Datum: 29 oktober 2008
Nadere informatie verkrijgbaar bij: Pierre Koning (tel: 070-3383489),
Michiel van Leuvensteijn (tel: 070-3383488) en Dick Morks (tel.
070-3383410)
Winst van Maatschappelijke Onderneming voor ziekenhuizen en
woningcorporaties beperkt
Voor ziekenhuizen en woningcorporaties zijn de baten van het omvormen
van stichtingen en verenigingen tot Maatschappelijke Ondernemingen
(MO) beperkt. De MO leidt weliswaar tot duidelijkere en beter te
handhaven gedragsregels voor het bestuur en toezicht, maar dit is
meestal niet in het belang van het bestuur van de instellingen zelf.
Zij zullen derhalve niet snel voor de MO kiezen. Niet zozeer het
bestuur van de stichtingen en verenigingen, als wel de belanghebbenden
zoals patiënten en huurders zullen voordeel hebben bij een overstap
naar de MO.
Dit concluderen de CPB-onderzoekers Pierre Koning, Michiel van
Leuvensteijn en Arno Meijer in het vandaag verschenen CPB Document 'Op
zoek naar winst voor de Maatschappelijke Onderneming: Een economische
analyse'. Dit rapport gaat in op het (concept-) wetsvoorstel voor de
Maatschappelijke Onderneming dat het kabinet in de zomer van 2007
openbaar heeft gemaakt. Inmiddels hebben consultaties plaatsgevonden
met brancheorganisaties van de zorg, de woningcorporaties en
onderwijsinstellingen. Naar verwachting zal eind dit jaar het
definitieve wetsvoorstel verschijnen.
De Maatschappelijke Onderneming (MO)
Sinds enige jaren leeft onder zowel beleidsmakers als uitvoerders een
breed gedeelde mening dat de rechtsvormen voor niet-winstgerichte
instellingen ? nu (nog) stichtingen en verenigingen ? aan revisie toe
zijn. Instellingen zouden te weinig verantwoording afleggen aan
belanghebbenden zoals patiënten en huurders en bovenmatig veel
aandacht besteden aan het naleven van regels van de overheid. Het
kabinet wil daarom op termijn het toezicht op de instellingen
verschuiven van de overheid naar belanghebbenden door de introductie
van een nieuwe rechtsvorm: de Maatschappelijke Onderneming (MO). De
keuze voor de MO zal vrijwillig zijn ? instellingen kunnen dus ook
stichting of vereniging blijven. Het belangrijkste verschil tussen de
Maatschappelijke Ondernemingen en stichtingen is dat belanghebbenden
meer inspraak krijgen. Belanghebbenden zouden namelijk onderzoeken
naar het bestuur kunnen instellen ('enquêterecht') en besluiten van
het bestuur bij de rechter kunnen aanvechten ('beroepsrecht').
De baten van de MO...
Ten eerste zouden de baten van de MO liggen in het harmoniseren van
gedragsregels voor het bestuur en toezicht van (nu nog) stichtingen en
verenigingen. Voor alle partijen (toezichthouders, werknemers,
cliënten, rechters etc.) wordt zo duidelijker wat de regels voor het
gedrag en informatieverschaffing zijn voor bestuur en toezicht. Dit
argument speelt het sterkst met betrekking tot het jaarrekeningrecht
in de sociale woningsector ? voor vrijwel alle betrokkenen valt hier
de nodige winst te behalen in termen van transparantie en
verantwoording aan belanghebbenden over de bestedingen en het vermogen
van de corporaties.
De toegevoegde waarde van de MO kan daarnaast ook liggen in een
verbeterde handhaving van regels voor bestuur en toezicht. De MO biedt
immers de mogelijkheid aan belanghebbenden om naar de
Ondernemingskamer te stappen. Dit zou ten goede komen aan de
rechtszekerheid van belanghebbenden.
... zijn moeilijk realiseerbaar
Het is echter twijfelachtig of instellingen om deze redenen zullen
kiezen voor de MO. Strengere handhaving en meer transparantie leveren
voor de besturen van instellingen zelf namelijk weinig baten op.
Eerder is het tegendeel het geval: de ruimte van het bestuur om naar
eigen inzicht beleid te voeren neemt af. Dit maakt het
onwaarschijnlijk dat zij zullen kiezen voor de MO.
MO geen directe basis voor vermindering publiek toezicht
Blijkens de reactie van instellingen op het wetsvoorstel zou de MO
voor hen aantrekkelijker zijn als hier (extra) voordelen tegenover
staan. Te denken valt in de eerste plaats aan het wegnemen van
publieke regelgeving. De MO biedt echter geen garanties dat alle
belanghebbenden voldoende invloed zullen hebben. Daarom ligt het niet
voor de hand een vermindering van publiek toezicht te koppelen aan de
MO. In de tweede plaats is deelname aan de MO voor instellingen
aantrekkelijker indien hier fiscale vrijstellingen tegenover staan.
Dit heeft echter als nadeel dat een ongelijk speelveld ontstaat tussen
instellingen met en zonder de MO als rechtsvorm. Bovendien zijn - net
als bij vermindering van publiek toezicht - de consequenties van het
instellen van fiscale vrijstellingen van een veel hogere orde van
grootte dan de introductie van de MO.,
Sterkere MO door winstuitkering
In aanvulling op het voorstel tot de MO is het mogelijk om problemen
rond het bestuur en toezicht van instellingen directer bij de wortel
aan te pakken. Zo kan het toezicht op instellingen gebaat zijn bij het
mogelijk maken van winstuitkeringen aan externe financiers. Externe
financiers hebben immers een directer belang bij een doelmatige
uitvoering dan andere belanghebbenden en hebben daarom sterkere
prikkels tot toezicht. De discussie over winstuitkeringen speelt
vooral bij de ziekenhuizen, die door verdere liberalisering de
behoefte aan voldoende weerstandsvermogen (en dus externe financiers)
zien toenemen.
Verbetering transparantie instellingen gewenst
Beter toezicht op het bestuur van instellingen is ook mogelijk door
prestaties van instellingen openbaar te maken. Hierdoor zijn voor de
verschillende partijen - toezicht, belanghebbenden en overheid -
instellingen onderling beter te vergelijken en te beoordelen. Voor
instellingen is het niet eenvoudig en niet aantrekkelijk om
gezamenlijk tot goede, volledige systemen van benchmarking te komen.
Een coördinerende rol van de overheid kan daarom zijn weggelegd bij
het afdwingen van een gestandaardiseerde levering van
prestatiegegevens, zowel bij de zorg als bij de corporaties.
CPB Document 173, 'Op zoek naar winst voor de Maatschappelijke
Onderneming: Een economische analyse', is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
De publicatie is tevens (gratis) beschikbaar als PDF-bestand.
Centraal Planbureau