik van gevalideerde standaardmeetmethoden, of goede argumenten
voor het afwijken daarvan.
c Optimaliseer de mogelijkheden tot gegevenskoppeling
De RGO beveelt aan gehoor te geven aan het verzoek van FMWV en KNAW
aan de regering om gebruik van het burgerservicenummer (BSN) voor
wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken. Voor de koppeling van
gegevens uit verschillende bestanden is een trusted third party nodig,
een instantie die onafhankelijk is van de bestandsbeheerders en van de
gebruikers van de gekoppelde gegevens.
d Vergemakkelijk het delen van gegevens
De raad vindt dat onderzoekers zoveel mogelijk gefaciliteerd moeten
worden bij het delen van gegevens en beveelt daarom aan te voorzien in
een onafhankelijke gegevensmakelaar die gegevenszoekers en -beheerders
met elkaar in contact kan brengen en het delen van gegevens kan
begeleiden, en bovendien in praktische hulp en ondersteuning. De raad
beveelt financiers van onderzoek aan om voor deze vormen van
facilitering middelen vrij te maken.
2 Hef tekorten aan gegevens op en voorkóm nieuwe tekorten
a Voorzie in herhaald dwarsdoorsnede-onderzoek van voldoende omvang
De RGO stelt vast dat er in Nederland veel bruikbare gegevens zijn en
worden verzameld, maar dat er, vanuit beleidsoogpunt, sprake is van
één duidelijk tekort: het ontbreekt aan een herhaald
dwarsdoorsnedeonderzoek van voldoende omvang, dat kan dienen als bron
voor periodieke actualisering van prevalenties van risicofactoren en
functionele beperkingen. De raad beveelt aan om in Nederland, naar het
model van de Amerikaanse National Health and Nutrition Examination
Survey (NHANES studie), een dergelijk onderzoek op te zetten. Om in
het beleid rekening te kunnen houden met de gezondheidstoestand van
specifieke bevolkingsgroepen, zoals die van allochtone herkomst,
zullen deze in dit onderzoek voldoende vertegenwoordigd moeten zijn.
b Garandeer de continuïteit van de registratie van zorggebruik in
ziekenhuizen
De registratie van zorggebruik in ziekenhuizen in de LMR is een
belangrijke bron van informatie, niet alleen over zorggebruik, maar
ook, in aanvulling op andere gegevensbronnen, over de prevalentie van
ziekten. De RGO onderschrijft het belang van het beleid van de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat erop gericht is de
continuïteit van de LMR, die door veranderingen in de organisatie van
zorg in gevaar is gekomen, te garanderen.
c Zorg voor adequate financiering van longitudinale epidemiologische
gegevensverzamelingen
De RGO meent dat longitudinale epidemiologische gegevensverzamelingen
- essentieel als ze zijn voor het wetenschappelijk onderzoek en voor
het verklaren van trends in de volksgezondheid - een publiek belang
dienen. De raad beveelt daarom aan mogelijkheden te creëren om dit
soort gegevensverzamelingen, wanneer ze actief benut worden en
wetenschappelijk productief zijn, structureel te financieren. De
implementatie van deze aanbeveling vereist een gezamenlijk optrekken
van onderzoeksfinanciers als NWO, ZonMw en gezondheidsfondsen.
De raad meent dat de structurele financiering van longitudinale
gegevensverzamelingen afhankelijk moet zijn van succesvol gebruik van
de verzamelde gegevens. Nieuwe gebruikers van de gegevens zouden het
hunne aan de instandhouding van de gegevensverzameling kunnen
bijdragen door bij de verwerving van subsidie voor hun onderzoek een
aparte post van serieuze omvang op te voeren als bijdrage aan de
financiering van de infrastructuur van die gegevensverzameling. Dit
vereist uiteraard bereidheid van onderzoeksfinanciers om langs deze
weg aan de instandhouding van productieve gegevensverzamelingen bij te
dragen.
3 Creëer meer ruimte voor verzoeken om collectieve financiering van
nieuwe gegevensverzamelingen en beoordeel deze systematisch
Ook wanneer beschikbare gegevens optimaal worden gebruikt (aanbeveling
1) en (dreigende) tekorten worden opgeheven (aanbeveling 2) zullen er
altijd nieuwe vragen uit wetenschap en beleid opkomen die nieuwe
gegevensverzameling noodzakelijk maken. De RGO meent dat er ruimte
moet zijn voor nieuwe initiatieven om te voorzien in nu nog
grotendeels onbekende gegevensbehoeften. Daarbij moeten uiteraard de
schaarse collectieve middelen doelmatig worden ingezet, al was het
maar om zoveel mogelijk innovatieve ideeën te kunnen honoreren. De
raad beveelt daarom aan alle verzoeken om collectieve financiering van
nieuwe gegevensverzamelingen te beoordelen aan de hand van een aantal
eisen van relevantie, noodzakelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid
(zie kader).
Ook verzoeken om subsidie voor nieuwe ronden van dataverzameling in
lopend longitudinaal onderzoek kunnen aan de hand van deze eisen
beoordeeld worden.
De RGO verwacht dat deze drie aanbevelingen ertoe kunnen bijdragen dat
Nederland in de toekomst verzekerd zal zijn van de gegevens die voor
effectief volksgezondheidsbeleid en hoogstaand wetenschappelijk
volksgezondheidsonderzoek onontbeerlijk zijn.
Beoordelingskader voor verzoeken om collectieve financiering van
nieuwe gegevensverzamelingen op het gebied van de volksgezondheid
Zijn de te verzamelen gegevens relevant?
De beoogde gegevensverzameling ....
1a is wetenschappelijk relevant, gezien de stand van de wetenschap
en/of
1b voorziet in een gegevensbehoefte van het beleid.
Is de nieuwe gegevensverzameling noodzakelijk?
In de beoogde gegevensverzameling kan niet afdoende worden voorzien
door ....
2 een bestaande of lopende Nederlandse gegevensverzameling.
3 een bestaande of lopende buitenlandse gegevensverzameling.
4 samenvoegen of koppeling van beschikbare Nederlandse gegevens.
5 samenvoegen of koppeling van beschikbare buitenlandse gegevens.
6 door aanvullende gegevensverzameling binnen een bestaande
gegevensverzamelingsstructuur.
Voldoet de nieuwe gegevensverzameling aan eisen van kwaliteit en
doelmatigheid?
7 De beoogde nieuwe gegevensverzameling voldoet aan de noodzakelijke
kwaliteitseisen.*
8 De voorgestelde opzet is de meest kosten-effectieve manier om de
beoogde gegevens te verzamelen.
9 De waarde van de nieuwe gegevensverzameling weegt op tegen de
kosten.**
10 De voorgestelde opzet voldoet aan de voorwaarden voor financiering
die door de RGO zijn voorgesteld ter bevordering van het delen van
gegevens.***
* Voorbeelden van kwaliteitseisen zijn: met de voorgestelde
onderzoeksopzet is het mogelijk de beoogde wetenschappelijke vraag te
beantwoorden; de voorgestelde opzet is conform de huidige
(inter)nationale stand van de wetenschap; controleerbaarheid,
bijvoorbeeld toegankelijkheid voor audits. ** De waarde van een nieuwe
gegevensverzameling kan behalve in de direct beoogde relevantie voor
wetenschap of beleid gelegen zijn in, bijvoorbeeld, de toegevoegde
waarde die ontstaat als de nieuw te verzamelen gegevens worden
gecombineerd met, of gekoppeld aan, reeds beschikbare gegevens, of in
de verwachting dat op basis van de nieuw te verzamelen gegevens
toekomstige wetenschappelijke vragen te beantwoorden zullen zijn. ***
Zie aanbeveling 1b in deze samenvatting.
---
* De raad verstaat hieronder niet alleen de publieke middelen
(subsidies van overheid en gezondheidsfondsen) die worden aangewend
voor onderzoek, maar ook de overheidsmiddelen en collectieve premies
die geïnvesteerd worden in de registraties van bijvoorbeeld CBS,
ziektekostenverzekeraars en zorgaanbieders.
29 oktober 2008
---
Samenvatting | Persbericht PDF | PDF | Citeertitel
---